FantasyAnimalsFafiction wiki
(Bezig met het toevoegen van categorieën)
Regel 408: Regel 408:
 
[[Categorie:Kladpagina's]]
 
[[Categorie:Kladpagina's]]
 
[[Categorie:Kladversies]]
 
[[Categorie:Kladversies]]
  +
[[Categorie:Fanfictions]]

Versie van 13 jun 2018 14:33

Ik ben weer terug. Niet heel erg actief, maar ik ben weer even terug. Aan het brainstormen voor iets. Misschien dat ik het voor de volgende wedstrijd plaats. Heb de woorden al op papier, maar mis de titel nog. Denk dat het Annders  gaat worden.



Recensie Natuurster

Introductie

Op verzoek ben ik bereid om een uitgebreid commentaar te geven op een hoofdstuk (of meer) van je fanon. Dit is mijn mening over wat ik lees. Ik probeer zowel de goede punten als de verbeterpunten uit je verhaal te halen, maar ik ben op dit moment een gruwelijke muggenzifter.

Laat ik dat onderstrepen: Ik ben een muggenzifter!

En ik heb hier nog kalm aangedaan...Doorgaans zijn mijn recensies zo en zo lang.

Het is niet mijn doel je fanon de hemel in te prijzen of de grond in te boren, maar ik verwacht wel dat je je best hebt gedaan op het stuk dat je mij laat lezen. Je vraagt mijn hulp, omdat je beter wilt leren schrijven. Ik ben echter ook een amateurschrijver en de recensie is dan ook volledig gebasseerd op mijn visie van een goed verhaal.

Ik geef geen cijfer of ander oordeel voor het stuk dat ik heb gelezen. Deze recensie is allerminst bedoeld om de aanvrager van de recensie aan de schandpaal te nagelen.

En iedereen die denkt dat Natuurster een slechte schrijver is, omdat ik hem wijs op de verbeterpunten in zijn verhaal, kan naar mij toekomen en zelf een keer onder vuur worden genomen. Het is dapper om te vragen naar verbetering. Onthoud dat alsjeblieft.

De recensie zelf

Zoals ik al eerder zei, is dit geen slechte poging voor een verhaal geschreven door een tienjarige, maar omdat je er zelf om vroeg, ga ik je niet alleen de tops geven.

Tops

Je verhaal is goed leesbaar door de witregels. Dat is om te beginnen ontzettend prettig, want ik hou niet van lange teksten op een scherm.

Daarnaast lijk je een goed beeld te hebben waar je verhaal naar toe gaat en welke rol je personages daarin gaan spelen. De premiejagende changers is een zeer interessant idee en ik ben benieuwd naar hoe dit het verhaal zal beïnvloeden voor de hoofdpersonen.

Je namen zijn leuk gekozen. Herg is tot nu toe mijn favoriete naam (en personage). Wat ik bijzonder vind, is dat je al een beetje een eigen schrijfstijl lijkt te hebben waarbij je sommige dingen als schrijver duidelijk benadrukt aan de lezer.

Daarnaast heb je al een aardig idee van de wereld in je hoofd. En het detail met het dropje vind ik absoluut geweldig. Kyla de dropjeseter. Hou die er in, alsjeblieft. Het zijn de kleine dingen die een personage maken.

Tips

Let op je logica. Als ik een pratende ijsbeer en een jakhals naast elkaar zie op een ijsveld, verbaas ik me meer over de jakhals, een woestijndier, dan de pratende ijsbeer.

Hetzelfde geldt voor Kyla’s moeder. Ik snap hun relatie nog niet. De moeder stelt een doodnormale vraag op het moment dat haar dochter bezweet en ontdaan naar beneden komt. Ze toont bezorgdheid. De manier waarop Kyla reageert, vind ik persoonlijk gruwelijk bot. Ze kan ook tegen haar moeder zeggen dat ze een nachtmerrie had en dat ze even een stukje gaat wandelen of skylinen om het van zich af te schudden.

Daarbij vind ik het ook bijzonder dat Kyla haar verhaal liever aan Han, een zwerver, dan haar moeder verteld. Ook al is Han een oude vriend, ik vind het bijzonder dat een dertienjarig meisje met hem bevriend is geraakt en hem alles toevertrouwt, terwijl ze haar moeder afsnauwt.

Het idee dat changers een amulet nodig hebben om te veranderen is goed en een edelsteen is een prima oplossing daarvoor, maar hoe kan je een changeramulet en een normale edelsteen uit elkaar houden? Of kunnen alle edelstenen gebruikt worden door changers om te veranderen? Hier mag iets meer duidelijk over worden.

