FantasyAnimalsFafiction wiki
Advertisement

Dit verhaal neemt deel aan de schrijfwedstrijd lente 2018.

PicsArt 07-05-05.10

Dit is de cover van Wild. Morgenpoot heeft hem gemaakt. Heel erg bedankt!

Kladversie

Gelieve dit niet te verwijderen tot je pagina is goedgekeurd

De herten en de paarden moeten hun krachten eerst leren beheersen.

Herten[]

Ze kunnen levenloze dingen zonder het aan te raken laten bewegen.

Lijst van de Herten[]

Leiders:

Lea is een zwart hert met zilverkleurige vlekken en een gouden gewei.

Lucius is een lichtbruin hert met een zilverkleurig gewei.

andere herten:

Maud is een jong zandkleurig hert met grijze vlekken en een wit gewei.

Kamila is een grijs hert met lichtbruine vlekken en een zandkleurig gewei.

Almar is een gouden hert met een zilverkleurig gewei.

Finn is een grijs hert met bruine vlekken en een gouden gewei.

Kim is een lichtgrijs hert met donkergrijze en witte vlekken en een zwart gewei.

Kairo is een zandkleurig hert met roodbruine vlekken en een grijs gewei.

Kalfjes:

Emma is een zandkleurig hert met een lichtgrijs gewei.

Hakan is een donkergrijs hert met een gouden gewei.

Lars is een lichtbruin hert met een zandkleurig gewei.

Wilde paarden[]

Ze hebben bliksemkracht.

Lijst van Wilde paarden[]

Dit is Misa

Dit is Misa

Alfapaarden:

Dit is Stella

Dit is Stella

Amaya is een prachtig gitzwart paard met zilveren manen.

Fotot van Misa en Stella

Dit zijn Misa en Stella samen

Alain is een lichtbruin paard met donkerbruine manen.

De andere paarden:

Fabian is een wit paard met zwarte manen.

Fenne is een grijs paard met witte spikkels en zwarte manen.

Hania is een prachtig lichtbruin paard met witte manen.

Luka is een zwart paard met roodbruine manen.

Kiara is een grijs paard met lichtbruine manen.

Aurum is een gouden paard met prachtige grijze vlekken.

Chloë is een prachtig wit paard met gouden vlekken op haar flanken en voorhoofd en zilveren manen.

Veulens:

Misa is een roodbruin paard met grijze manen.

Stella is een lichtbruin paard met grijze vlekjes en wit-grijze manen.

Hoofdstuk 1[]

Misa keek om zich heen. Zij en Stella deden verstoppertje en Misa was aan het rondkijken waar ze zat. Misa meende een glimp van bruine vacht te zien. Ze sloop naar de plek waar ze de vacht dacht gezien te hebben. Voordat ze daar aankwam hoorde ze dat Stella buut vrij riep. Ze draaide zich om en liep naar haar vriendin toe. Stella was heel goed in dit soort spelletjes. Ze kon je altijd misleiden en was zo stil dat zelfs een uil haar niet zou kunnen horen. Toen kwam Amaya uit de struiken gestapt. "Kom we gaan," zegt ze. Misa loopt achter Amaya aan. Stella volgt haar. Toen ze bij de kudde aankwamen liep Misa naar haar vader Luka. Haar moeder was een paar weken geleden overleden. Stella liep met haar mee omdat haar moeder Hania daar ook stond. Stella's vader was uit de kudde gezet toen hij probeerde Alain te verslaan. De kudde begon te draven. Misa draafde naast haar vader voort. "Waar gaan we heen?" vraagt Misa. "We gaan naar de drinkplaats," antwoordt Fenne die haar vraag had gehoord. "Oke," zegt Misa. Ze draven zwijgend voort tot ze bij de drinkplaats komen. Misa loopt naar voren met Stella. Ze stopt aan de oever van het meer. In de verte ziet ze een aantal herten lopen. Ze zou het heel leuk vinden kennis te maken met hen. Naast haar buigen verschillende paarden hun hoofden om wat te drinken. Misa besluit ook maar te drinken anders heeft ze nog niks gedronken als ze vertrekken. Ze brengt haar hoofd omlaag en drinkt wat van het water. Daarna loopt ze weg bij de rand en gaat ze kijken waar Stella gebleven is. Ze ziet haar staan. Ze kijkt toe bij een bevalling. Misa komt dichterbij. Ze ziet dat Fenne zwaar hijgt, maar niemand kan haar helpen. Dit moet ze alleen doen. Er valt een lichaam op de grond. Misa bijt het vlies door. Fenne hijgt nog steeds. Krijgt ze een tweeling? denkt Misa verbaasd. Er valt nog een lichaam in het gras. Stella schiet ernaar toe en bijt het vlies door. Misa kijkt naar het andere veulen. Ze ziet dat het al staat te drinken. Ze bekijkt het veulen van top tot teen. Ze is grijs met witte manen. Het andere veulen is zilverkleurig met zwarte manen. Het staat net wankel op en loopt naar Fenne's buik. Misa laat hen alleen. "Kom, dan gaan we iets leuks doen," roept Misa naar Stella. Stella komt aangedraaft. Ze maakt gekke bokkensprongen. Stella draaft haar voorbij. Misa vond het ook wel eens leuk om lekker gek te doen. Samen met Stella maakten ze de raarste bokkensprongen. Na een paar minuten valt Misa hijgend op de grond. Stella zit echter nog vol energie. Ze draaft om haar heen. Misa staat op en loopt terug naar de kudde. De kudde vertrekt net en Misa rent er achteraan. Stella past haar tempo aan Misa aan en zo draven ze naast elkaar achter de kudde aan. Ze rennen om het meer heen. Waarom? denkt Misa. Maar de gedachte aan een nieuw avontuur verdrijft de vraag. Ze is daar nog nooit geweest. Met nieuwe energie rent Misa voort. Stella moest iets harder rennen om haar bij te houden. Ze zag dat de kudde stopte op een paar meter afstand van de herten die ze had gezien toen ze op de oever stond. Misa wurmt zich naar voren om te weten wat er gebeurt. Ze ziet dat haar leiders Amaya en Alain aan het praten zijn met twee herten. Ze vangt de woorden Lea en Lucius op. Dit moeten de leiders zijn van de herten beseft Misa. Ze speurt de omgeving af. In de verte ziet ze drie figuurtjes snel naderen. Als ze dichterbij komen ziet Misa dat ze ongeveer even oud als haar zijn. Ze merkt dat het vrouwtje in het gezelschap iets groter is dan de jongens. Ze lopen naar hun leiders en praten even met hen. Dan komen ze naar haar en Stella toe. "Hallo ik ben Emma, dat is Hakan en dat is Lars," stelt Emma haar en de jongens voor. "Ik ben Misa en dat is mijn vriendin Stella," zegt Misa. Dan hoort ze dat iemand op hen af probeert te sluipen. Misa draait zich met een ruk om. Ze ziet dat het de jongen van Fenne zijn. De jongen snuift kwaad dat hij hen niet had kunnen laten schrikken. "Wij zijn Takara en Juwan," stelt Takara haar en haar broer voor. "Wij zijn Stella en Misa en zij zijn Emma, Hakan en Lars," zegt Stella. Misa draait zich weer om naar de herten. "Zullen we een spelletje doen?" vraagt Misa. "Dat is goed," zegt Hakan. "Misschien tikkertje," stelt Takara verlegen voor. "Dat is een goed idee," zegt Stella. "Ik ben ze wel," zegt Juwan. "Oke," zegt Emma. Misa rent weg van Juwan. Stella dendert achter haar aan. Misa luistert of ze Juwan hoort naderen. Maar ze hoort hem niet. Ze staat stil en draait zich om. Ze ziet dat Juwan achter Stella aanzit. Dan ziet ze een auto naderen. "Stella! Juwan pas op!" schreeuwt Misa zo hard als ze kan. Juwan en Stella rennen naar de kudde. Maar dan komt de auto haar kant op. Misa rent hard weg. De auto blokkeert de weg naar de kudde. Dan flitst er een bliksemschicht door de lucht. Hij raakt de auto en de auto valt om. Misa rent alsof haar leven ervan afhangt naar de kudde. Ze zigzagt door de kudde heen. Ze rent naar haar vader. Ze drukt zich angstig tegen hem aan. "Rustig maar, het gevaar is geweken," zegt Luka. Misa voelt zich gerustgesteld door haar vaders woorden. Dan komt er een vraag in haar hoofd op. Waar kwam die bliksemschicht vandaan? "Vader, er was een bliksemschicht. Waar kwam die vandaan?" vraagt Misa. "Wij zijn niet zoals andere paarden. Wij kunnen bliksemschichten afvuren. Elk paard heeft een eigen beweging waardoor hij of zij een bliksemschicht afvuurt. Elk paard moet die beweging zien te ontdekken en te leren de bliksem te beheersen," zegt haar vader. Misa's hoofd tolt van de informatie. "Wat gebeurt er als iemand een bliksemschicht afvuurt terwijl hij nog niet klaar is?" vraagt Misa. Er trekt een zweem verdriet over Luka's hoofd. "Dan kan het zijn dat er iemand doodgaat," zegt haar vader verdrietig. Misa had de link gelegd. "Is mama gestorven om die reden," zegt Misa. "Ja, ze was Kiara aan het trainen, maar er ging iets mis," zegt haar vader. "Wat erg," stamelt Misa. Dan komt Stella op haar af en vraagt bezorgd hoe het gaat. Maar het drong nauwelijks tot haar door. Ze was te erg in shock. Stella geeft haar een duwtje. Ze geeft geen krimp. "Misa," zegt Stella. "Ga weg," zegt Misa fel. Stella stapt geschrokken achteruit en loopt dan gekwetst en verdrietig weg. Dan barst ze in huilen uit. Haar vader drukt zich kalmerend tegen haar aan. Ze laat zich troosten door zijn warmte. Dan begint de kudde te galopperen. Misa galoppeert nietsziend naast haar vader voort. Ze zou gewoon door gegaloppeert zijn als haar vader haar niet tegen had gehouden toe de kudde stopte. Ze zakt neer op de grond en valt ter plekke in slaap.

