FantasyAnimalsFafiction wiki
Registreer
Advertisement

Heb je het eerste deel niet gelezen dan is hier een linkje: Angst. Voor de informatie kijk op de informatiepagina: Informatie.

Paardachtigen en feniksen[]

Leiders

Lightning heeft een gele vacht met een aantal oranje, bliksemschichtachtige vlekken en een blauwe hoorn. hengst, eenhoorn

Elektra heeft mooie, paarse veren met hemelsblauwe ogen. meisje, feniks

Commandanten

Night Zie afbeelding. Hengst, pegahoorn

Oceanus heeft blauwe en vuurrode veren en indringende, felle, paarse ogen. jongen, feniks

leerling: Uru

Genezer

Lava heeft rode veren met enge, zwarte ogen. jongen, feniks

leerling: Sifa

Krijgers

Oceaan zie afbeelding. merrie, pegasus

Luna zie afbeelding. merrie, pegasus

leerling: Fire

Laila zie afbeelding. merrie, pegahoorn, hoofdpersonage

Vulcana zie afbeelding. merrie, paard

Xolo is een feniks met de staart en vleugels van een pegasus. meisje

Uranus is een paard met de vleugels en staart van een feniks.

Water heeft blauwe veren met paarse ogen. meisje, feniks

Vonk heeft donkerrode veren met gele ogen. meisje, feniks

leerling: Hasidi

Echo heeft blauwe en rode veren in een patroon waardoor je cirkels ziet en ze vanaf de kop steeds groter worden en groene ogen. jongen, feniks

Vlam heeft vuurrode veren met groene ogen. jongen, feniks

leerling: Aheri

Hemel Zie afbeelding. Hengst, paard

Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaabbbbbnormale Jasiri

Dit is Jasiri

Aaabnormale Falsafa

Dit is Falsafa

Leerlingen

Abbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbbnormale Hemel

Dit is Hemel

Uru heeft roodbruine veren en groene ogen. meisje, feniks

Allerbeste Druppel

Dit is Druppel

Sifa heeft rode veren en gele ogen die wijsheid uitstralen. jongen, feniks

Abnormale Luna

Dit is Luna

Hasidi heeft paarse veren en hemelsblauwe ogen. meisje, feniks

Laila

Dit is Laila

Aheri heeft gele veren en groene ogen. jongen, feniks

Oceaan

Dit is Oceaan

Fire heeft een vuurrode vacht met groene bles en sokjes en oranje vleugels, een gele hoorn en nog felle, indringende ogen en oranje spikkels op zijn hoofd. hengst, pegahoorn, hoofdpersonage

Fire

Dit is Fire

Moederdieren

Paardje

Dit is Vulcana

Druppel heeft een prachtige, paarse vacht met druppelachtige, blauwe vlekken over heel haar lichaam en een groene hoorn en nog gele ogen. merrie, eenhoorn, partner: Jasiri

Lightning

Dit is Lightning

Diamant heeft prachtige, paarse en blauwe veren en eeuwig fonkelende, groene ogen. meisje, feniks, partner: Night

Night

Dit is Night

Draken en griffioenen[]

Leiders

Miracle heeft prachtige, paars blauwe ogen. meisje, griffioen

Dark heeft gitzwarte schubben en een rode staartpunt en nog allemaal grijze stekels op zijn rug en kwaadaardig fonkelende, vuurrode ogen. draak

Commandanten

Bliksem heeft gele ogen in het midden van zijn ogen zit een blauwe bliksemschicht. jongen, griffioen

Light heeft lichtgevende, witte schubben, scherpe, diepblauwe stekels bedekken zijn rug en staart, twee gekrulde, lichtblauwe horens sieren zijn kop en nog groene ogen. draak

Genezer

Robijn heeft groene ogen, op haar vleugels zitten allemaal kleine robijntjes. meisje, griffioen

leerling: Wing heeft witte en paarse schubben, prachtige, lange vleugels en mooie, blauwe ogen. drakin

Krijgers

Wolf heeft grijze schubben, zwarte stekels en witte vleugels met rode vlekken. Ook heeft hij donkerblauwe ogen. draak

Lion heeft rode ogen. jongen, griffioen

leerling: Ahadi

Rain heeft blauwe ogen en is zeer groot voor een griffioen. meisje, griffioen

leerling: Asali

Flame heeft zwarte ogen in het midden is een klein, rood vlekje. jongen, griffioen

leerling: Safura

Tiger heeft gele ogen, hij heeft allemaal zwarte strepen op het leeuwengedeelte van zijn lichaam. jongen, griffioen

Fauna heeft een mengeling van bruin, grijs, zwart en wit. Ze heeft de staart van een salamander die in gevaar loslaat en stekels over het midden van haar kop tot en met haar staart en nog groene ogen. drakin

Leerlingen

Safura een lichtblauwe drakin met zwarte stekels op haar rug en een donkerblauw gewei. drakin

Ahadi een witte draak met lichtgevende schubben en blauwe stekels op zijn rug. draak

Asali een bruine drakin met zwarte vlekken en prachtige grijze horens sieren haar kop. drakin

Moederdieren

Flora heeft groene en roze schubben en de staart van een leeuw en nog blauwe ogen. drakin, partner: Wolf, kinderen: Arnaut, Dalia, Laia

Miracle heeft prachtige, paars blauwe ogen. meisje, griffioen, partner: Flame

Babydieren

Arnaut heeft grijze en groene schubben en gele ogen. draak

Dalia heeft mooie roze en grijze schubben en blauwe ogen. drakin

Laia heeft roze en zwarte schubben, grijze stekels over haar rug en groene ogen. drakin

Hippogriefen[]

Aragne is roan van kleur. meisje

Agatha is grijs van kleur. meisje, dochter van Aragne en Claw.

Spider is zwart van kleur. jongen, zoon van Aragne en Claw

Vampiers[]

Ursula ze heeft lang, oranje haar en is heel wreed ze heeft zwarte ogen met rode vlammen in haar ogen. meisje

Mystery ze heeft lang, paars haar ze heeft altijd een kap voor haar gezicht. meisje

Raven heeft ravenzwart haar, is heel bleek en heeft vuurrode ogen. jongen

Nyx haar zwarte haar is zo lang dat het op de grond komt meestal bedekt haar haar haar gezicht. Ze heeft felle, oranje ogen die kwaadaardigheid uitstralen. meisje

Abel zijn haar is spierwit met zwart en rood er tussendoor en zijn ogen zijn zo duivelsrood dat niemand hem lang kan aankijken. jongen

Weerwolven[]

Elena ze heeft een zwarte vacht met een bruinige tint. meisje

Valeria ze heeft een prachtige, grijze vacht met zwarte en bruine vlekken. meisje

Aaron hij heeft een oranje vacht met grijze vlekken. jongen

Julian hij heeft een bruine vacht met een aantal littekens door gevechten. jongen

Hoofdstuk 1[]