Probeer ook je lezers meer kennis te laten maken met de wereld van het verhaal. In de reacties vertel je wat meer over de changers. In de informatie kan ik het uiterlijk van Kyla teruglezen, maar dit moet ook gewoon in het verhaal . Als ik een boek lees, hoef ik niet naar het internet te moeten om te kijken hoe een personage er uit ziet.

Conclusie

Ik heb je nu een paar tips gegeven die ik zelf ook op regelmatige basis moet toepassen. Ik heb ook nog veel wereldopbouw in mijn achterhoofd die nog moet worden verwerkt in mijn verhaal en logica blijft gewoon een ding. Het wordt alleen maar erger als je verhalen groter worden :-)

Ik schreef een tijdje terug in mijn enthousiasme “De brandweer ging naar boven en vond haar lichaam op de begane grond.” Jongens, waar zijn jullie nu eigenlijk en waar is dat lichaam?

Of dat er staat dat personages al twintig jaar in de oorlog vechten, terwijl de oorlog net vijf jaar bezig is.

Over wat je bericht op de WC FF wiki

Het is leuk als een verhaal zomaar uit je vingers vloeit en je zo hoofdstuk na hoofdstuk kan schrijven, maar daar ligt de kunst van het schrijven niet. Schrijven is namelijk schrappen (en ieder gepubliceerd schrijver kan dit bevestigen).
Vele verhalen, inclusief de mijne en die van Avondpoot, lopen vast op het moment dat het verhaal zelfs voor de schrijver saai en suf wordt. Er is dan eerder iets mis gegaan in het verhaal, iets waardoor je nu op een dood spoor zit.

En wanneer een weg dood loopt, moet je terug. Ook met schrijven. Je gaat terug naar het punt in het verhaal dat je goed vindt en wist alles wat daarna komt. Op die manier kan je met een schone lei weer verder met je verhaal, maar ga ook na waarom het mis is gegaan.

Ik heb letterlijke hele hoofdstukken van de baan geveegd, omdat ik niet meer verder kon. Dan kan je denken aan 2.000 tot 6.000 woorden aan tekst die plotseling "nutteloos" worden, maar daarna kon ik wel weer verder. Ter vergelijking: 6.000 woorden is jouw verhaal "Vuur", Libelle's "Leeuwenstorm" en Dassenpels "Verdwaald" bij elkaar.





Cantar!

Flaptekst

Kenniszoekers Marije en Reala willen de geheimen van de Canciòns ontrafelen. Hun eerste onderzoek wees op niets uit, dus geeft Merlijn ze een raadsel op.

Hun zoektocht neemt echter een rare wending wanneer ze de Gelaarsde Kat tegenkomen die hun, tot hun verrassing, lijkt te kunnen helpen.

Het drietal wordt echter gevolgd door de vos Reynaerde. Hij heeft immer nog een oude rekening te vereffenen...

Wereld

Personages

Afbeelding Personage
Marije d'Or Clochitement

Marije d'Or Clochitement

Troubadour, de Vos van het Verhaal, Nemiah Streminel (pseudoniem).

Marije is ontzettend nieuwsgierig en neemt alles wat ze waarneemt in zich op. Ze deelt haar kennis vaak door middel van verhalen, vertelt door diverse soorten media. Het boek is haar favoriete medium.

Dochter van Isabelle, Bertrand en William. Zus van Reala, Gwydion en Crétien.

Reala van Avalon

Reala van Avalon

Troubadour, de Zwanenzangeres

Reala is de stille troubadour wie helemaal niets ontgaat. Ze gebruikt haar kennis graag om dingen op verschillende gebieden te ontwikkelen, maar blijft liever een beetje op de achtergrond.

Dochter van Adeline en William. Zus(je) van Marije, Gwydion en Crétien.

Isabelle d'Or Clochitement

Isabelle d'Or Clochitement

Minstreel, de Elvenekster

Isabelle werkt als raadgeefster aan de machtigste elvenhoven. Ze staat vaak op de voorgrond en heeft de neiging om haar neus in iedereens zaken te steken. Ze weet iedereen ook kennis te ontfutselen.

Moeder van Marije. Vrouw van Bertrand en William.

Adeline van Avalon

Adeline van Avalon

Minstreel, Vrouwe van Avalon

De verantwoordelijkheid over het heilige eiland heeft van Adeline een ernstige vrouw gemaakt. Ze is echter zeer begaan met het welzijn van de mensen om haar heen en is een wijze leider.