Hoofdstuk 2[]

Misa wordt wakker. Ze kan weer helder nadenken en heeft spijt van hoe ze tegen Stella deed. Ze staat op en gaat op zoek naar Stella. Ze ziet haar bij haar moeder Hania staan. Misa komt voorzichtig dichterbij niet wetend hoe Stella zou reageren. Als ze bij hen staat draait Stella zich om naar haar. "Het het spijt me van gisteren," hakkelt ze, "Het ging over mijn moeder. Ze had niet mogen sterven." "Hoezo niet?" vraagt Stella nog steeds een beetje afstandelijk. "Het was een ongeluk. Onze kudde kan bliksemschichten afvuren, maar ze moeten het eerst leren beheersen. Mijn moeder ging Kiara trainen, maar er ging iets mis en mijn moeder ging dood," vertelt Misa verdrietig. "Het is al goed en het is heel erg wat er met je moeder is gebeurd," zegt Stella meelevend, "Hoe heet ze eigenlijk?" "Weet ik niet," zegt Misa. Nu beseft ze pas hoe stom het is dat zij dat niet weet. "Je moeder heet Darinde," zegt Hania. "Darinde," fluistert Misa. "Kom dan gaan we kijken wat Takara en Juwan aan het doen zijn," zegt Stella in een poging haar af te leiden. Misa knikt. Ze loopt met Stella mee naar de veulens. Na een tijdje stappen ziet ze hen gras eten bij hun moeder. "Hoi, zin om te spelen?" vraagt Misa. Net op dat moment rent de kudde weg van waar ze staan. Misa ruikt hun angstgeuren en rent snel als de wind met hen mee. Dan veranderen ze van richting. Misa ziet hekken voor haar opdoemen. Ze zwenkt opzij. Ze rent zo snel als haar benen kunnen in de richting van het bos. Haar weg wordt verspert door een mens. Woede maakt haar sterker en ze zou het mens geramt hebben als het niet weg was gesprongen. In volle vaart rent ze het bos in. Ze neemt de weg naar het meer en gaat erom heen. Ze gaat op zoek naar de herten. Een eindje verder op ziet ze Emma staan. Misa rent op haar af. "Wat is er?" vraagt Emma angstig als ze bij haar staat. "Er waren mensen en en mijn mijn kudde vluchtte. Angstgeur," stamelde Misa geschokt. "Rustig maar," zegt Emma. Misa liet zich meetronen naar Lea en Lucius. "Volgens mij zijn de paarden gevangen in de kraal," verklaart Emma als Lea vragend kijkt. "Wat is een kraal?" vraagt Misa die iets gekalmeerd is. "Dat is zeg maar een stuk gras waar ze een houten omheining omheen hebben gezet," antwoordt Lucius. "Is het gevaarlijk?" vraagt Misa. "Nee, maar de mensen zullen niet blij zijn dat jij bent ontsnapt. Veulens die het voor de eerste keer meemaken krijgen iets op hun flank gedrukt en dat doet veel pijn," zegt Lea. "Dan ben ik blij dat ik niet in die kraal zit," mompelt Misa. Ineens spitst Lea haar oren. 'Mensen," mompelt ze. Misa hoort de angst in haar stem. "Ze zoeken jou," zegt Lucius. "Kom mee," zegt Lea. Ze rent het bos in met Lucius, Emma en Misa op haar hielen. Toen de groep Lea en Lucius zag rennen sloten ze zich aan. Misa rent door het bos met de herten. Ze merkt dat de herten sneller zijn dan haar. Misa galoppeert door. Ze wist dat ze niet eeuwig konden rennen en ze hoorde de stemmen van de mensen achter haar. Ze spurt naar Lea. "Vlucht en laat mij alleen. Ze moeten mij hebben niet jullie," zegt Misa. "Nee, je bent veiliger bij ons," zegt Lea. Misa weet er niks tegen in te brengen en ze zakt weer achter Lea. Tot haar schrik hoort ze het geluid van motors. Ze wist dat die heel snel zijn. Waarom zijn ze er zo op gebrand om mij te pakken te krijgen? denkt Misa in paniek. Ze voelt dat ze uitgeput raakt. Toch dwingt ze zichzelf verder te rennen. Ze rent weer naar Lea. "Laat me gewoon alleen," zegt Misa, "Zonder mij zijn jullie veilig." "Nee," zegt Lea standvastig. Misa trekt een spurt en rent voor Lea uit. "Misa nee!" roept Lea, maar Misa luistert niet en rent gewoon door. In de verte ziet ze huizen opdoemen. Dan moet het maar denkt ze. Ze rent de tussen de huizen door. Ze galoppeert door kleine steegjes en tuinen. Nog steeds hoort ze het geluid van de motors. Mij krijgen ze niet denkt Misa vastberaden. Ze zwenkt naar een tuin en vertrapt de bloemetjes. Ze ziet mensen angstig naar haar kijken. Er komt een man naar buiten die ze zonder pardon omver loopt. Ze sjeest door het dorp. In de verte ziet ze bos opdoemen. Ze rent nog harder om zo snel mogelijk daar te zijn. Ze bereikt de bomen en rent het bos in. Ze rent naar links en laat voorbijkomende wandelaars schrikken. Ze springt over een beekje en racet verder. Ze hoort de motors niet meer, maar toch rent ze verder. Ze wil er zeker van zijn dat ze haar niet meer volgen. Na een paar minuten zakt ze uitgeput op de grond. Dan komt er een meisje tussen de bomen uit. Misa schrikt en wil wegrennen, maar ze heeft de kracht niet meer. Ze kijkt alleen dreigend naar het meisje. Het meisje komt dichterbij. Ze ziet dat ze niet zo groot is. Het meisje is net zo hoog als haar benen schat ze. Ze draagt een T-shirt en een kort broekje. Ook heeft ze dichte schoenen aan. Ze heeft vlammend oranje krullend haar dat op haar schouders valt en blauwe ogen. Het meisje steekt haar hand uit. Misa trekt haar hoofd terug en legt haar oren plat in haar nek. Het meisje trekt glimlachend haar hand terug. Het meisje gaat op een paar meter afstand zitten. Ze had een stoffen ding bij en ze tovert er een appel uit tevoorschijn. Het meisje biedt haar de appel aan. Misa vraagt zich niet af waar ze die appel vandaan heeft. Ze pakt voorzichtig de appel aan. Misa eet hem op. Het meisje legt haar rugzak tegen een boomstam en gaat liggen. Het begon al donker te worden. Moet ze niet naar huis denkt Misa of is ze weggelopen? Waar ze ook vandaan kwam ze voelde zich getroost door haar aanwezigheid. Misa dommelde in.