Laila wordt wakker en moet even bedenken waar ze is, dan weet ze het weer in het krijgershol. Ze ziet dat de meesten al weg zijn. Laila staat op en loopt naar buiten. Ze vliegt naar de vergaderwolk. Daar aangekomen loopt ze naar het medicijnhol. Ze gaat naar binnen. Laila ziet dat Druppel en Diamant er nog liggen. Ze zijn druk aan het kletsen met elkaar. Toen kreeg Druppel haar in het oog. "Hoi Laila, leuk dat je langskomt," zegt Druppel. Laila loopt naar Druppel toe. Ze ziet dat de jongen aan het rondkijken zijn. "Hoe heten ze?" vraagt Laila. "Hij heet Jaron. Zij heet Uma. Zij heet Selene en hij heet Aral," zegt Druppel. Ze wijst eerst naar een eenhoorn mannetje, dan naar een pegahoorn vrouwtje, dan een eenhoorn vrouwtje en als laatste een pegahoorn mannetje. "Mooie namen!" zegt Laila. Ze loopt naar Diamant. "Hoe gaat het?" vraagt Laila. "Wel goed hoor," zegt Diamant. Ze kijkt teder naar haar jongen die proberen te lopen. Laila kijkt naar Druppel en ziet dat Jaron met wankele passen naar haar toe loopt. Druppel kijkt hem trots na. "Wie ben jij?" vraagt Jaron. "Ik ben Laila, een vriendin van je moeder," zegt Laila. "Oke, ik ben Jaron," zegt Jaron, "Mijn moeder heeft verteld dat ik zo heet." Jaron begint weer terug te lopen naar Druppel. Ze merkt dat hij al minder wankelt. Laila draait zich om naar Diamant. "Hoe heten ze?" vraagt Laila. "Dit is Tojo, dat is Zingela, dit is Kula, dat is Jua, dit is Kion en dit is Tobias," zegt Diamant terwijl ze haar jongen aanwijst. "Het zijn erg mooie namen," zegt Laila. "Bedankt," zegt Diamant. Laila loopt het hol uit. Ze vraagt zich af wat krijgers de hele dag doen. Ze gaat op zoek naar Night. Hij staat op de vergaderwolk gras te eten. "Wat doet een krijger de hele dag?" vraagt Laila. "Ze gaan eten halen op aarde of ze gaan een planeet bezoeken en soms doen ze ook weleens vechttraining met wat vrienden. En soms moeten ze de kraamkamer bewaken," zegt Night," O ja ze gaan ook wel eens onderzoek doen naar andere planeten die net ontdekt zijn. Ik heb ook een planeet ontdekt. Het is een planeet waar constant een storm is, de dieren daar communiceren door middel van hun gedachtes. Er wonen katten en een aantal roofdieren. Ook zijn er een soort grote schildpadden. Ze noemen de storm de passaat en die planeet heeft de naam Coriolis. De katten noemen zich osborks." "Dat is cool, dat je een planeet hebt ontdekt," zegt Laila enthousiast. Dan hoort Laila een oproep voor een vergadering. Laila draait zich om en loopt naar het midden van de open plek en gaat zitten. Ze kijkt naar de leiders die op hun wolk staan. Ze merkt dat Night naast haar gaat zitten. Als alle dieren zich verzameld hebben op de open plek beginnen Elektra en Lightning met de vergadering. "Hemel kan nu vliegen en zal zijn intrek nemen in het krijgershol," zegt Elektra. Laila vraagt zich af of de vergadering afgelopen was. Elektra springt van de wolk, dus waarschijnlijk wel. Laila staat op. Ze besluit even naar aarde te gaan om gras te halen. Ze vraagt zich af hoe ze überhaupt die grasstengels kan afbijten. Ze draait zich om naar Night. "Night hoe kan je die grasstengels afbijten?" vraagt Laila. "Ik zal wel met je mee gaan, dan kan ik je het laten zien," antwoordt Night. "Oke," zegt Laila. Night spreekt alvast de bekende woorden uit. Laila is ondertussen al een eindje verder gelopen. Night draaft snel naar haar toe. Laila zet zich af met haar achterpoten net op het moment dat Night naast haar staat. Night zet zich ook af. Dan vliegen ze samen naar de aarde. Laila landt in een grote grasvlakte. Night loopt naar een bosje bij hen in de buurt. Laila loopt hem achterna. "Let goed op," zegt Night. Hij brengt zijn hoofd omlaag en draait zijn kop. Hij bijt de grasstengels door. Hij geeft er een rukje aan, maar het gras komt niet los. Night trekt nu met een ruk aan de grasstengels. Ze schieten los en Night valt beduusd op zijn kont. Laila schatert het uit. Night staat op alsof er niks gebeurt is en schudt zich uit. "Heb je gezien hoe het moet?" vraagt Night. "Ja," zegt Laila als ze uitgelachen is. Ze loopt naar een bosje grasstengels en maakt dezelfde beweging als Night. Tot haar genoegen valt ze niet op haar kont net als Night en was het gras makkelijk door te bijten. Ze liet het vallen naast haar op de grond. Zo werkten Laila en Night de rest van de dag. Aan het einde van de dag lag er een grote hoop langs Laila. Het meeste kon ze in haar mond nemen. De rest drukte ze onder haar kin tegen haar borst. Ze vloog terug naar het kamp. Toen ze op de vergaderwolk aankwamen liep Laila naar het midden en liet het daar op een andere hoop gras vallen. Ze rook dat het Water was die het erbij had gelegd. Ze draait zich om en vliegt naar het krijgershol. Ze loopt er naar binnen en gaat naar haar nest. Ze ploft erin en valt in slaap.

Hoofdstuk 2[]

Fire wordt wakker met een enorme drang naar de vrijheid. Hij was het spuugzat. Ik moet een plan opzetten om te ontsnappen, met zijn allen denkt Fire. Hij besluit eerst eens te gaan kijken hoe het met de anderen buiten zijn kooi stond. Hij prevelde de spreuk. Hij ziet de drie feniksjes die een tijdje terug in zijn kooi stonden met hun ouders rustig slapen. Geen opgezwollen buik denkt hij opgelucht. Hij probeert te ontdekken of de draak en de griffioenen mannetjes of vrouwtjes waren. De griffioen die hen had aangevallen was een mannetje de andere een vrouwtje. De draak was ook een jongen. Hij ziet twee centauren, hij vraagt zich af hoe ze zich gedragen. De sirene was een vrouwtje. Hij moest een huivering onderdrukken. Ze lokken hun prooi door mooi gezang en als ze dichtbij genoeg zijn vangen ze hen. Hij ziet de paardachtigen. Er waren drie vrouwtjes in het gezelschap van de paardachtigen. Twee volwassenen en een jong en drie mannetjes de andere volwassene en de twee andere jongen. Tot zijn verrassing ziet hij nu ook twee gevleugelde katten. Hij keert weer terug naar zijn lichaam. Fire merkt dat hij zijn kop op zijn benen had laten zinken. Hij staat op, maar valt meteen weer op de grond. Zijn benen hadden het begeven. Fire kijkt een beetje geïrriteerd om zich heen. Hij ziet de mensen naar hem wijzen. Hopelijk gaan ze geen onderzoek doen, als ze ontdekken dat hij die spreuk kan gebruiken zullen ze onmogelijk kunnen ontsnappen. Ze zouden de hele tijd in de gaten worden gehouden. Hij besluit zich er later druk om te maken. Hij kijkt naar Safura ze ligt nog steeds vredig te slapen. Jasiri was al wakker. Hij stond bij het eten en drinken. Fire probeerde nogmaals op te staan en dit keer bleef hij wel overeind. Hij loopt naar Jasiri toe. Hij eet wat. Daarna loopt hij terug naar Safura. Hij ziet dat ze haar ogen open heeft gedaan. Ze staat op en loopt hem tegemoet. "Heb je al een oplossing?" vraagt Safura. "Nee," moest Fire bekennen. "Oke," zegt Safura. Ze verbergt haar bezorgdheid. Fire verveelt zich. Hij besluit al vast een ontsnappingsplan te bedenken. Hoe zou hij de andere dieren kunnen bevrijden. Hij wist niet waar de mensen 's nachts waren dat vond hij irritant. Hij besloot die avond als die mensen weg gingen de spreuk te gebruiken om te weten waar ze heen gingen. Hij wist ook hoe hij met de dieren kon praten, door middel van dezelfde spreuk als hij 's avonds die mensen gaat achtervolgen. Hij moet er wel rekening mee houden als er dieren ziek zijn of zwanger. Hij kijkt bij die woorden naar Safura. Hij wist dat ze pas konden ontsnappen als hun jongen waren geboren. In gedachten verzonken merkte hij niet dat er een mens binnen kwam. Pas toen Safura naar hem riep zag hij het mens. Hij had een touw. Mij krijg je niet. Fire rent op het mens af en trapt tegen zijn neus. Het mens rent gillend weg en laat het touw vallen. Hij wist haast zeker dat hij zijn neus had gebroken. Hij kon een glimp van triomf niet onderdrukken. Hij bekeek het touw. Nu pas begreep hij hoe erg hij in gevaar was geweest. Dit touw zal hem tijdelijk doen verstijven. Hij herkende het omdat Druppel hem dat weleens verteld had. Ze vertelde dat ze dat materiaal een keer had aangeraakt en toen verstijfde. Pas toen haar mentor haar wegduwde kon ze zich weer bewegen. Fire loopt naar Safura. "Gaat het?" vraagt ze. "Ja hoor. Heb je dat touw goed gezien?" vraagt Fire. "Ja," zegt Safura verbaasd. "Raak het nooit aan, anders verstijf je. Pas als je het loslaat kun je je weer bewegen," zegt Fire. "Ik zal het onthouden," zegt Safura. Dan ziet hij vanuit zijn ooghoek de mensen vertrekken. Snel prevelt hij de woorden voor de spreuk. Hij ziet hen de gang door lopen naar een deur. Ze lopen door de deur. Hij kijkt verder en ziet dat ze buiten staan. Ze stappen in rare ijzeren dingen en rijden weg. Hij zag dat één mens naar een kantoortje ging en de wacht hield. Hij had genoeg gezien. Hij wist dat afgezien van dat ene mens ze makkelijk konden ontsnappen. Hij keert terug naar zijn lichaam. Hij merkte dat hij weer op de grond lag. Jasiri keek hem verwachtingsvol aan. "Waar gaan de mensen naartoe?" vraagt Jasiri. Fire besluit zich maar niet af te vragen hoe hij dat weet. "De meesten gaan naar huis en eentje houdt de wacht," zegt Fire. Fire probeert op te staan en merkt dat het lukt. Hij wankelt naar de slaapplaatsen en gaat erin liggen. Meteen verdwijnt hij in de dieptes van zijn slaap.