Moeder van Reala en Gwydion. Vrouw van William.

Reynaerde

Reynaerde de Vos

Fabeldier, sprookjesfiguur

Nadat hij van het hof van koning Nobel was gevlucht, is Reynaerde met zijn familie in Logres komen wonen. Nu maakt hij daar de bewoners het leven zuur in de hoop er zelf beter van te worden.

Gelaarsde Kat

De Gelaarsde Kat

Fabeldier, sprookjesfiguur, dienaar van de Markies van Carabas

Zijn meester is nu al een tijdje gelukkig getrouwd met de prinses, maar de Gelaarsde Kat blijft zijn best doen om het landgoed in goede banen te leiden. Hij is een oude bekende van Marije.

Kenniszoekers

Een kenniszoeker is een wezen dat de Oude Magie belichaamt of beter gezegd: bevangt. Zij hebben geen vaste vorm, maar nemen vaak het voorkomen van mensachtige wezens aan. Zij worden geassocieërd met feeën en tovenaars, alhoewel hun magie op een andere wijze werkt.

Kenniszoekers kunnen razendsnel kennis tot zich nemen en verwerken. Ze zijn verzamelaars van magie, onderwijzers en raadgevers. Kenniszoekers zijn echter ontzettend kwetsbaar in gevecht. Alhoewel vele een grote kennis van strijdmagie hebben, kan een kenniszoeker niet toepassen in een gevecht. Zij moeten zich wel tot list of vluchten dwingen om aan de dood te ontsnappen.

Drie soorten

Er worden drie soorten kenniszoekers onderscheiden:

  • Narren: dit zijn kenniszoekers die over het algemeen op één plek verblijven. Dit zijn vaak centra waar veel gebeurd.
  • Minstrelen: dit zijn kenniszoekers die juist veel rondreizen.
  • Troubadours: dit zijn ontzettend krachtige kenniszoekers die overal en nergens tegelijkertijd zijn.

Troubadours zijn sterkere kenniszoekers dan narren en minstrelen. De drang om rond te reizen of juist op één plek te blijven, is iets dat bij een kenniszoeker is aangeboren.

Bekende kenniszoekers:

  • Marije d'Or Clochitement: troubadour, Vrouwe van het Verhaal
  • Reala van Avalon: troubadour, Vrouwe van het Woord
  • Isabelle d'Or Clochitement: nar, Vrouwe des Elven
  • Adeline van Avalon: nar, Vrouwe van het Meer
  • Bertrand du Geus: minstreel, Heer van het Penseel

Wereld

Voor meer informatie over de wereld: kijk hier

Verhaal

§1. Het eerste raadsel

Tussen de witte kliffen van Albion lag een klein plekje waar je van de onmetelijke oceaan kon genieten zonder last te hebben van de wind of de golven. De Merlijn Taliesin kwam vaak naar deze plek om na te denken, maar vandaag was hij om andere rede het pad afgedwaald.

Vanochtend had hij een sterk spoor van magie gevoeld. Hij herkende de magische kracht waar, maar kon zo snel niet herinneren aan wie het toebehoorde en was daarom, na wat voorbereidingen te hebben getroffen, het spoor gevolgd naar dit punt.

Aanvankelijk had hij niets of niemand gevonden. Het spoor was in zee verdwenen wat hij op zijn minst vreemd vond. Er leefden geen wezens in de buurt die in deze ruwe oceaan wilde gaan zwemmen. Maar welk wezen in deze buurt wisselde tussen de oceaan en het vaste land?

De selkies leefden in het noorden, de kelpies in de moerassen. Nimfen en dergelijke waren nu ook niet bepaald dol op zout water en tot zover Taliesin wist, hadden zeemeerminnen doorgaans niet de magische krachten om zich om te toveren tot mensen.

Geïntrigeerd door dit raadsel ging de aartsmagiër zitten. Misschien kwam dit wezen nog terug.

Taliesin schrok wakker van het plotselinge geluid. Een heldere stem, zuiver als kristal, had hem uit zijn slaap gewekt. Wanneer was hij in slaap gevallen? Het deed er niet toe. Wie was er in de buurt?

‘Zouden we het in de Nieuwe Wereld moeten gaan zoeken?’ Hij herkende die stem, dat wist hij zeker. En dat magische spoor was hem ook zo vertrouwd, maar van wie was het in naam van de Godin?

‘Nee, het probleem ligt in de Oude Wereld. Wij zien hier iets over het hoofd, maar de vraag is wat,’ zei een andere vrouwenstem met een minstens net zo heldere klank, maar veel warmer. Als een edelsteen in de aarde, zo klonk ze.