Hoofdstuk 3[]

Misa moest even bedenken waar ze was. In het bos, herinnert ze zich. Ze keek of het meisje er nog was. Ze lag te slapen op precies dezelfde plek als toen Misa in slaap viel. Misa wist niet wat ze moest doen. Ze wilde dit meisje niet achterlaten. Ze weet dat er vossen wonen. Terwijl ze aan het twijfelen is wordt het meisje wakker. Het meisje is zichtbaar verbaasd dat ze er nog is. Het meisje loopt voorzichtig op haar af. Op een meter afstand blijft ze staan. Het meisje steekt haar hand uit. Misa twijfelt even maar snuffelt dan even aan de hand van het meisje. Als ze een beweging maakt trekt Misa snel haar hoofd terug. Het meisje loopt dieper het bos in. Misa twijfelt nog steeds, maar besluit haar te volgen. Misa is alert op gevaar. Ze ruikt dat er een vos in de struiken voor haar zit. Misa galoppeert naar voren zodat ze het meisje kan beschermen. De vos springt uit de struiken en Misa steigert. De vos ziet kans haar in haar buik te bijten. Misa is woedend en schopt de vos over de struik heen. Ze had een bot horen kraken en wist dat hij niet meer terug zou komen. Dan pas voelt ze de pijn van de wond. Ze weet dat hij diep is. Misa kijkt het meisje hoopvol aan. Ze hoopt dat dit meisje haar kan helpen. Het meisje kijkt vertwijfelt heen en weer niet wetend wat ze moet doen. Misa besluit haar te helpen. Ze brengt haar hoofd omlaag en duwt haar neus onder de struik. Hebbes denkt ze als ze spinnenwebben voelt. Ze trekt haar neus terug en steekt hem uit naar het meisje. Ze hinnikt en gaat met haar snuit naar haar buikwond. Het meisje lijkt het te begrijpen en trekt een stuk spinnenweb eraf en duwt het onwennig op haar wond. Ze komt weer omhoog en duwt er nog een stukje op. Uiteindelijk is de wond helemaal verbonden. Het meisje pakt iets uit haar stoffen ding. Ze laat een vloeistof op haar hand vallen en wrijft het voorzichtig op de wond van Misa. Het prikt een beetje, maar Misa laat er niks van merken. Misa hoort in de buurt een beekje stromen. Ze duwt het meisje met haar neus in de richting waar ze heen wil. Het meisje begrijpt haar en zij aan zij lopen ze naar de beek. Misa drinkt wat, daarna neemt ze wat happen gras. Het meisje pakt weer iets uit dat stoffen ding en gaat ermee door het beekje. Daarna doet ze hem terug in het stoffen ding. Ze denkt terug aan Stella, haar vader en Lea die haar wilde helpen en Emma. Ze kon een traan niet onderdrukken. Ze keek naar het meisje ze zat roerloos op een steen aan de waterkant. Dan ineens pakt ze een stok en schrijft wat in het zand. Misa probeert te lezen wat er staat, maar kan alleen het eerste woord lezen. Astrid, zou ze Astrid heten denkt Misa. Misa pakt het stokje van de grond toen Astrid het liet vallen. Ze probeerde haar naam te schrijven. Astrid keek toe. "Misa," fluistert Astrid als ze klaar is. In Astrids ogen glom respect. Ze kwam dichterbij. Misa stond het toe, maar hield haar wel in de gaten. Astrid strekt haar hand uit en aait Misa zachtjes over haar neus. Misa geniet van het aaien. Dan trekt ze haar hand terug. Misa stampt met haar hoef op de grond. Dan ineens schiet er een bliksemschicht uit haar lichaam in de beek. Misa deinst geschrokken achteruit. Astrid kijkt haar met grote bange ogen aan. Misa is bang dat ze haar niet meer vertrouwd en bang is. Uiteindelijk aait Astrid haar voorzichtig over haar neus. "Wat was dat?" vraagt Astrid met een lieve stem. Misa pakt het stokje en schrijft op de grond wat ze van Luka weet. Astrid kijkt met verwonderde ogen naar wat ze schrijft. "Oke, samen zullen we trainen," zegt Astrid vastberaden. Misa vindt dat ze wel moet weten wat voor risico eraan hangt. Ze schrijft wat er met haar moeder is gebeurd. Astrid lijkt iets minder zeker, maar toch vastberaden haar te helpen. Ze weet dat ze Astrid kan vertrouwen. Dan voelt ze een pijnsteek door haar buik trekken. Haar buikwond begon pijn te doen. Hij is ontstoken beseft ze. Wat had Amaya ook al weer gezegd dat werkt bij ontstoken wonden? Goudsbloem! Ze snuift de lucht in op zoek naar een geurtje van het kruid. Ze ruikt dat het vlakbij is. Volgend op haar instinct loopt ze weg bij Astrid. Een paar meter verderop ziet ze goudsbloem staan. Misa blijft staan en hinnikt dat Astrid dichterbij moet komen. Ze komt op haar af. Misa brengt haar hoofd omlaag naar het kruid. "Wil je dat ik die plant pluk?" vraagt Astrid. Misa knikt. Astrid strekt haar hand uit en plukt wat blaadjes eraf. Ze brengt het voorzichtig aan op haar buik, maar meteen valt het eraf. "Ik ben zo terug," zegt Astrid. Ze rent naar een struik en voelt er met haar hand onder. Dan komt ze terug. Ze heeft wat spinnenwebben gepakt. Ze pakt de goudsbloemblaadjes en drukt die tegen haar buik. Dan duwt ze de spinnenwebben erover heen. De goudsbloemblaadjes vallen er niet af. Mensen zijn slimmer dan ik dacht. Dan spitst Misa haar oren. Ze had een geluid gehoord. Ze hoorde honden door de struiken lopen, tot haar schrik hoorde ze mensen roepen. Astrid had het ook gehoord. "Vertrouw me," fluistert ze. Astrid gooit haar been over haar rug en gaat op haar rug zitten. "Rennen," fluistert Astrid in haar oor. Misa galoppeert tussen de bomen door. Ze luistert goed of ze geluiden hoort van de mensen of de honden. Ze springt over een beekje en merkt dat Astrid soepel meebeweegt met haar lichaam. Misa stormt door. Ze hoort honden aan haar linkerkant en zwenkt naar rechts. In volle vaart rent ze door het bos. Dan staat er voor haar neus een mens. Ze ontwijkt hem en rent door. Misa zwenkt naar de richting van het dorp als ze mensen hoort aan haar linkerkant. Ze rent regelrecht tussen de huizen door over de stoep. Ze ontwijkt voetgangers. In de verte ziet ze een bos opdoemen. Misa is vol vreugde, maar tot haar schrik staat er ineens een auto. Misa rent in volle vaart op de auto af en met een geweldige sprong vliegt ze over de neus van de auto heen. Ze rent dieper het bos in en komt pas tot rust als ze het meer ziet. Ze luistert naar geluiden van de mensen en de honden, maar hoort hen niet meer. Voldaan stapt ze verder om het meer heen. Dan ineens staat er een vrachtwagen voor haar neus. Ze draait zich om en wil vluchten, maar ziet dat ze omsingelt is door auto's. Er is een opening tussen twee auto's en Misa galoppeert op de opening af. Dan komt er een auto te staan met een open klep. Misa zwenkt naar een andere richting en blijft in het midden dreigend om zich heen kijken. Astrid glijdt van haar rug af. Er stappen mensen op haar af. Misa legt haar oren plat in haar nek en zwiept waarschuwend met haar staart. De mensen geven er geen acht op en komen dichterbij. Misa rent nu woedend op de mensen af en ramt ze tegen de grond. Misa stapt terug naar Astrid. Ze kijkt triomfantelijk om zich heen. Laat ze maar dichterbij komen. We zullen wel eens zien wie hier wint. Ze staart dreigend naar de andere mensen die nog in hun auto's zitten. Er komt een vrouw naar buiten en houdt een raar ding vast. Ze richt het op Misa. Astrid springt voor haar. "Laat haar met rust!" snauwt ze naar de vrouw. "Maar Astrid, dat paard is gevaarlijk," zegt de vrouw. "Jullie jagen haar op, vind je het dan gek dat ze jullie aanvalt?" zegt Astrid woedend. "Maar," zegt de vrouw. "Niks maar, luister gewoon eens een keer. Dit paard doet zo door jullie en dan willen jullie haar vermoorden terwijl jullie zelf de oorzaak zijn van haar gedrag," zegt Astrid. De vrouw buigt gegeneerd haar hoofd. Astrid leidt Misa langs de auto's naar het bos. "Je bent vrij," zegt Astrid. Misa duwt haar neus tegen Astrid aan. Gaat ze me nu verlaten? denkt ze verdrietig. "Ik kan niet mee," het kostte Astrid moeite de woorden te zeggen, "Ik ga naar huis." Misa pakt een stokje tussen haar tanden en schrijft: Ik wil je laten zien waar ik woon, zodat je me elke dag op kunt zoeken. Astrid knikt dat ze meegaat. Misa leidt Astrid om het meer heen. Ze ziet Lea met haar kudde aan de rand staan. Toen Lea haar in het oog kreeg was ze heel blij. Ze kwam snel op haar af. Toen viel haar oog op Astrid. 'Wie heb je meegebracht?" vraagt Lea angstig. "Astrid en ze is heel aardig hoor. Ze heeft me geholpen, anders was ik nu dood," zegt Misa fel. Lea zet geschrokken een pas terug. Misa loopt langs Lea. Ze wenkt Astrid met haar staart. Astrid komt dichterbij. Astrid klimt op haar rug. Samen galopperen ze door het bos naar Misa's kudde. Stella is de eerste die haar in het oog krijgt. "Ben je gewond?" vraagt Stella. Ze had Astrid al gezien, maar vroeg niet naar haar. "Alleen een buikwond," zegt Misa. Stella buigt haar hoofd om hem te zien. "Die ziet er diep uit. Kom dan gaan we naar Amaya," zegt Stella. Misa loopt met Stella naar Amaya toe die hen vanaf een afstand gadesloeg. "Wie heb je bij je Misa?" vraagt Amaya met een blik op Astrid. "Een vriendin," zegt Misa. "Amaya ze heeft een diepe buikwond. Kun jij haar behandelen?" vraagt Stella. "Hij is al behandelt," zegt Amaya nadat ze de buikwond bekeken had. Misa ziet vanuit haar ooghoek haar vader aankomen. "Vader!" roept ze blij. Ze rent op hem af en drukt haar neus in zijn vacht. Misa trekt haar hoofd terug. Luka kijkt met een vragende blik naar Astrid. "Ik leg je het je dalijk uit," zegt Misa. Dan galoppeert ze haar vader voorbij. Ze maakt een ronde en rent terug naar de auto's. Daar aangekomen glijdt Astrid van haar rug. Astrid geeft haar een knuffel en belooft terug te komen. Dan rent ze terug naar de auto's. Misa draait zich om en galoppeert naar huis. Ik ben weer thuis denkt ze als ze bij de kudde aankomt. Ze legt alles uit aan haar vader en valt dan in slaap.