Hoofdstuk 3[]

Laila wordt wakker. Ze ziet Vulcana en Uranus nog diep in slaap. Xolo lag er ook nog keihard te snurken. Ze verbaasde zich erover dat ze had kunnen slapen. Ze staat op en loopt naar de uitgang. We hebben gelukkig al een tijdje geen aanvallen van het stenenkamp gehad. Ze zijn beiden verwoed aan het zoeken naar Fire en Safura. Gister had Lightning Uru en Oceanus gestuurd. Wat opzich speciaal was omdat de commandant een hoge positie is. Vandaag wist ze nog niet wie hem ging zoeken. Ze besloot het te vragen. Ze zet zich af van de wolk en vliegt naar het leidershol. Daar aangekomen ziet ze hen net naar buiten komen. "Hallo Laila, wat brengt jou hier?" vraagt Elektra vriendelijk. "Ik wilde vragen wie Fire gingen zoeken," zegt Laila. "Dat zullen we zo vertellen. We gaan een vergadering bijeen roepen," zegt Elektra. Laila vliegt met de leiders naar de vergaderwolk. Ze landt op de wolk en zoekt een plekje op de open plek. Lightning laat de oproep horen. De meesten sliepen nog. Laila zag vanuit de verte Druppel en Diamant aankomen. Ze ondersteunden aan elke kant één jong en hielden er allebei één op hun rug. De rest vloog naast hen. Ze zag de feniksen Kion en Tobias. De pegahoorn Tojo vloog ook en het paard Jua had ook al leren vliegen. Laila kijkt naar het krijgershol en ziet dat Vulcana en Hemel op de rand van de wolk landen. Vulcana rent op haar af en gaat naast haar zitten. Hemel komt rustig aanlopen en gaat aan de andere kant van Vulcana zitten. Laila ziet dat Xolo en Uranus ook aan komen vliegen en achter hen vliegen Night en Water. In de verte ziet ze Vlam en Vonk aankomen. Ze heeft het vermoeden dat Vonk binnenkort naar de kraamkamer verhuist. Laila richt haar aandacht op Lightning en Elektra. Als iedereen er is beginnen ze met de vergadering. "De dieren die vandaag Fire gaan zoeken zijn: Laila, Vulcana, Xolo en Luna. Laila staat op en loopt naar Luna met Vulcana in haar kielzog. Xolo stond al bij Luna. "We gaan," zegt Luna als ze bij hen staan. Laila prevelt snel de woorden voor hen vieren en Luna kijkt haar goedkeurend aan. Ze zet zich af met haar gespierde achterbenen. Luna vliegt voor haar met Vulcana. Xolo vliegt naast haar. Ze hoort Vulcana en Luna druk kwebbelen. Laila vliegt in stilte naast Xolo. Na een paar minuten landen ze op aarde. "Laila, jij weet toch waar Fire gevangen is genomen?" vraagt Luna. Laila knikt. "Breng ons erheen," beveelt Luna. Laila gaat hen voor als ze door het bos lopen. Al snel komt ze op de plek waar Dauwpoot haar heen had gebracht. "Hier is Fire gevangen genomen," zegt Laila. "Oke," zegt Luna, "Vulcana jij gaat speuren naar geuren. Xolo jij helpt haar. Laila en ik gaan de omgeving verkennen om te kijken of er mensen of gevaar dreigt." Laila ziet dat Vulcana bewonderend naar haar moeder kijkt. Ik zou ook trots op mijn moeder kunnen zijn als ze niet vergeet wat ze nog wèl heeft. Laila loopt in de richting waar ze de vorige keer ook die mensen had gezien. Ze snuift daarbij voortdurend de lucht op. Luna loopt achter haar aan vol vertrouwen in haar kundigheid. Ze ruikt dat die mensen hier gisteren nog waren geweest. In de verte ziet ze gestaltes opdoemen. Ze snuift de lucht op en komt tot de conclusie dat het dezelfde mensen waren als die keer met Dauwpoot. "Niet aanvallen," sist ze waarschuwend tegen Luna. Ze had gemerkt dat Luna haar schouders aanspande. "Ze hebben Fire aangevallen. Als ze terug gaan kunnen we hen misschien volgen naar de plek waar ze Fire gevangen houden," zegt Laila tegen Luna, "Luna ga Vulcana en Xolo halen en kom daarna hier terug. Niet schrikken als ik weg ben. Ik houd die mensen de hele tijd in de gaten. Ik zal wel een seintje geven waar ik ben." Luna knikt. Ze draait zich om en verdwijnt in de bossen. De mensen komen dichterbij. Ze vermoedt dat ze naar de plek gaan waar ze Fire hadden gevangen in de hoop meer van hen te vangen. Die zullen ze niet krijgen denkt Laila grimmig. Ze volgt hen naar de plek waar ze net stonden. Onderweg komt ze Luna tegen. Automatisch loopt Luna achter haar aan. Xolo en Vulcana komen ietwat verwonderd ook achter haar aan lopen. Waarschijnlijk heeft ze niet verteld wat ze gaan doen denkt Laila. Ze ziet de mensen verdwijnen achter een boom. Laila loopt om de boom heen. Ze ziet de mensen daar staan. Laila gaat op de grond liggen en houdt hen aandachtig in de gaten. Luna, Vulcana en Xolo volgen haar voorbeeld en gaan ook liggen. Laila merkt dat Xolo zich verwondert over haar kalme vastberadenheid en zelfvertrouwen. Na een uur zo te liggen komen de mensen in beweging. Laila staat snel op en loopt achter de mensen aan. Ze hoort dat Xolo en Vulcana ook opstaan. Ze trekt met haar oren omdat ze Luna niet hoort, maar ziet haar even later naast haar lopen. De mensen stappen in rare metalen dingen met wielen eronder. De dingen zijn snel en Laila stijgt snel op. Ze vliegt zo snel als ze kan achter hen aan. Uiteindelijk stoppen ze voor een huis. De mensen stappen uit het metalen ding en lopen het huis binnen. Laila loopt om het huis heen, druk snuffelend naar een geurtje van Fire. Het enigste wat ze ruikt is de geur van de mensen en een kat. Hun huisdier waarschijnlijk. Uiteindelijk vindt ze een raam. Ze kijkt erdoor naar binnen. Fire ziet ze niet dus ze gaat verder met haar ronde om het huis. Ze staat bij de achterdeur. Met haar tanden duwt ze de klink omlaag. De deur zwaait open en Laila stapt naar binnen. Ze doorzoekt eerst de benedenverdieping en gaat dan naar boven. Ook daar geen spoor van Fire. Teleurgesteld stapt ze weer door de achterdeur naar buiten. Ze loopt terug naar haar vrienden. Ze kijken haar hoopvol aan, maar Laila schudt triest van nee. Ze laten hun koppen zakken en met een droevige sfeer vliegen ze terug naar het kamp. Laila vliegt naar het leidershol om verslag uit te brengen. Ze stapt het hol in na toestemming te hebben gekregen. Lightning kijkt haar verwachtingsvol aan. "We hebben Fire niet gevonden. We hebben mensen achtervolgd die hem hadden gevangen, maar die gingen naar hun eigen huis," zegt Laila. "Heb je onthouden waar dat is?" vraagt Lightning. "Ja," antwoordt Laila. "Dan kunnen we misschien het huis in de gaten houden en kijken waar ze heen gaan als ze vertrekken," zegt Lightning. "Oke," zegt Laila. Ze loopt vrolijker het hol uit. Ze vliegt naar het krijgershol en loopt naar binnen. Ze ploft in haar nest en valt met een tevreden glimlach in slaap.