Toen zag Taliesin twee paar handen aan de rots verschijnen. Voor hij kon reageren hadden twee jongedames zichzelf omhoog getrokken en zaten nu op dezelfde rand met hun rug naar hem toe. Ze knepen het water uit hun lange haren wat de Merlijn een vrij beeld gaf op hun blote zwarte ruggen en blanke schouders.

Dat was vreemd. Een soort zwemkleding misschien? Toen maakte een van de dames een beweging. In een flits zag Taliesin een grote vissenstaart voorbij komen. Zeemeerminnen!

Op dat moment kreeg het duo de tovenaar ook in het oog.

‘Ah Merlijn, fijn u weer te zien.’

Een jonge vrouw met een gebruinde huid en olijfgroene ogen keek hem vrolijk aan.

Haar bruine haar glansde koperkleurig in het licht van de middagzon en haar wipneus prijkte ondeugend wat omhoog. Haar roze lippen krulde zich in een meer dan aanstekelijke glimlach, maar het was dat sterke aura van de Oude Magie die de tovenaar verblufte.

Dat aura van lang verloren spreuken. Nee, van lang verloren kennis. Verloren en weer gevonden. Opgegraven, opgepoetst en weer in ere hersteld. Dat was deze jongedame. Een baken van kennis.

‘Het is inderdaad even geleden,’ zei de andere jongedame met een net zo bijzondere verschijning.

Ze had haar haren oorspronkelijk opgestoken gehad, maar de natheid had de spelden uit hun plaats getrokken. Nu stak ze die spelden in haar mond, toverde haar haren droog en probeerde weer iets van haar kapsel te maken. Haar gezicht was er een van pure verfijning.

Zijde, zo moest haar huid aanvoelen en haar dieprode lippen zagen er minstens even zacht uit. In contrast met die verfijning stonden die ebbenzwarte haren en ernstige ogen die verraadde dat deze jongedame niet een en al onschuld was. Ze straalde de kalmte uit die Taliesin van een wijze leider zou verwachten. Ervaring. Weten.

Met die gedachten schoot het de aartsmagiër ook weer te binnen waar hij dit tweetal van kende. Met een brede glimlach op zijn gezicht maakte hij een buiging.

‘Vrouwe Marije, vrouwe Reala. Dat ik het genoegen heb om u hier tegen te komen,’ zei de Merlijn.

‘Het genoegen is wederzijds, Merlijn,’ zei Marije.

§2. Een blije Merlijn

Kenniszoekers. Dat waren Marije en Reala. Wezens geboren uit pure Oude Magie, voortbestemd om hun hele leven lang kennis te verzamelen, te bewaren en eventueel nog uit te dragen.

In het begin der tijden waren er alleen maar kenniszoekers geweest, maar naarmate de Oude Wereld zichzelf steeds beter leerde kennen, verdwenen deze wezens steeds en steeds meer.

Maar ze werden niet zwakker. In tegendeel. Zij waren sterker dan ooit tevoren. Kenniszoekers waren niet langer meer gebonden aan de grens van hun krachten. Nu konden zij alles leren en alles weten als ze zich er maar voor inzetten.

Troubadours waren de ultieme kenniszoekers die zich niet alleen konden handhaven met de Oude Magie, maar ook nog eens met de Nieuwe Magie wat een compleet andere werking had. Een veel grilligere werking kon men wel zeggen.

Nee, de Merlijn Taliesin was niet meer dan in de wolken dat hij net twee troubadours tegen het lijf was gelopen en dan waren het nog eens de dochters van zijn oude leerling en toekomstige opvolger William, die nu in de Nieuwe Wereld zat. Nee, met de opleiding van deze twee dames zat het wel snor.

'Wat brengt u naar de Witte Kliffen als ik vragen mag?' zei Taliesin.

'Het Caniòn Auga,' antwoordde Reala. 'Marije en ik zijn wat...een halve eeuw geleden...aan de queeste begonnen om in het bezit te komen van de kennis over deze magie.'

'Maar momenteel raken onze theoriën over hoe wij het Canciòn Auga kunnen bemachtigen kant nog wal en lijkt onze queeste in het water te vallen,' zei Marije. Ze glimlachte speels, maar haar ogen waren ernstig.

'Ik meen mij te herinneren dat jullie moeders de geheimen van deze kracht al wel ontrafeld hebben,' dacht Taliesin hardop terwijl hij over zijn lange witte baard streek.