Hoofdstuk 4[]

Misa werd wakker en keek om zich heen. Ze stond op. Misa ging op zoek naar haar vriendin Stella. Ze zag haar staan bij haar moeder. Het viel haar op dat Hania er dikker uit ziet. Zou ze zwanger zijn? Toen Stella haar in het oog kreeg hupte ze vrolijk op haar af. "We krijgen een halfzusje of broertje," zegt Stella. "We?" vraagt Misa verbaasd. "Ja, Luka is de vader," zegt ze vrolijk, "En we gaan vandaag trainen." Misa vond het geweldig nieuws van Luka en Hania. "Wie gaat ons trainen?" vraagt Misa. "Aurum en Fabian," zegt Stella. "Oke," zegt Misa. Ze volgt Stella naar de twee hengsten die aan de rand van de kudde staan. "Kom we gaan," zegt Fabian. Misa en Stella volgen hen. Na een tijdje stoppen ze op een open plek. "Hebben jullie al iets geleerd?" vraagt Aurum. "Als ik met mijn hoef op de grond stamp vuur ik een bliksemschicht af," zegt Misa. "Oke, en jij Stella?" vraagt Aurum. "Ik weet nog niks," zegt Stella. "Goed, Fabian ga jij met Stella uitzoeken welke beweging ze moet gebruiken? Dan ga ik Misa helpen,"zegt Aurum. Fabian knikt. Hij neemt Stella mee naar de rand van de open plek. "Goed het belangrijkste is dat je bewust bent van waar je aan denkt. Anders kan het helemaal mis gaan," zegt Aurum. "Hoezo?" vraagt Misa. "Waar je aan denkt terwijl je de bliksemschicht afvuurt daar gaat hij ook heen. Dus als je aan mij denkt zal de bliksemschicht naar mij toegaan," zegt Aurum. "Oke," zegt Misa. Ze voelt zich zenuwachtig. "Denk maar aan het meer en probeer de bliksemschicht er heen te sturen," zegt Aurum. Misa knikt en denkt aan het meer. Ze tilt haar hoef op en stampt op de grond. Er flitst een bliksemschicht uit haar lichaam en vertrekt in de richting van het meer. "Goedzo," zegt Aurum. Ineens flitst er een bliksemschicht langs Misa heen. "Sorry," hoort ze Stella roepen. Fabian en Stella lopen naar hen toe. "Als ik mijn linkeroor naar achteren doe schiet er een bliksemschicht uit mijn lichaam," zegt Stella enthousiast. "Goed gedaan," zegt Misa. Ze is blij voor haar vriendin dat ze ook de juiste beweging heeft gevonden. "We gaan terug naar de kudde," zegt Fabian. Hij gaat hen voor door het struikgewas. Na een paar minuten komt de kudde in zicht. Tot haar schrik ziet ze dat Astrid daar staat. De kudde staat op het punt haar aan te vallen en Astrid zet bang een aantal stappen achteruit. Misa stormt naar voren om Astrid te beschermen. Ze komt voor Astrid te staan en houdt zo de kudde tegen. Alain komt naar voren en blijft voor Misa staan. "Wat heeft dit te betekenen?" vraagt hij boos. Misa weerstaat zijn blik zonder enige moeite. "Ze is een vriendin van mij en zou nooit enig paard pijn doen," sist Misa. Alain snoof verachtelijk en keerde haar de rug toe. Misa draait zich naar Astrid. Met grote ogen van angst keek ze naar Alain die boos met zijn staart zwiepend bij hen vandaan liep. Misa loopt voor Astrid uit, weg van de kudde. Op een twintig meter afstand van de kudde schrijft Misa in het zand wat ze hier komt doen. Astrid schrijft dat ze een vraag voor haar heeft. Wil jij met mij gaan trainen voor wedstrijden? Misa moet hier even over nadenken. Wat voor wedstrijden? schrijft Misa in het zand. Ik zal het je laten zien, want het is erg moeilijk om te beschrijven, schrijft Astrid. Oke, schrijft Misa. Ineens hoort ze hoeven over de grond dreunen. Misa draait zich met een ruk om. Alain stormt op Astrid af. Misa rent recht op Alain af en komt slippend voor hem tot stilstand. "Jij moet de kudde leiden. En je niet bemoeien met mijn zaken," briest ze recht in zijn gezicht. "Ze is een gevaar!" snauwt Alain woedend. "Dat is ze niet. Jij denkt aan mensen in het algemeen, maar dit is geen mens in het algemeen. Dit is een vriendin en dat heb je maar te leren!" snauwt Misa met vlammende ogen terug. Alain schrikt zichtbaar van haar toon. Misa komt pas weer tot bedaren als Alain afdruipt. Samen met Astrid loopt Misa het dorp in. Ze slaan af bij een groot hek waar hoeve boven staat. Misa kijkt haar ogen uit. Overal ziet ze paarden met mensen op hun rug door weien heen galopperen. Ze ziet ook een paard dat wel lijkt te dansen en ze ziet dat er paarden over hindernissen heen springen. Misa ziet dat er een man en een vrouw op haar af komen. "Hoi Astrid, wie heb je mee genomen?" vraagt de vrouw vriendelijk. "Misa, een wild paard," zegt Astrid. De vrouw knikt haar vriendelijk toe. Kennelijk verbaast het haar niks dat Astrid haar meegenomen heeft. De vrouw loopt achter hen aan. Astrid leidt Misa een schuur binnen. Ze pakt een raar ding. "Dit is een zadel," vertelt Astrid. "Niet zo snel Astrid. Ze moet eerst aan de longeerlijn om te wennen aan het halster," zegt de vrouw streng. "Dat is goed Hanna," zegt Astrid. Ze hangt het zadel terug en pakt een lang touw met een lus eraan. Hanna pakt waarschijnlijk het halster. Hanna wil het ding over haar hoofd doen, maar Misa schrikt. Hanna ziet het en brengt haar handen omlaag. Astrid ziet ook dat ze het eng vindt. Ze loopt op haar af. "Het is goed Misa. Het is niet eng," zegt Astrid geruststellend terwijl ze over haar neus aait. Hanna probeert haar weer het halster om te doen en gesterkt door Astrid laat ze het toe. Er wordt een ijzeren staafje in haar mond geschoven. Ze vindt het maar een raar gevoel en maakt rare bewegingen met haar mond. Hanna lacht: "Zo te zien houdt ze niet echt van het bit." Astrid lacht mee. Ze loopt naar buiten en Misa volgt haar. Astrid leidt haar naar een grote zandbak met een hek er om heen. Misa snuffelt wantrouwig aan het hek bij de ingang. "Het is goed. Kom maar," zegt Astrid vol vertrouwen. Misa aarzelt nog steeds. Astrid loopt op haar af. "Het is goed kom maar," zegt Astrid weer. Voorzichtig pakt Astrid Misa's halster. Misa loopt nu langzaam de zandbak in. Achter haar hoort ze de vrouw het hek inkomen. Hanna sluit het hek achter haar. Hanna neemt het touw over van Astrid. Hanna gaat in het midden van de zandbak staan. Astrid loodst Misa naar het hek toe. "Misa je moet nu rondjes gaan rennen en proberen het touw strak te houden. Als ze rechts roept ga je die kant op en als ze links roept ga je de andere kant op," zegt Astrid. Misa knikt. Astrid klimt over het hek heen. Misa richt haar aandacht op Hanna die in het midden van de zandbak staat. "Rechts," roept Hanna. Misa draaft in de richting die Hanna roept. "Stappen," roept ze. Misa wisselt van draf naar stap en begint voltes te maken. Na een paar minuten roept Hanna: "links, draf." Misa draait de andere kant op en verwisselt stap voor draf. Zo gaan ze een paar uur door. Naderhand is Misa bek af. Ze is net afgetuigd. Misa draaft met Astrid op haar rug door het dorp. Aan de rand van het dorp glijdt Astrid van haar rug. Misa duwt haar neus tegen Astrid's gezicht en draaft dan het dorp uit. Ze gaat naar haar kudde. Ze rent tussen de kudde door naar haar vader. "Hoi vader," zegt ze vrolijk. Luka wil haar iets vragen, maar Misa is al in slaap gevallen.