Hoofdstuk 4[]

Fire wordt wakker. Hij kijkt om zich heen. Safura en Jasiri slapen nog. Fire staat op en loopt naar het glas. De mensen zijn alweer bezig met vanalles en nog wat. Zijn maag knort en Fire loopt naar het eten en drinken. Hij eet wat gras en drinkt wat. Hij loopt naar de palen en begint er tegen te schoppen. Een paar minuten schopt hij ertegen. Ondertussen was Safura wakker geworden. Ze zat op een afstandje te wachten tot hij klaar is. Fire loopt naar haar toe. "Wat is er?" vraagt hij. "Ik denk dat het niet lang meer duurt voordat ik mijn jongen krijg," zegt Safura. Jasiri was onopgemerkt bij hen komen staan. "Ik heb een keer mee geholpen bij een bevalling," zegt Jasiri. Fire knikt dat hij zijn hulp accepteert. "Bedankt Jasiri," zegt Fire. Jasiri knikt. Safura gaat op de grond liggen, om zich voor te bereiden. Fire blijft staan wachten naast Safura. Na een paar minuten begint ze kreten van pijn te slaken. De weeën beginnen. Hij ziet dat de mensen aandachtig naar Safura kijken. Fire richt zijn aandacht weer op Safura. Hij ziet dat Jasiri een stok had getoverd en dat Safura die in haar bek houdt. Na een paar uur ziet Fire in één keer enorm veel bloed zich onder haar vormen. Hij hoort een mens de kooi opendoen. Fire leest de gedachtes van het mens en leest dat het hen wil helpen. Met zijn oren waarschuwt hij Jasiri achteruit te gaan. Jasiri stapt naar achteren en Fire doet dat ook. Hij ziet dat het mens met een angstige blik op hen Safura begint te behandelen. Fire houdt het mens scherp in de gaten. Na een tijdje ziet hij een lichaampje tevoorschijn komen. Fire loopt eropaf en bijt het vlies door. Hij legt het bij Safura's buik. Na een paar minuten komt er nog één. Fire bijt snel het vlies door. Het jong krabbelt zelf al naar zijn moeders buik. Na een half uur verschijnen er nog twee snel achter elkaar. Fire bijt de vliezen door en duwt hen naar de buik van hun moeder. Dan komt er nog één. Fire bijt het vlies door. Het mens staat op en kijkt Fire aan. Fire knikt eerbiedig naar het mens. Het mens knikt terug en haast zich dan het hok uit. Jasiri komt bij hem staan. Fire laat zich zakken naast Safura en deelt zijn warmte met haar. Ondertussen kijkt hij vol trots naar zijn jongen. Jasiri laat hen alleen. Safura was in een slaap weggezonken en Fire valt ook in slaap.

Fire wordt wakker en merkt dat het avond is. Safura is ook wakker. "Gaat het?" vraagt Fire. "Ja," zegt Safura, "Ik heb al een paar namen bedacht. Safira voor haar," ze wijst op een paard met gewei, "en Hashim voor hem." Een draak met een hoorn en een gewei. "Oke, dat is goed. En dan Lena voor haar en Afua voor hem," zegt Fire. Lena is een pegahoorn en Afua is een draak. "Welke naam zullen we haar geven?" vraagt Fire. Hij wijst naar een andere pegahoorn. "Aurea?" vraagt ze. "Ja dat is een hele mooie naam," zegt Fire. "Safira, Hashim, Lena, Afua en Aurea," murmelt Safura. Ze kijkt teder naar haar jongen. Fire staat op en loopt naar de palen. Hij trapt er nog steeds moe tegen aan. Na een tijdje loopt hij terug naar Safura. Safura staat op en duwt met haar neus een jong naar de slaapplaatsen. Fire duwt er ook één heen. Na een paar minuten is Safura met haar jongen geïnstalleerd op de slaapplaatsen. Fire loopt naar haar toe en gaat tegen haar rug aanliggen. Fire valt in slaap.

Hoofdstuk 5[]

Laila wordt wakker. Meteen herinnert ze zich de opwindende dag die ze achter de rug had. Ze had de mensen gevolgd naar hun huis en waarschijnlijk zal Fire snel gered worden. Laila staat op en loopt naar buiten. Ze ziet dat de zon net opkomt. Het is prachtig. Ze ziet allemaal oranje en gele kleuren en zelfs een beetje paars. De zonnestralen glijden over haar gezicht. Genietend heft ze haar hoofd op. Na een paar minuten besluit ze dat ze zin heeft om een kattenclan te bezoeken. Ze vindt hen heel interessant. Hun gebruiken en hun gewoontes vindt ze interessant. Ze spreekt de onzichtbaarheidsspreuk uit en vliegt naar aarde. Ze landt in een territorium die ze nog niet kent. Ze loopt naar het kamp. Ze besluit gewoon over de ingang heen te vliegen en in het kamp te landen. Ze zet zich af en een paar seconden later staat ze in het kamp. Ze ziet dat een kleine rode kater met een grote rossige kater aan het praten is. De kleine kater heeft haar snel in de gaten en loopt op haar af. "Hallo ik ben Vlamster leider van de Donderclan en Buizerdklauw is de commandant," Vlamster stelt zichzelf en de rossige kater voor. "Ik ben Laila een krijger van het wolkenkamp," stelt Laila zich netjes voor. "Wat kom je hier doen?" vraagt Buizerdklauw. "Ik zou graag een rondleiding willen van één van de moederkatten," zegt Laila. Buizerdklauw kijkt haar argwanend aan. "Dat is goed. Vuurzang, Ravenvleugel geef haar een rondleiding," roept Vlamster naar een rode en een zwarte poes. Ze staan op en lopen naar Laila toe. "Ik ben Vuurzang," zegt de rode poes. "Ik ben Ravenvleugel," zegt de zwarte poes. "Ik ben Laila," zegt Laila. "Zullen we beginnen bij de kraamkamer?" stelt Vuurzang voor. "Is goed," zegt Laila. Ze lopen naar de kraamkamer. "We slapen hier met Blauwhart en Houtlicht," zegt Ravenvleugel. "Oke, wie zijn eigenlijk de vaders van jullie toekomstige jongen," vraagt Laila. Vuurzang kijkt de open plek rond. Haar blik blijft rusten op een donkergrijze kater die een hol uitloopt. "Wolfsklauw," zegt Vuurzang liefdevol. Ze wijst naar de donkergrijze kater. Ook Ravenvleugel keek rond, maar kon haar partner kennelijk niet vinden. "Rafelklauw," zegt Ravenvleugel. "En Blauwharts partner is Buizerdklauw en die van Houtlicht is Hommelvacht," zegt Vuurzang. "Oke, vinden jullie het niet eng om jongen te krijgen?" vraagt Laila. Ze kon zich er niet echt een voorstelling van maken, maar haar leek het heel eng om te bevallen. "Nee, eigenlijk niet," zegt Ravenvleugel, "We hebben twee goede medicijnkatten en we vertrouwen hen." "Ze heten Lichtroos en Heesterstaart," zegt Vuurzang. Ze lopen verder naar het krijgershol. Dan lopen ze naar het leidershol. "Hier slaapt Vlamster, mijn vader," zegt Vuurzang. Dan lopen ze naar het oudstenhol. "Hier slapen Krombek en Appelhart. Vinkvlucht is dood," zegt Ravenvleugel bedrukt. Dan komen ze bij het leerlingenhol en dan nog het medicijnhol. Laila bedankt Vuurzang en Ravenvleugel voor hun rondleiding. Ze loopt nog even naar Vlamster en Buizerdklauw en bedankt hen ook. Dan vliegt ze terug naar het kamp. Ze besluit te informeren naar Fire of ze nog iets te weten zijn gekomen. Ze loopt naar Lightning die toevallig op de open plek staat. Hij staat te praten met Lava. "Lightning, is er nog nieuws over Fire?" vraagt Laila hoopvol. "Nee, die mensen zijn hun huis niet uit geweest," zegt Lightning. "Oke," zegt Laila. Ze vliegt naar het krijgershol en loopt naar haar nest achterin het hol. Ze gaat erin liggen en luistert nog even naar de geluiden van de vogels. Gesust door hun geluiden valt ze in slaap.