'Ja, maar deze kennis verkrijg je door middel van ervaring. Daarbij vinden onze moeders dat wij zelf in staat moeten zijn om het geheim van het Canciòn Auga te ontrafelen,' vertelde Reala met een zucht.

Ze draaide zich om en nam weer een menselijke gedaante aan, een truc waar doorgaans een spreuk voor nodig was, maar zij en haar zus hadden geleerd om haar magie met hun gedachten te beheersen. Daar waar de Oude Magie dat toeliet tenminste.

'Maar als u al een eeuw bezig bent, dan heeft u toch al vele dingen ontdekt lijkt me,' viste de Merlijn nieuwsgierig.

Hij wist dat hij zich met deze opmerking op dun ijs bevond. Kenniszoekers waren veel minder geutig met het doorgeven van kennis als met het verzamelen ervan.

Ze konden je zelfs stevig vervloeken als je naar dingen liep te vragen die ze niet vrij wilden geven, maar Taliesin meende dat hij als de Merlijn, alias: de aartsmagiër van de Oude Wereld, misschien wel een klein kansje had om meer te weten te komen. Daarbij kende hij het geheim van het Canciòn Auga.

'Zullen we dan maar een hulplijntje inschakelen?' vroeg Marije aan Reala.

'Doe maar. Onze laatste vier plannen zijn al op de klippen gelopen.'

'Wat zegt u er van, Merlijn? Ons verhaal in ruil voor het uwe,' opperde Marije. Taliesin begon te lachen.

'Dat kan ik niet doen, vrouwe. We hebben gezworen te zwijgen, maar ik kan u terug op het juiste spoor zetten als u dat wenst,' zei de Merlijn. 'En mijn hut aanbieden als uw tijdelijk onderkomen.'

'Dan doen we dat maar,' zuchtte Marije en ook zij toverde zich weer om in menselijke gedaante.

§3. Het tweede raadsel

Onder het genot van wat warme appelpartjes op een vers brood vertelden de twee kenniszoekers hun verhaal aan de Merlijn. Toen ze een eeuw of vijftien oud waren, had Adeline, de moeder van Reala, hen meegenomen naar Atlantis.

De twee (relatief) jonge kenniszoekers hadden de verzonken stad kunnen bereiken door middel van een spreuk, maar Adeline was in het bezit van het Canciòn Auga en kon zich daardoor in een zeemeermin veranderen.

Het was een meer dan handige kracht om te beheersen, omdat het Adeline toestond om niet alleen in alle mogelijke waterwezens te veranderen, maar ook met hen allemaal (tegelijkertijd) te kunnen communiceren. Daarbij zaten er een paar krachtige spreuken bij het Canciòn Auga die meer dan verleidelijk waren voor een kenniszoeker.

Het was voornamelijk Marije die het woord voerde, en naarmate de tijd vorderde werd het verslag dat ze deden een waar verhaal. De vrouw met de groene ogen had niet langer kunnen blijven zitten en stond nu in de kleine kamer van Taliesin waar ze haar magie opriep om haar verhaal visueel te ondersteunen.

De Merlijn keek er naar met een glimlach. Nee, een verslag van zaken was nooit goed genoeg geweest voor de Vrouwe van het Verhaal. Daar moest spanning en sensatie bij, een vleugje mysterie en een doos vol emotie.

Fictie en werkelijkheid begonnen nu waarschijnlijk een beetje door elkaar te lopen, maar Taliesin meende dat hij er verder niet door belemmerd zou worden. Uiteindelijk bereikte Marije het einde van haar verhaal en ging ze weer zitten. Reala schudde glimlachend haar hoofd.

'Maar heeft u een hint voor ons, Merlijn? Om ons weer een beetje op het goede spoor te zetten?' vroeg Reala. De tovenaar dacht een moment diep na. Toen tikte hij met zijn staf tegen de tafel.

'Waar slaapt de kelpie?' vroeg hij.

'De kelpie?' vroegen de dames in koor.

'In de moerassen van de Schapeneilanden toch?' zei Marije.

'Ja, daar heb ik het soort nog een tijdje bestudeerd. Als ze willen slapen, graven ze zich in...,' zei Reala.

'Waar slaapt de kelpie? Dat is mijn hint, dames. En daarmee zullen jullie het moeten doen.'

'Redden we het voor vanavond nog om bij de Schapeneilanden te komen?' vroeg Reala aan haar zus.

'Als vogel wel. Valk? Nee, een arend is sneller. Als we even goed doorvliegen, moet het wel lukken. De luchtstroom is ons in het voordeel en ik kan de kelpies al lokaliseren in vogelvorm,' antwoordde Marije.