Hoofdstuk 5[]

Misa werd wakker. Haar vader port tussen haar ribben. "We gaan naar het meer," zegt haar vader. Misa staat op en draaft naast haar vader naar het meer. Als ze daar zijn loopt Misa meteen naar voren. Ze heeft erge dorst. Ze buigt voorover om te drinken en neemt een aantal grote slokken. Daarna loopt ze weg bij de oever zodat andere paarden erbij kunnen. Ze gaat op zoek naar Juwan, Stella en Takara. Ze heeft Juwan en Takara al lang niet meer gezien. Ze ziet de twee jongen bij hun moeder Fenne staan. "Hoi Juwan. Hoi Takara," roept ze. Als Takara en Juwan hun namen horen kijken ze om zich heen. Dan zien ze Misa staan. Ze draven op haar af. "Hoi Misa," zeggen ze tegelijk. Misa ziet over hun hoofden Stella tussen een paar paarden uit komen. Ze wenkt haar vriendin met haar oren. Stella draaft op hen af. "Hoi jongens," zegt Stella. "Hoi Stella," zegt Misa. "Waar ging je gisteren heen?" vraagt Stella nieuwsgierig. "Ik ging naar een plek die Hoeve heet en daar hadden ze een lang touw en een soort tuigje. Dat tuigje deden ze over mijn hoofd en ik kreeg een ijzeren staafje in mijn mond. Ze deden dat touw aan dat tuigje vast en toen moest ik afwisselend stap, draf en galop," zegt Misa. Stella kreeg steeds meer afschuw toen het verhaal vorderde. Misa zag het aan haar gezicht. "Is dat niet vreselijk?" barst ze uit, "Een tuigje, geleid worden door mensen. Dat is geen leven!" "Jij zal het nooit begrijpen," zegt Misa. "Nee, dat zal ik nooit begrijpen. Maar ik zal altijd jouw vriendin blijven," zegt Stella. "Bedankt," zegt Misa. Ze is blij met een vriendin als Stella. Ze staat altijd voor haar klaar. Takara rukt haar uit haar gedachten. "Kijk daar komen Emma, Hakan, Lars en nog een ander hertje die ik niet ken aan," zegt Takara. Misa kijkt in de richting waar ze heen kijkt. Ze ziet vier figuurtjes snel naderen. Al snel herkent ze Emma, Hakan en Lars. Samen met het andere hertje komen ze bij hen aan. "Ik ben Ubuhle, de dochter van Maud en Almar," zegt ze zenuwachtig. Ubuhle is een prachtig zilverkleurig hert met een wit gewei en gouden vlekjes op haar hoofd en flanken. "Ik ben Misa en zij zijn Stella, Takara en Hakan," zegt Misa vriendelijk. Ubuhle ontspant zich. Dan voelt ze iemand met zijn staart op haar schouder tikken. Ze draait zich om. "Hania is aan het bevallen," ze ziet dat het Kiara is. Ze knikt en draait zich om naar Stella. Ze vertelt aan haar wat Kiara haar verteld had en Stella en Misa rennen tussen de paarden door op zoek naar Hania en Luka. Stella ziet hen het eerst en Misa rent achter haar aan. De poten van het jong zijn er al. Hania hijgt zwaar van inspanning en Luka staat bij haar met een verontrust gezicht. Na een paar uur valt het lichaam van het jong op de grond. Meteen begint Luka het vlies van het jong door te bijten. Daarna likt hij ritmisch tussen Hania's oren. Hania staat te slapen op haar benen, maar dwingt zichzelf te wachten tot haar jong wat gedronken had. Daarna liet ze zich uitgeput in het gras zakken. Het jong komt naast haar liggen en zo vallen ze in slaap. Luka was ook erg moe door de spanning waar hij in gezeten had tijdens de bevalling. Misa en Stella knikken hem toe dat zij wel op Hania en haar jong zouden letten. Hij laat zich dankbaar in het gras vallen en slaapt even later ook. Juwan en Takara komen naar hen toe. "Ah, hij is zo schattig," zegt Takara. "Ja," zegt Misa. Ze kan nog steeds niet geloven dat ze een halfbroertje of een halfzusje heeft. Na een half uurtje worden Hania en Luuk wakker. Ze beginnen meteen druk te fluisteren. "We hebben een naam bedacht," zegt Hania enthousiast. "Hij heet Mirza," zegt Luka vol trots. "Dat is een hele mooie naam," zegt Stella. Misa knikt. Het jong hinnikt zachtjes en zet een paar wankele passen waarna hij op de grond valt. Met haar neus duwt Hania Mirza overeind. Mirza loopt al wat steviger. Hij ziet een vlindertje en wil er op af rennen, maar valt weer. Dit keer staat hij op eigen kracht op en loopt nu een heel rondje om zijn vader en moeder heen. Luka en Hania kijken vol trots naar Mirza. Stella, Misa, Takara en Juwan liepen weg. "Zijn Emma, Hakan, Ubuhle en Lars weg?" vraagt Misa aan Takara en Juwan. "Ja, hun leiders riepen hen," zegt Takara. "Oke," zegt Misa. Stella wenkt Misa met haar oren. Ze volgt haar vriendin naar een plekje buiten gehoorsafstand van Takara en Juwan. "Ik wil de volgende keer dat dat mens komt met jou mee. Ik ben benieuwd hoe het er uitziet, maar ik laat absoluut geen mensen op mijn rug rijden!" zegt Stella. "Dat is goed," zegt Misa. Ze grinnikt een beetje in zichzelf. Ze kon zich haar vriendin niet indenken in een Hoeve. "Wat is er?" vraagt Stella scherp. "Niks hoor," zegt Misa. Stella bromt wat. "Ik ga naar Luka en Hania. Ga je mee?" vraagt Misa. Stella knikt. Ze loopt alvast aan. Misa volgt haar snel. Misa loopt tussen de andere paarden naar haar vader. Ze ziet hem na een minuutje staan met Mirza en Hania. Het jong ziet er al sterker uit en is wat aan het drinken. Misa gaat naast haar vader staan en valt na een paar minuten in slaap.