Hoofdstuk 6[]

Fire wordt wakker. Hij kijkt wat zijn jongen aan het doen zijn. Safura houdt hen in de gaten vanwaar ze zit. Hij ziet dat zijn jongen aan het rondlopen zijn in de kooi. Aurea is heel groot ziet hij. Ze is ook sterk, ze loopt met vaste benen rond. Hij kijkt naar zijn andere jongen. Ze lopen ook rond. Hij merkt dat Lena de zwakste is. Na een paar stappen valt ze steeds. Ze heeft wel doorzettingsvermogen dat zal haar dezelfde kansen bieden als haar nestgenoten. Denkt hij als hij ziet hoe ze telkens weer opstaat en doorgaat. Hij is tevreden over zijn jongen. Ze hebben het allemaal in zich krijgers te worden. Hij vraagt zich af wat er uiteindelijk met hen gebeurd. Ze zullen gescheiden worden. Afua en Hashim zullen meegaan met Safura en Lena, Aurea en Safira zullen meegaan met hem. Hij kijkt Safura aan. Hij weet dat zij hetzelfde denkt. Fire staat op en loopt naar het eten en drinken. Ineens voelt hij dat iemand tegen hem aan beukt. Fire valt op de grond. "Ik heb je vader," zegt een stem triomfantelijk. Hij hoort dat Safura in een deuk ligt. Fire staat op en draait zich om. Aurea staat achter hem met een zelfvoldane blik. "Goed gedaan," zegt Fire. Aurea kijkt nog trotser. Fire loopt verder naar het eten en drinken. Jasiri staat daar ook. Fire pakt wat gras en vermaalt het. Hij drinkt ook wat slokken. Fire loopt terug naar Safura. "Dat was hilarisch. Je had helemaal niks door," zegt Safura. "Ze is wel heel stil voor haar grootte," zegt Fire. "Ja dat heb jij wel gemerkt," zegt ze. Ze geeft hem plagerig een duwtje. "Hé," zegt Fire. Fire loopt naar Jasiri. "Vrouwen," mompelt Fire. Jasiri knikt geamuseerd. Fire loopt naar de palen. Hij begint er wat tegen te trappen, maar al gauw verveelt het hem. Hij loopt terug naar Jasiri die inmiddels bij Safura is gaan staan. Hij kijkt toe hoe zijn jongen met zijn allen in een schijngevecht verwikkeld zijn. Aurea is uiteindelijk de winnaar, maar hij had gezien dat Afua ook al wat goede vechttechnieken had. Hashim en Safira zijn aan elkaar gewaagd. Lena is nog steeds de zwakste, maar hij ziet dat ze al sterker is geworden. Lena komt op hem af met een droevige blik. "Vader, ik ben niet sterk. Ik ben de zwakste hoe kan ik sterker worden?" vraagt ze. Fire drukt zich geruststellend tegen haar aan. "Met de tijd zal je sterker worden en uiteindelijk ben je net zo sterk als de anderen. En een krijger hoeft niet sterk te zijn, je kunt ook slim of snel zijn," zegt Fire. Lena's ogen lichten op. Ze had het zo nog niet bekeken. "Bedankt vader," ze loopt terug naar haar zusjes en broertjes. Fire kijkt haar na. Safura komt bij hem staan. "Goed gesproken," zegt ze tegen hem. Fire drukt zijn snuit tegen de hare. Hij besluit maar eens te kijken hoe het de andere dieren vergaat. Hij prevelt de spreuk en gaat als eerste kijken bij de feniksen. Hij ziet dat het goed met hen gaat. Gelukkig geen dikke buik denkt hij. Zijn blik flitst naar de paardachtigen. De drie jongen zijn aan het ronddrentelen en de ouderen kijken toe. Fire hoort dat er mensen binnenkomen en de spreuk werkt niet meer. Ze lopen met rare dingen op hen af. Ze willen het over hun hoofden doen, maar Fire deinst terug. Na een paar minuten hebben ze toch die rare dingen om hun nek. Fire loopt achter de mensen aan. Hij voelt duidelijk de angst van zijn jongen. Ze gaan uit de kooi door een lange gang. één van de mensen doet iets open en ze worden een andere kooi ingeleid. Tot zijn verbazing ziet hij de andere paardachtigen staan. De mensen doen de kooi open en leiden hen naar binnen. Meteen komen de jongste dieren op hen af. Ze stellen zich voor. Het grootste mannetje heet Rafal en hij blikt erg zelfverzekerd. Het andere mannetje heet Kay en het vrouwtje heet Mia. "Ik ben Fire, dat is Safura, dat is Jasiri, dat is Afua, dat is Safira, dat is Lena, dat is Aurea en dat is Hashim," zegt Fire tegen hen. Het volwassen mannetje roept dat ze bij hen moeten komen. Fire loopt met zijn vrienden dichtbij hem naar de oudere dieren. "Ik ben de baas hier," zegt hij vriendelijk, maar met overduidelijk gezag. Jasiri knikt. "Vader, ze zijn heel aardig!" zegt Mia. De jongens knikken instemmend. "Morgen hebben jullie tijd om hen te leren kennen. Het is al laat," zegt de leider. Fire kijkt hem vragend aan. De leider knikt dat zij de slaapplaatsen ook mogen gebruiken. Fire wenkt zijn kinderen, partner en vriend en loopt naar een slaapplaats. Hij wacht tot zijn jongen en partner zijn gaan liggen en neemt dan ook plaats naast Jasiri. Hij valt in slaap.

Hoofdstuk 7[]