'Je moet me dat toch eens leren. Totaal verschillende soorten magie tegelijkertijd kunnen gebruiken. Ik krijg het maar niet voor elkaar,' zei Reala, terwijl de twee de hut uitliepen.

Taliesin volgde hen naar de kleine open plek die voor zijn hutje lag. Daar veranderde de twee kenniszoekers is grote, sterke arenden en vlogen zo de lucht in.

§4. Op weg

'Dus, kelpies?' zei Marije al vliegende over het groene Albion.

Het centrale eiland van de Oude Wereld schoot onder hun vleugels voorbij. Af en toe kwamen ze kleine nederzettingen tegen, hier en daar lag een grotere stad, maar het meerendeel was en bleef oeroude wouden waar een verscheidenheid aan magische wezens leefden.

Albion had dan nog geluk dat ze het tammere gedeelte van deze wezens hadden. Logres leek in dat opzicht veel op Albion, maar daar waren de ontmoetingen tussen onvoorzichtige lieden en mythische wezens een stuk dodelijker. De Schapeneilanden lagen ten noorden van Albion en behoorden nog tot dat koninkrijk. 

'Magische waterpaarden die hun berijder mee de diepte in trekken en verdrinken, mogelijk opeten volgens sommige legendes,' antwoordde Reala.

Ze vloog een kleine stukje voor haar zus om die wat respijt te gunnen. Vliegen was niet Marije's favoriete bezigheid. Liever stond ze met beide benen op de grond. Reala daarentegen ging zelf op regelmatige basis de lucht in en dan ook nog eens voor lange reizen, meestal als zwaan.

'Dat weet ik,' zei Marije. 'Ik ken er genoeg verhalen over en we waren er een jaar of dertig geleden om ze te bestuderen. Toen ging een van de kelpies er net vandoor het stamhoofd daar, weet je nog?'

'Ja, maar wat Merlijn zei. Ik bedenk me nu dat ik nog nooit een kelpie heb zien rusten, alleen maar zien jagen of grazen. Zouden we zo dingen bij meerdere dieren over het hoofd hebben gezien? Dat we meenden dat we het allemaal wel wisten,' vroeg Reala ernstig.

'In dat geval valt er alleen nog maar meer te ontdekken,' zei Marije lachend. 'Waar zou een kelpie slapen? Onder water of zouden ze gewoon tussen een normale kudde paarden gaan staan?'

Onder hen was steeds meer water te zien. Groene wouden maakte plaats voor drassige moerassen, stroompjes maakten ruimte voor rivieren en uiteindelijk vlogen ze, na een paar uur, boven de zoute zee die de Schapeneilanden van elkaar scheidde.

De twee kenniszoekers streken neer op het eiland waar ze de laatste keer waren geweest toen ze de kelpie hadden bestudeerd. Van Reala's gezicht was nog steeds het ongenoegen af te lezen dat ze zoiets simpels over het hoofd hadden kunnen zien, maar Marije was meteen al weer druk in de weer. 

De zon was echter al onder de horizon gezakt en het laatste licht werd uit de wereld getrokken als water door een spons. De schemering was wel het tijdstip dat de kelpies het meest actief waren, maar zelfs daar werd het al te donker voor.

Marije en Reala besloten dat het genoeg was voor de nacht en liepen naar het dorpje verderop toe. Een kleine herberg bood hun onderdak voor de nacht en een warme maaltijd. Het dorp was de twee kenniszoekers nog niet vergeten en ze werden meer dan warm verwelkomd.

Het was in ieder geval een mooie kans om te informeren naar de huidige stand van zaken. Er dwaalden nog steeds kelpies rond in de omgeving. Dankzij het onderzoek van Marije en Reala eerder wist de bevolking echter nu dat ze deze mythische wezens beter met rust konden laten en vooral om ze niet te berijden.

De kelpies leefden nu meer in afzondering en daar hield de kennis van de lokale bevolking op.

'Er is echter nog één hele eigenwijze kelpie die hier iedere volle maan door het dorp paradeert op het moment dat de avonddienst van de kerk uit is. Een ebbenzwart paard met gouden tuig. Toen we het probeerde weg te jagen, viel hij ons aan, maar als je het verder negeert, loopt hij aan het einde van de middag weer rustig verder. Duivelsbeest,' vertelde de herbergier.

Marije keek bedenkelijk naar haar zusje. Het was nog lang geen volle maan. Niet dat ze ontzettend veel haast hadden, maar ze was gewoon nieuwsgierig en om nu met tijd en toekomstvisioenen te gaan prutsen voor dit...