Hoofdstuk 6[]

Misa wordt wakker. Ze snuift de lucht op en ruikt de geur van haar vriendin Astrid. Misa port Stella. "Astrid is er," zegt ze. Stella knippert met haar ogen. "Ik kom," zegt ze. Stella slaakt een geeuw en loopt dan met Misa mee. Misa ziet haar vriendin een paar meter van de kudde af staan. Ze glimlacht als ze haar ziet. Als ze Stella ziet kijkt ze een beetje verbaasd. Als ze bij haar staan kijkt ze vragend naar Stella. Misa probeerde duidelijk te maken dat ze meewilde. Astrid begreep het. Dan komen Luka, Hania en Mirza uit de kudde gestapt. "Waar gaan jullie heen?" vraagt Hania. "We komen straks terug. We gaan met Astrid mee," hinnikt Stella terug. Hania, Luka en Mirza trekken zich weer terug. Astrid leidt hen over de vlaktes. Na een paar minuten zijn ze in het dorp. Stella kijkt haar ogen uit. Regelmatig vraagt ze wat iets is. Daar net schrok ze van een hond waardoor ze steigerde. Misa had haar gerust gesteld. Nu zijn ze bij de Hoeve. "Hier moeten we zijn," zegt Misa tegen haar vriendin. Stella knikt. Misa stapt vol zelfvertrouwen onder het ding door. Stella volgt zenuwachtig. Eenmaal binnen merkt Misa dat Stella minder zenuwachtig is. Misa vermoedt dat haar vriendin zich zelfverzekerder voelt door de andere paarden. Misa schrijft in het zand dat ze Stella een rondleiding gaat geven. Astrid knikt. Vol zelfvertrouwen laat Misa Stella alles zien. Misa stelt Stella voor aan Kay. Een gitzwart paard van hun leeftijd met vriendelijke, goudgele ogen. Stella merkt dat haar vriendin bijzonder zenuwachtig is voor haar doen. Stella is een paard met pit en meestal niet klein te krijgen, maar nu lijkt ze wel het bangste paard van de kudde. Kay loopt door met zijn berijder. "Kom, dan gaan we naar Casanova," zegt Misa. Hij is een goudgeel paard met wijze, groene ogen. Hij doet aan dressuur in de hoogste klasse. Misa ziet dat hij aan het trainen is. Misa kijkt vol bewondering toe. Het lijkt wel alsof hij danst. Zijn berijder geeft hem aanwijzingen en Casanova volgt de bevelen op. Het resultaat is bijzonder goed. Na een paar minuten neemt Misa haar vriendin mee naar de stallen. Misa ziet dat er niemand is en ze besluit terug te gaan naar Astrid. Misa loopt naar de plek waar ze Astrid heeft achtergelaten. Astrid staat te praten met een ander meisje. Astrid maakt wilde bewegingen met haar armen en handen. Het lijkt alsof ze ruzie heeft. Als het meisje haar ziet kijkt ze haar vuil aan. Misa stampt naar het meisje toe. Als ze tegenover haar staat doet het meisje een stap terug. Astrid pakt haar vast en trekt haar voorzichtig mee aan haar manen. Misa laat zich meevoeren, maar kijkt toch nog een keer achterom. Het meisje steekt haar tong uit. Misa probeert het terug te doen, maar het lukt niet. Dat moet ik oefenen, bedenkt ze. Ze kijkt weer vooruit. Ze lopen de stal in. Stella draaft naar haar toe en komt naast haar lopen. Astrid neemt haar mee naar de wei waar ze de vorige keer ook was. In het midden staat de mevrouw die ze de vorige keer ook gezien had. Ze had weer datzelfde lange touw in haar hand met een tuigje eraan. Misa loopt zelfverzekerd naar de vrouw toe en Stella dribbelt een beetje zenuwachtig met haar mee. De vrouw bevestigt handig het tuigje om haar hoofd. "Loop maar met mij mee," zegt ze tegen Stella. Ze knikt. Misa beweegt zich naar de zijkant van de kooi tot het touw strak staat. Stella volgt haar. "Misa rechtsom stap," roept de vrouw. Misa begint rechtsom te stappen. "Misa draf," roept de vrouw. Misa gaat moeiteloos over naar de andere gang. "Misa linksom galop," roept de vrouw. Misa draait zich om en gaat tijdens de draai al over op galop. Ze galoppeert hard door de kooi. Ze vond het altijd fijn om te galopperen. Na een paar minuten riep de vrouw stap. Misa ging rustig stappen. Na een paar minuten riep de vrouw dat ze mocht stoppen. Stella was al bijna meteen gestopt, ze keek haar vriendin bewonderend aan. "Dat is echt knap!" zei ze. "Dank je," zei Misa verlegen. Astrid kwam de kooi binnenlopen. Ze liep eerst naar haar en aaide haar over haar neus. Daarna liep ze naar de vrouw. Ze praatte met haar. Misa ving een aantal keer haar naam op in het gesprek. Uiteindelijk kwam Astrid naar haar toe. "Mag ik op je rijden?" vraagt Astrid aan haar. Misa duwde met haar neus tegen haar aan, ze wist niet wat ze bedoelde en ze gaf haar toestemming te laten zien wat ze bedoelde. Astrid ging naast haar staan. Misa draaide haar hoofd om te zien wat ze wilde. Ze klopte op haar rug en deed alsof ze de teugels pakte. Toen deed ze een lopend paard na. Misa snapte zo ongeveer wat ze bedoelde. Ze vermoedde dat ze wilde doen wat ze Casanova en zijn berijder had zien doen: rijden. Misa knikte wild met haar hoofd. Bij Astrid kon er een glimlachje vanaf. Astrid probeerde om op haar rug te klimmen, maar zonder resultaat. Astrid probeerde het nog een keer, Misa ondersteunde haar met haar neus en wipte haar omhoog. Ze voelde de wind van Astrids been dat over haar rug zwiepte. Misa voelde aan haar dat ze het