Laila wordt wakker. Meteen herinnert ze zich de opwindende dag die ze achter de rug had. Ze had de mensen gevolgd naar hun huis en waarschijnlijk zal Fire snel gered worden. Laila staat op en loopt naar buiten. Ze ziet dat de zon net opkomt. Het is prachtig. Ze ziet allemaal oranje en gele kleuren en zelfs een beetje paars. De zonnestralen glijden over haar gezicht. Genietend heft ze haar hoofd op. Na een paar minuten besluit ze dat ze zin heeft om een kattenclan te bezoeken. Ze vindt hen heel interessant. Hun gebruiken en hun gewoontes vindt ze interessant. Ze spreekt de onzichtbaarheidsspreuk uit en vliegt naar aarde. Ze landt in een territorium die ze nog niet kent. Ze loopt naar het kamp. Ze besluit gewoon over de ingang heen te vliegen en in het kamp te landen. Ze zet zich af en een paar seconden later staat ze in het kamp. Ze ziet dat een kleine rode kater met een grote rossige kater aan het praten is. De kleine kater heeft haar snel in de gaten en loopt op haar af. "Hallo ik ben Vlamster leider van de Donderclan en Buizerdklauw is de commandant," Vlamster stelt zichzelf en de rossige kater voor. "Ik ben Laila een krijger van het wolkenkamp," stelt Laila zich netjes voor. "Wat kom je hier doen?" vraagt Buizerdklauw. "Ik zou graag een rondleiding willen van één van de moederkatten," zegt Laila. Buizerdklauw kijkt haar argwanend aan. "Dat is goed. Vuurzang, Ravenvleugel geef haar een rondleiding," roept Vlamster naar een rode en een zwarte poes. Ze staan op en lopen naar Laila toe. "Ik ben Vuurzang," zegt de rode poes. "Ik ben Ravenvleugel," zegt de zwarte poes. "Ik ben Laila," zegt Laila. "Zullen we beginnen bij de kraamkamer?" stelt Vuurzang voor. "Is goed," zegt Laila. Ze lopen naar de kraamkamer. "We slapen hier met Blauwhart en Houtlicht," zegt Ravenvleugel. "Oke, wie zijn eigenlijk de vaders van jullie toekomstige jongen," vraagt Laila. Vuurzang kijkt de open plek rond. Haar blik blijft rusten op een donkergrijze kater die een hol uitloopt. "Wolfsklauw," zegt Vuurzang liefdevol. Ze wijst naar de donkergrijze kater. Ook Ravenvleugel keek rond, maar kon haar partner kennelijk niet vinden. "Rafelklauw," zegt Ravenvleugel. "En Blauwharts partner is Buizerdklauw en die van Houtlicht is Hommelvacht," zegt Vuurzang. "Oke, vinden jullie het niet eng om jongen te krijgen?" vraagt Laila. Ze kon zich er niet echt een voorstelling van maken, maar haar leek het heel eng om te bevallen. "Nee, eigenlijk niet," zegt Ravenvleugel, "We hebben twee goede medicijnkatten en we vertrouwen hen." "Ze heten Lichtroos en Heesterstaart," zegt Vuurzang. Ze lopen verder naar het krijgershol. Dan lopen ze naar het leidershol. "Hier slaapt Vlamster, mijn vader," zegt Vuurzang. Dan lopen ze naar het oudstenhol. "Hier slapen Krombek en Appelhart. Vinkvlucht is dood," zegt Ravenvleugel bedrukt. Dan komen ze bij het leerlingenhol en dan nog het medicijnhol. Laila bedankt Vuurzang en Ravenvleugel voor hun rondleiding. Ze loopt nog even naar Vlamster en Buizerdklauw en bedankt hen ook. Dan vliegt ze terug naar het kamp. Ze besluit te informeren naar Fire of ze nog iets te weten zijn gekomen. Ze loopt naar Lightning die toevallig op de open plek staat. Hij staat te praten met Lava. "Lightning, is er nog nieuws over Fire?" vraagt Laila hoopvol. "Nee, die mensen zijn hun huis niet uit geweest," zegt Lightning. "Oke," zegt Laila. Ze vliegt naar het krijgershol en loopt naar haar nest achterin het hol. Ze gaat erin liggen en luistert nog even naar de geluiden van de vogels. Gesust door hun geluiden valt ze in slaap.

Hoofdstuk 8[]

Fire ontwaakt met een geeuw. Hij kijkt om zich heen. Safura praat gezellig met de volwassen vrouwtjes. Fire staat op en loopt naar hen toe. Ondertussen wordt hij onderschept door de leider. "Ik wil eerst met jou en de andere jongens praten," zegt hij. Fire beseft dat het voor dit mannetje erg moeilijk zal zijn zich aan te passen aan het leven in het Wolkenkamp. Als hij bij hen zou komen wonen zal hij een stuk van zijn leiderschap moeten afzetten. Fire wenkt Afua, Hashim en Jasiri met zijn oren. Ze lopen op hem af. Ze kijken hem vragend aan, maar Fire maakt hen duidelijk dat de leider met hen wil spreken. Ze richten hun aandacht op de baas. "Ik zal me eerst voorstellen. Ik ben Mike. Hoe heten jullie?" vraagt Mike. "Ik ben Fire en dat zijn Jasiri, Hashim en Afua," zegt Fire. Mike kijkt hem onderzoekend aan. "Ben jij een soort van de leider?" vraagt Mike. Hij neemt Jasiri geringschattend op: "Ik zou toch denken dat hij sterker is." "Zo werkt het bij ons niet. We hebben niet echt een leider," zegt Fire. Mike kijkt hen raar aan. "Geen leider?" vraagt hij verbaasd. Het lijkt alsof hij diep nadenkt. Fire knikt toch maar. "Oke, jullie zijn anders," zegt Mike, "Maar ik wil even duidelijk maken dat ik hier de regels maak. Zolang jullie hier zijn luisteren jullie naar mij." De jongens knikken. "Ik wil het nog ergens over hebben," zegt Fire. Mike knikt hem toe. "Ik vroeg me af of jij met ons wil ontsnappen. Ook met de anderen van jouw groep. Ik ken spreuken waarmee ik in contact kan komen met de andere mythische wezens. We zouden met zijn allen kunnen ontsnappen en vrij zijn," zegt Fire. Mike neemt zijn woorden in overweging. "En wat is daar het voordeel van?" vraagt hij. "Je kunt doen en laten wat je wilt. Je mag alles zelf bepalen. Je leert ook anderen leren zoals wij. Ik woonde voordat ik gevangen werd met een hele groep zoals wij. We woonden samen met feniksen, maar hé je kunt elkaar wel beschermen," zegt Fire. Mike knikt. Ik zal het met Jamila en Riala bespreken," zegt Mike. Als Fire hem vragend aankijkt zegt hij dat zij de andere volwassen dieren zijn. Hij loopt statig weg naar Safura, Riala en Jamila. Na wat praten volgen de vrouwtjes hun leider naar een plekje om te praten. Fire ziet dat zijn jongen aan het spelen zijn met Rafal, Kay en Mia. Safura komt naar hem toe. "Heb je hen een voorstel gedaan over het ontsnappingsplan?" vraagt Safura. "Hoe weet jij dat?" vraagt Fire verbaasd. "Ik ben niet gek Fire. Jij gaat heus niet voor de lol vallen op de vloer. Ik ken jou jij kan het hier niet uithouden," zegt Safura. Ze drukt haar neus in zijn vacht. Zo blijven ze even staan. Safura loopt naar een plekje vanwaar ze haar jongen goed kan zien en gaat zitten. Fire loopt naar haar toe en gaat ook zitten. "We zullen onze jongen moeten vertellen wat er gebeurt als we terug zijn," zegt Safura. Fire knikt. "Kom eens jongens," roept Fire. Zijn kinderen komen op hem en Safura af. "Wat is er vader?" vraagt Safira. Ze wil duidelijk liever blijven bij Rafal, Mia en Kay. "We moeten even praten. Wij gaan proberen met alle dieren uit dit gebouw te ontsnappen. Ik en Safura woonden vroeger in twee rivaliserende groepen. We mochten eigenlijk niet van elkaar houden. Jullie zullen gescheiden worden als we terug zijn. Afua en Hashim zouden meegaan met jullie moeder omdat jullie op draken lijken en Lena, Safira en Aurea gaan met mij mee omdat ze op paarden lijken. Als zij erachter komen dat jullie onze jongen zijn weet ik niet wat ze met ons gaan doen. Jullie moeten doen alsof jullie onze jongen niet zijn, maar hier al zaten," zegt Fire. Zijn jongen kijken hem met verschrikte ogen aan. "Dus we raken onze broers en ouders kwijt?" zegt Aurea met een schril stemmetje. Fire knikt. "Ik had gehoopt dat het anders kon lopen," zegt Fire. "Waarom blijven we niet gewoon hier?" vraagt Lena. "Omdat ik mijn zusje en ouders terug wil zien en Safura ook. Tenslotte wordt alles hier bepaald door mensen," Fire spuugt het woord mensen met grote minachting uit. Zijn kinderen knikken en gaan weer spelen met de anderen. Fire ziet dat Mike, Riala en Jamila naar hem toe lopen. "We hebben een besluit genomen," zegt Jamila met wijze ogen, "We gaan je helpen ontsnappen met zijn allen." De laatste drie woorden benadrukt ze. "Heel erg bedankt. Ik ga proberen contact te leggen met de andere dieren hier om te kijken of zij mee willen doen," zegt Fire, "Ook zal ik proberen contact te leggen met één van mijn groepsgenoten." Mike knikt en loopt met de dames naar een plekje om te zitten. Safura gaat hen achterna. Jasiri wil er ook heen lopen, maar Fire houdt hem tegen. "Wil jij proberen contact te leggen met de dieren hier. Dan zal ik proberen contact te leggen met Laila of één van de anderen," zegt Fire. Jasiri knikt. Fire prevelt de woorden voor zich uit. Hij voelt dat zijn zintuigen verscherpen. Hij probeert zo ver mogelijk te komen. Zijn zintuigen reiken naar de wolken, maar tot zijn teleurstelling kan hij niets vinden. Hij valt weer terug in de kooi. Jasiri is daarentegen nog nietsziend voor zich uit aan het staren. Na een paar minuten knippert hij met zijn ogen. "En?" vraagt Fire hoopvol. "De draak en griffioenen hebben ingestemd, de feniksen ook en de gevleugelde katten, maar de centauren en de sirene niet. Ik wist ook niet waar zij heen zouden moeten," zegt Jasiri. Fire knikt. "Heb je contact kunnen leggen met dieren van ons kamp?" vraagt Jasiri. "Nee," zegt Fire, "Morgen ga ik het weer proberen." Fire loopt vermoeid door de dag naar de slaapplaatsen. Safura en Jasiri komen naar hem toe. Fire roept naar zijn jongen: "Jongens we gaan slapen." Met een paar klagende woorden komen ze op hem af. Morrend gaan ze liggen. "Ouders," mompelt Safira zuchtend. Toch legt ze haar hoofd op haar benen en valt in slaap. Fire gaat ook liggen. Na een paar minuten valt hij in slaap.