'Als we nu eens helemaal opnieuw beginnen?' opperde Reala. 'We moeten beter leren waarnemen. Niet kijken, maar waarnemen.'

Marije knikte instemmend. Hoeveel was hun eerder opgedane kennis nog waard? Niet alleen betreffende de kelpies, maar ook over de honderden andere dieren die ze bestudeerd hadden. Hoe erg waren ze de mist in gegaan en hoeveel was hun huidige kennis nog waard?

De belangrijkste vraag was nu echter hoe ze het beter aan konden pakken.

'Het Faundinium,' zei Marije. 'We volgen Chirons pad.'

§6. Chirons pad

Van alle kenniszoeker was Chiron de oudste die nog in leven was. Hij stond bekend als de Koning der Centauren en had voornamelijk veel betekend op het gebied van de medische wetenschap. Daarnaast had hij de complete flora en fauna van de Oude Wereld opgeschreven in het Faundinium en Florarium.

Deze machtige, praktische alwetende centaur was een ware troubadour die al eeuwen over de jongere generaties kenniszoekers waakten met zijn wijsheid. Ergens was hij ook hun koning, maar van een rijk was nooit sprake geweest.

Reala meende eerst dat haar zus in het Faundinium wilde afkijken voor informatie over de kelpie, maar Marije lachte de zorg weg.

'Nee joh,' zei ze, haar ogen fonkelend van enthousiasme en misschien een beetje van het bier. 'We schrijven ons eigen Faundinium, maar gebruiken dat van Chiron als leidraad.'

'Het Faundinium was nog niet helemaal compleet,' mompelde Reala. 'Tenminste niet op het punt van magisch magnetische en de uitwerking van velden op de omgeving.'

'Chiron is een machtige kenniszoeker, maar hij is altijd meer gericht geweest op het wereldsche dan het magische. Dat valt dan weer meer in ons straatje,' ging Reala door. Op een tevoorschijn getoverd blad maakte ze een paar aantekeningen waar ze allemaal op moesten letten.

'Ja, maar waarom zouden we het laten bij de wezens met betrekking op het Canciòn Auga? Je hebt ook nog de Canciòns Chamas, Ceo en Chan. We hebben ons lang genoeg als een stel minstreels voorgedaan. Het wordt tijd dat we als echte troubadours tevoren treden en kronieken gaan schrijven,' zei Marije vrolijk.

'Ja, zeg eens Nemiah Streminel, vergeet niet dat je de uitgever nog drie boeken van je serie beloofd hebt. Romans, geen informatieboeken,' zei Reala op plagerige toon. Marije stak vrolijk haar toon uit.

De twee kenniszoekers verdiende wat bij onder het pseudoniem Nemiah Streminel, een geprezen schrijfster in zowel de Oude Wereld als de Nieuwe Wereld. Marije was degene die het meeste boeken schreef, maar Reala hielp haar regelmatig of gaf van tijd tot tijd een eigen verhaal uit.

'Ach, het zal niet de eerste keer wezen dat ik wat tijd manipuleer om mijn deadlines te halen,' zei Marije met een knipoog. 'Maar stel je eens voor dat wij de geheimen van alle vier de Canciòns ontdekken. Volgens mij heeft niemand dat ooit klaargespeeld. Wie weet wat we vinden!'

'Ik wed dat er zelfs meer dan vier Canciòns zijn. Canciòns waar iedereen altijd overheen kijkt. Het Canciòn Auga geeft ons algemene macht over het water, maar dat is maar algemeen. Hoe preciezer en nauwkeuriger een spreuk is, hoe krachtiger ze wordt,' zei Reala die nu ook enthousiast begon te worden.

In haar handen liet ze een bol magie energiek stralen. De macht die ze zou hebben als ze de geheimen van de Canciòns wist. Die informatie zou de deuren openen naar nog veel meer kennis. Welke vergeten wijsheid zouden ze weer kunnen opgraven?

En dan kwam het mooiste gedeelte: de afweging maken tussen wat de wereld mocht weten en welke geheimen zij moesten blijven dragen. Reala glunderde nu van oor tot oor. Naast haar zat Marije die er niet minder vrolijk bij zat. Vergeet de afgelopen eeuw. Ze zouden gewoon opnieuw beginnen, want waarom ook niet? Ze waren immers onsterfelijk.