vaker had gedaan, ze voelde dat Astrid volkomen ontspannen was. "Misa stap," zei ze met een zachte tik van haar laars in haar buik. Misa begon te stappen. Astrid bewoog mee met haar lichaam. Misa vond dat erg fijn, daardoor had ze geen pijn aan haar rug. "Misa draf," ze gaf weer een klein tikje met haar laars in haar buik. Misa ging over op draf. Na een paar minuten gaf Astrid aan dat ze weer moest gaan stappen. Misa wisselde weer moeiteloos van gang. Na een kwartiertje liet Astrid haar halt houden en stapte af met een beetje hulp van Misa. Ze aaide haar over haar neus. Daarna pakte ze de teugels en leidde haar de kooi uit. Ze liepen een gebouw in en Astrid bevrijdde haar van de spullen. Misa schudde een paar keer met haar hoofd. Ze vond het veel fijner als ze die spullen niet aanhad. Astrid lachte: "Veel fijner om die spullen niet aan te hebben hè." Misa knikt. Astrid lacht: "Je bent echt een bijzonder paard." Misa loopt naar buiten en Astrid volgt haar. Ze schrijft in het zand dat ze Stella gaat halen en dan weer terugggaat naar de kudde. Astrid knikt en aait haar nog een paar keer over haar neus. Dan loopt Misa aan. Ze probeert Stella's geur op te vangen tussen alle andere. Ze volgt haar neus. Ze vindt haar vriendin bij Kay. "Kom Stella, dan gaan we," Stella kijkt op als ze haar stem hoort. Toen ze haar zag zegt ze nog iets tegen het zwarte paard en komt dan naar haar toe. Toen ze naar de uitgang liepen keek Stella meerdere malen om. Toen ze voor de derde keer om keek zei Misa: "Vind je hem leuk?" Stella keek alsof ze betrapt was. Ze begon te blozen en knikte toen. Ze gaf haar vriendin een speels zetje. "Daarom je deed je ook zo raar toen je hem voor het eerst zag," zegt Misa. Stella knikt. Misa merkte dat haar vriendin het er niet meer over wilde hebben. Ze liepen zwijgzaam onder het bord door. Op de straat wezen verschillende mensen naar hen, maar niemand deed een poging hen tegen te houden. Misa was blij uit het dorp te zijn. Ze wist heel zeker dat ze gras veel fijner vond lopen dan steen. Misa en Stella draafden zij aan zij naar de kudde. Misa hinnikte blij toen ze hen zag. Ze schoten tussen de paarden door. Toen ze Takara en Juwan tegenkwamen kletsten ze even bij. Misa vertelde wat zij en Stella allemaal hadden meegemaakt. Stella was in gedachten verzonken pas toen Misa haar in haar zij porde keek ze op. "Kom dan gaan we naar Hania, Luka en Mirza." Ze wrongen zich door de kudde heen op zoek naar hun ouders en halfbroer. Stella ziet haar moeder snel staan. Ze draaft naar haar toe gevolgd door Misa. Misa ziet dat Luca en Mirza achter Stella's moeder staan. "Was het leuk meiden?" vraagt Hania. Stella knikt een beetje afwezig. Misa besloot te antwoorden: "Ja, het was best wel leuk. Hier nog iets gebeurt?" "Ja, Amaya is bevallen van een meisje," zegt Hania. Misa kijkt haar vriendin blij aan. "Kom Stella, dan kunnen we kennismaken met het jong," roept Misa terwijl ze weg rent. Stella komt haar snel achterna. Misa zigzagt door de kudde en ziet al snel de typische zwarte vacht van Amaya. Ze draaft snel naar haar leider. "Hoi Amaya," begroet Misa haar. Ze speurt rond naar haar jong. Het kleintje staat achter haar moeders benen. "Hallo kleintje, wat is je naam?" vraagt Misa op een geruststellende toon. "Haar naam is Liane," zegt Amaya met een trotse stem. Misa bekijkt het jong iets beter. Het is een mooi zwart veulen met een donkerbruin sokje bij haar linkervoorpoot en een lichtbruine bij haar rechtervoorpoot. "Ze is erg mooi," complimenteert Misa, "Ze is een mengeling tussen jou en Alain." "Dank je," zegt Amaya. "Hoi Stella, kom je ook naar mijn veulen kijken?" vraagt ze vriendelijk. Stella knikt afwezig. "Wat is er met haar aan de hand?" vraagt Amaya. "Och, ze heeft een zekere hengst ontmoet," zegt Misa nonchalant. "Ah, ik snap het al," zegt Amaya met een knipoog. Misa port haar vriendin. "Kom Stella, dan gaan we terug naar Luka, Hania en Mirza," zegt Misa. Stella schudde met haar hoofd en liep toen achter Misa aan. Misa draaft snel tussen de andere paarden door. Ze komt vlak voor Luka's neus tot stilstand. "Hoi Misa," zegt hij met een grijns. "Hoi vader," groet ze hem. Mirza komt naar voren. "Ben jij mijn zus?" hij had een redelijk hoge stem. "Soort van, ik ben je halfzus. Ik ben de dochter van Luka, maar ik ben niet de dochter van Hania. En Stella is ook je halfzus, maar zij is een dochter van Hania," zegt Misa. Mirza kijkt haar raar aan. "Het is een beetje ingewikkeld, maar als je groter bent snap je het wel," zegt Misa met een glimlach. Ze gaat naast haar vader staan en sluit haar ogen. Toen werd ze gewekt door Mirza. "Wil je me morgen meenemen om de kudde te ontdekken," zegt hij met zijn hoge stemmetje. "Dat is goed, maar laat me nu slapen," zegt Misa. Ze raspt een keer met haar tong over de vacht tussen zijn oren en sluit dan weer haar ogen. Ze voelt dat Mirza tegen haar aan komt staan. Misa vond het fijn dat haar jongere halfbroer zoveel vertrouwen in haar had. Toen viel ze in slaap.