Hoofdstuk 9[]

Laila wordt wakker. Ze kijkt om zich heen. Wat zou ze vandaag is gaan doen? Het idee om onderzoek te doen naar een planeet staat haar wel aan. Ze loopt het hol uit en vliegt weg. Ze besluit naar Saturnus te gaan. Ze vliegt in de richting van de planeet. Ineens botst ze tegen iets op, maar ze ziet helemaal niks voor zich. Ze besluit een spreuk te gebruiken. Misschien zit er wel een sluier omheen. Als dat zo is moet het wel gemaakt zijn door een paard. Die truc kan zelfs een gewoon paard. Ze murmelt de spreuk voor zich uit en kijkt wat het precies is. Ze ziet dat de hippogriefen, vampiers en weerwolven met elkaar overleggen. Ze spitst haar oren. Ineens hoort ze een stem die haar tamelijk bekend voorkomt. Het is Hemel, hij vertelt dat hij hen zou helpen. Aragne vraagt wat hij ervoor terug wil, maar Hemel schudt zijn hoofd. "Het enigste wat ik wens is dat ik Vulcana in veiligheid kan brengen en me kan wreken op iedereen die mij kwaad heeft gedaan," zegt hij. Aragne knikt. "Morgenavond vallen we aan. Als jij ons een teken geeft dat die Vulcana weg is vallen we aan," zegt Aragne. Meer hoefde Laila niet te horen. Zo snel als ze kon vloog ze terug naar het kamp. Die planeten interesseerden haar niet meer, het was van levensbelang haar vader te vertellen wat ze had gehoord. Ze vloog heel snel. Toen ze langs het kamp kwam keken een paar dieren haar geschrokken aan. Laila trok zich niets van hen aan en vloog door. Ze kwam aan bij de leiderswolk. Even gunt ze zich de tijd op adem te komen, daarna stapt ze naar binnen. Lightning kijkt haar aan. "Wat is er? Het lijkt alsof je het hele eind hiernaartoe hebt geracet," zegt hij. "Dat is ook zo. Ik heb gehoord dat de hippogriefen, vampiers en weerwolven ons aan gaan vallen. Hemel zat ook in het complot," zegt Laila. "Hoe weet je dit?" vraagt Elektra van de andere kant. "Ik botste tegen een sluier en toen ik een spreuk uitsprak hoorde ik wat ze zeiden," roept Laila naar Elektra. "We zullen klaar staan voor morgen, maar ik geloof niet dat Hemel in het complot zit," zegt Lightning. Laila knikt. Ze verlaat het hol. Ze besluit nu toch maar die planeet te onderzoeken. Net als ze wil vertrekken wordt ze teruggeroepen. Ze loopt weer het hol in. Laila kijkt haar vader vragend aan. "We weten waar Fire is, maar we kunnen geen contact met hem krijgen. Wil jij daar heen gaan?" vraagt Lightning. Ze knikt enthousiast. "Oke, ik zal met je meegaan," zegt Lightning, "Maar eerst moeten we een vergadering bijeen roepen. Waar is Hemel nu?" "Op patrouille," roept Elektra. Laila weet dat haar vader liever geen risico's neemt. Ze lopen het leidershol uit. Lightning tovert een wolk en hij en Elektra springen erop. Laila vliegt langs hen mee. Op de vergaderwolk roept Elektra een vergadering bijeen. Laila zoekt alvast een plekje op de vergaderwolk. Vulcana komt naast haar zitten. Laila kijkt om. Uranus en Xolo komen uit de richting van het krijgershol en even daarachter vliegen nog een paar dieren. Xolo komt naast haar zitten en Uranus zoekt een plekje zo ver mogelijk aan de rand. Na een tijdje is iedereen er. Lightning begint met de vergadering. "Ik heb vernomen dat de hippogriefen, vampiers en weerwolven morgen een aanval gaan plegen op ons kamp. Mogelijk zit Hemel in het complot." Vulcana verstijft en Laila drukt zich tegen haar vriendin aan. Ondertussen praat Lightning gewoon verder: "Zeg alsjeblieft niks tegen Hemel. Vulcana en Luna het kan zijn dat hij jullie mee wil nemen voor de aanval, als dat zo is ga dan mee. Want als hij inderdaad in het complot zit zal hij dat doen." Lightning kijkt vooral Vulcana indringend aan terwijl hij het zegt. Vulcana buigt haar hoofd ten teken dat ze accepteert wat hij zegt. Lightning knikt haar toe met een medelijdende blik. Ze springen van de wolk af. Lightning baant zich een weg naar Laila toe. "Kom we gaan naar de Aarde," zegt hij. Lightning vliegt weg en Laila volgt hem. Na een paar minuten komen ze aan bij de planeet. Lightning gaat haar voor over de Aarde. Uiteindelijk stopt hij bij een gebouw. Het heeft een donkergrijze kleur en er zitten een paar ramen in. Binnen hoort ze verscheidene dieren rond lopen. Ze spitst haar oren om uit te maken welke dieren er zitten. Haar zintuigen zijn niet goed genoeg. Ze besluit een spreuk te gebruiken. Ze murmelt de woorden en kan zo zien wat er voor haar zintuigen verborgen is. Ze ziet verscheidene dieren en uiteindelijk heeft ze haar broer gevonden. "Fire," zegt ze. Fire kijkt verbaasd om zich heen en zegt iets tegen een draak naast hem. De draak haalt haar schouders op. "Fire, ik ben het Laila. We gaan je bevrijden," zegt ze. "We moeten dan wel iedereen bevrijden. Hier zijn veel speciale wezens. Alleen de centaurs en de sirene willen niet bevrijd worden," zegt hij terug. "Oké," zegt Laila, "Ik moet gaan." Laila schudt haar hoofd en kijkt naar Lightning. "Fire is daar inderdaad. Hij zei dat hij alle wezens wil bevrijden. Alleen de centauren en de sirene wilden niet weg," hinnikt Laila. "Oké, ik zal een aantal dieren verzamelen die willen helpen. Overmorgen gaan we erheen," zegt Lightning, "Morgen moeten we klaar staan voor de aanval." Laila maakt nog snel contact met Fire en vertelt hem wanneer ze komen. Daarna gaat ze met Lightning terug naar het kamp. Zwijgend maken ze de tocht. Beiden in gedachten verzonken. Laila denkt na. Ze wist haast zeker die draak ergens van te kennen. O ja, ze had haar gezien in het gevecht met de hippogriefen en hun onderdanen. Toen herinnerde ze zich ook de naam van de draak: Safura! Ze wist al dat zij beiden gevangen waren genomen, maar niet dat ze in dezelfde kooi zaten. Laila had niet door dat ze er waren en wilde doorvliegen, maar Lightning hield haar tegen. "We zijn er," zegt hij als ze haar verbaasde gezicht ziet. Laila merkte nu pas dat hij gelijk had. Lightning vloog weg. "Tot morgen," riep hij over zijn schouder. "Tot morgen," roept Laila hem na. Ze loopt het krijgershol in. Ze zoekt haar nest op en zinkt neer in het zachte mos. Al snel werd ze door slaap overmand.