§7. Een helse trompet

De volgende dag waren de twee kenniszoekers al vroeg opgestaan om zoveel mogelijk uit hun dag te halen. Zij hadden hun onderzoek omgedoopt tot de Queeste voor de Canciòns en wilde vandaag naar Logres gaan om Chiron om raad te vragen.

Ditmaal hadden Reala en Marije zich in twee zwanen veranderd. De kale Schapeneilanden en koele zee onder hen maakte ruimte voor donkere, dichte wouden. Zij die hun ogen goed de kost gaven, konden soms paleizen tussen de bomen ontdekken. Elvenhoven. Machtig, maar teruggetrokken. Zij hadden hun eigen agenda en wilde maar weinig met de rest van de wereld te maken hebben.

De twee kenniszoekers bogen af naar het zuiden. Een kleine stad gelegen op een eenzame berg doorkliefte het landschap. Op de hoogste toren van de burcht prijkte een windwijzer in de vorm van een beer. De Stad der Berinnen. Dit was het gebied van hun oom Mordu, de Heer van de Zwarte Wouden.

Slecht weer dwong Marije en Reala om om te vliegen. Zij moesten nu over Kells heen. Tussen de vele fruitbomen lagen allemaal kloostertjes en een paar gigantische paleizen. Hun aandacht werd echter getrokken door de tonen van een bijzonder valse trompet.

'Dat instrument moet wel recht uit de hellevuren komen dat we het hier kunnen horen,' zei Reala.

'Ik ruik een verhaal,' zei Marije en ze begon al aan de afdaling. Reala draaide nog een rondje boven de wolken voor ze haar zus maar naar beneden volgde. Een aantal honderd meter lager herkende Reala het gebied als het markiezaat van Karabas.

De beroemste inwoner van het markiezaat, de Gelaarsde Kat, was er ook en hij liep iets te roepen tegen degene die op de trompet speelde, maar hij werd genegeerd tot diens duidelijke frustratie.

'Dat is Reynaerde!' riep Marije naar Reala toe boven het lawaai van valse instrument uit en ze zetten de landing in en kwamen, op de niet al te elegante manier waarop zwanen landen, terug op de grond terecht.

Aanvankelijk waren de twee dieren te zeer verdiept in hun ruzie om de twee zwanen op te merken, maar Marije en Reala kregen de aandacht toen ze weer terug naar mensen veranderden.

Geschrokken nam de Gelaarsde Kat gelijk zijn hoed af en maakte een diepe buiging. Reynaerde volgde zijn voorbeeld en duwde daarbij zijn hoed in het gezicht van de Kat waardoor de twee bijna weer begonnen te kibbelen, maar de Kat wist zich nog in te houden.

'Vrouwe Marije en Vrouwe...u herken u als de Zwanenzangeres, Vrouwe, maar uw naam is mij tot grote spijt even ontschoten,' zei hij voorzichtig, terwijl hij Reynearde scherp in de gaten hield vanuit zijn ooghoeken. 

'Reala,' antwoordde de kenniszoeker terughoudend.

'Ah, de helderste ster in het sterrenbeeld zwaan is naar u vernoemd, zie ik,' zei Reynaerde op vleiende toon. Reala rolde met haar ogen.

'Heeft het hels kabaal dat deze vos veroorzaakte u doen afwijken van reis?' vroeg de Gelaarsde Kat nog altijd geknield op de grond. 

'Dat trok inderdaad onze aandacht,' zei Marije. Ze pakte de Kat bij de poot en trok hem met zachte hand overeind. Reynaerde was zo even geleden al opgestaan en streek nu de plooien in zijn tuniek recht, terwijl hij zwoele blikken naar Reala wierp.

'Dan zou ik graag willen opmerken dat de oorzaak van het lawaai niemand minder dan de Gelaarsde Kat zelf was,' merkte Reynaerde fijntjes op.

'Excuse-moi?!' zei de Gelaarsde Kat, maar hij slikte zijn frustratie snel in. 'Vrouwe Kenniszoeker, vergeef ons de oorzaak van uw oponthoud te zijn. Laat mij u een verfrissing aanbieden op het kasteel van mijn meester de markies alvorens u verder reist en ik deze vos weer op zijn plaats zet.'

'Ik zou liever eerst het verhaal achter deze discussie horen,' zei Marije met een knipoog.

'Maar dat mag wel onder het genot van een schoteltje melk,' voegde Reala toe die wel trek had in iets lekkers.

De Zilverzing

Covers

Voor het verhaal en per hoofdstuk. P.S. Ja, de hoofdstukken zijn ook al geschreven. Ben nu bezig aan het derde hoofdstuk.

Andere personages