Hoofdstuk 7[]

Misa knipperde met haar ogen tegen het zonlicht dat op haar gezicht scheen. Toen haar ogen aan het zonlicht gewend waren zag ze dat Mirza nog steeds bij haar stond. Hij snurkte. Dat ik daar doorheen heb geslapen. Misa kijkt om zich heen. Er is geen paard te bekennen. Voorzichtig wekt ze Mirza. "Goedemorgen Mirza," zegt Misa geruststellend. "Waar is de kudde?" zijn stem klinkt hoog van angst. "Rustig maar, waarschijnlijk zijn ze bij de drinkplaats," zegt Misa, "Kom maar mee." Misa loopt naar de kant van het meer. Ze kan het vanuit hier nog niet zien, maar ze weet wel waar het is. Mirza volgt haar over de graslanden. Uiteindelijk ziet Misa de contouren van veel dieren. "Kijk, daar zijn ze," zegt Misa. Mirza zucht opgelucht. Maar toen Misa dichterbij kwam bleken het de herten te zijn. "Het zijn ze toch niet," zegt Misa, "Maar misschien weet Lea wat er met hen is gebeurd. Kom gauw." Zegt Misa er snel achteraan als ze ziet dat Mirza's onderlip trilt. Mirza drukt zich dicht tegen Misa aan als ze tussen de herten doorlopen. Emma begroet haar en komt naast haar lopen. "Hoi Emma," groet Misa het hert. "Wie heb je bij je?" vraagt ze. "Dit is mijn halfbroer Mirza. Ik ben hier omdat onze kudde weg is," zegt Misa. "Wat erg, wat ben je van plan?" vraagt Emma. "Ik ga aan Lea vragen of zij iets weet," reageert Misa. Emma knikt. Misa ziet Lea staan en gaat op haar af. "Hoi Misa, wat brengt je hier?" vraagt Lea. "Mijn kudde is weg, alleen ik en Mirza waren er nog," zegt Misa, "Ik wilde weten of jij weet wat er gebeurd is?" "Ik heb niks gemerkt," Lea fronst haar gezicht. Ze draaide haar kop naar Lucius en keek hem vragend aan. Hij schudde ontkennend zijn hoofd. Misa keek naar Mirza. Hij stond op het punt om in huilen uit te barsten. Misa legde haar hoofd voorzichtig op de zijne. Ze murmelde wat geruststellende woordjes. Mirza kalmeerde een beetje. Misa keek weer naar Lea. “Bedankt voor je hulp. Ik ga maar eens terug. Misschien is Astrid er,” zegt Misa tegen Lea. Lea knikt. “Je bent hier altijd welkom,” zegt Lea. Misa knikt. Ze draait zich om. Mirza gaat met haar mee. “We gaan nu naar het dorp. Je hoeft niet bang te zijn dat je iets overkomt en bovenal raak niet in paniek. Want dan ben je wel in gevaar,” Misa kijkt haar halfbroertje doordringend aan. Hij knikt. Misa draaft weg en Mirza draaft naast haar mee. Bij de rand van het bos stopt ze. Mirza draait zich naar haar om. “Nu moeten we gewoon lopen. Het is gevaarlijk om hier snel te gaan,” zegt Misa tegen hem. Misa stapt langs haar broertje af en leidt hem het dorp in. Mirza blijft dicht bij haar. Hij schrikt af en toe van een auto, maar Misa blijft kalm. Waardoor hij ook wat rustiger wordt. Na een kwartiertje stappen komen ze aan bij de bestemming. Misa loopt onder het grote bord door en Mirza volgt haar snel.

Advertisement