Hoofdstuk 10[]

Fire werd wakker. Weer een hele dag verveling! Al moest hij zeggen dat Rafal, Kay en Mia wel fijn gezelschap waren. Af en toe praten ze met hem, maar hij had niet het gevoel dat ze even oud waren. Alleen op de momenten dat zij naast hem staan valt het hem op dat ze even groot als hem zijn. Hij schudt de gedachtes uit zijn hoofd en kijkt rond. Hij wenst zo vurig naar vrijheid dat het pijn deed. Safura ligt nog te slapen. Jamila en Riala zijn al wel wakker. Hij is eigenlijk wel benieuwd naar hoe de twee merries zijn. Hij stapt op hen af. "Goedemorgen," zegt Fire vriendelijk. "Goedemorgen," murmelen ze terug. Fire weet even niks te zeggen. Uiteindelijk komt Riala met een vraag. "Hoe is het eigenlijk in dat ene Wolkenkamp?" vraagt ze. "We zijn erg goed georganiseerd. We hebben twee leiders en twee commandanten. De ene commandant en leider vertegenwoordigt de feniksen en de andere commandant en leider vertegenwoordigen de paardachtigen, wij dus. De leiders nemen de beslissingen en de commandanten steunen hen en worden na hun dood leider. Dan heb je ook krijgers. Zij halen voedsel en beschermen de zwakkeren uit onze groep. We doen ook onderzoek naar planeten," Riala onderbreekt hem: "Wat zijn planeten?" "Dat zijn grote, ronde bollen. Op elke planeet leven andere wezens, sommige zijn heel gevaarlijk en andere zijn heel vredelievend," zegt Fire, "Ben jij nooit buiten dit gebouw geweest?" Riala schudt een beetje beschaamd haar hoofd. "Je hoeft je niet te schamen hoor. Mijn jongen zijn ook hier geboren," zegt Fire, "En als je bij ons woont wordt alles gewoon uitgelegd." Riala lijkt gerustgesteld door zijn woorden. "Dankje Fire, het is fijn om iemand als jou hier te hebben," zegt Riala vol genegenheid. Mike komt bij hen staan. "Waar hadden jullie het over?" vraagt Mike. "We hadden het erover hoe het was in het kamp," Riala zegt het kortaf. Fire kijkt verrast naar Riala. Er lijkt een stille woordenstrijd gaande te zijn tussen de twee paarden. Uiteindelijk kijkt Mike weg. Riala keert hem de rug toe. De hele tijd heeft Jamila in stilte toegekeken. Nu zegt ze tegen Mike: "Fire vormt heus geen bedreiging voor jouw leiderschap en zoals ik het net van hem heb gehoord over zijn kamp moet je je een stuk aanpassen als je daar wilt wonen. Als jij daarom besluit hier te blijven maakt dat ons niks uit. Dan vertrekken we met Fire," zegt Jamila op ijzige toon. Mike keek kwaad van de één naar de ander. "Ik heb helemaal niet gezegd dat ik hier blijf," zegt Mike verontwaardigd. Er was een gespannen sfeer in de kooi gevallen. Zijn jongen hielden zich doodstil evenals Rafal, Kay en Mia. "Ik heb nooit gezegd dat jij hier zou blijven," dat gezegd hebbende draait Jamila haar kont naar Mike toe. Riala loopt hard snuivend rakelings langs hem heen waardoor hij bijna uit evenwicht wordt gebracht. Mike kijkt vertwijfeld van de één naar de ander en kijkt dan boos naar Fire. "Dit is allemaal jouw schuld," briest hij van woede. "Nee, het is niet mijn schuld. De mensen hebben mij hier gebracht, ik heb er niet zelf voor gekozen hierheen gebracht te worden," Fire wijst hem akelig kalm terecht. Mike kijkt hem woedend aan en stampt dan weg. Safura komt snel op hem af en strijkt met haar neus langs zijn vacht. Daarna loopt ze naar Riala en begint met haar te praten. Soms werpen ze blikken op Mike die in de hoek van de kooi tegen de muur staat te schoppen. Ineens kruipt er een vreemde gewaarwording langs zijn ruggengraat. Er is iemand in de buurt. Ineens hoort hij een stem praten. Verschrikt kijkt hij om zich heen. De stem spreekt weer tot hem en vertelt hem dat ze Laila heet en zijn zusje is. Hij beseft dat ze dezelfde spreuk gebruikt als hij om te kijken waar de andere dieren zitten. Ze vertelt hem dat ze hem komt bevrijden. Waarop Fire antwoordt dat de rest ook bevrijd moet worden. Laila is even weg en dan klinkt haar stem weer. Ze vertelt hem overmorgen te komen en zegt hem gedag. Fire vraagt zich waarom het overmorgen is en niet morgen, maar besluit daar later over na te denken. Hij moet nu eerst de anderen spreken om hen te vertellen over het nieuws. Hij spreekt de spreuk uit. Hij praat eerst met de gevleugelde katten, ze zijn erg enthousiast over het nieuws. Daarna praat hij met de draak en de griffioenen. Zij zijn ook blij. Fire waarschuwt hen wel normaal te doen de komende twee dagen. De dieren beloven dat te doen. Het feniksgezin was ook erg blij, maar ook zenuwachtig. Fire komt weer tot zichzelf. Hij ziet dat zijn jongen met elkaar aan het spelen zijn. Hij vindt het fijn te zien dat ze weer spelen. Ralf, Mia en Kay komen op hem af. Ze hebben een ernstige uitdrukking op hun gezicht. "Maar hoe zit het als Mike ons verbied om met onze moeders mee te gaan? Hij is wel onze vader," zegt Kay. "Dan zal ik aan Riala en Jamila vragen of ze het met hem willen bespreken als hij inderdaad jullie opeist," Fire legt de nadruk op inderdaad. Kay knikt. "Dat wilden we even weten, maar als we straks in dat kamp zitten mogen we dan nog steeds spelen met jouw jongen?" vraagt Mia. "Ja natuurlijk, jullie zullen omdat jullie nog niet bekend zijn met de regels eerst leerlingen zijn en daarna pas krijgers worden. Als krijger kun je natuurlijk ook met elkaar spelen, maar dan moet je je taken niet verwaarlozen," zegt Fire. Mia knikt. "Zijn er veel andere dieren daar?" vraagt Ralf. "Er zijn best wel veel andere dieren, maar na een tijdje ben je er wel aan gewend," antwoordt Fire. "Oke," zegt Ralf. De drie lopen weg. Fire kijkt naar Mike. Het mannetje staat nog steeds te schoppen. Hij besluit het maar vast tegen de merrie's te zeggen. Hij loopt naar Riala, Safura en Jamila. "Hoi, Mia, Ralf en Kay zijn bang dat als Mike besluit hier te blijven hen beveelt ook te blijven," zegt Fire. "Maak je maar niet druk, het is twee tegen één en we hebben al een woordenstrijd van hem gewonnen," zegt Jamila. "Inderdaad," knikt Riala, "Jongens, kom eens hier." Ralf en Kay draaien tegelijk hun hoofd. Hun zusje is al naar hen toe gelopen. Snel rennen de jongens naar hen toe. "Hé als jullie opgeëist worden door jullie vader dan zorgen wij er wel voor dat jullie meemogen. Oké?" zegt Riala. Ze knikken. Daarna draaien ze zich weer om. Safura gaapt. Jamila ziet het. "We kunnen beter gaan slapen," zegt ze. Fire en Riala knikken instemmend. Fire roept zijn kinderen en Jamila roept de hare. Ze komen naar hen toe. "Gaan we slapen?" vraagt Aurea. Fire knikt. Ze lopen naar de slaapplaatsen. Mike was er voor hen aangekomen en kijkt hen aan met een blik van: waag het niet hier te gaan liggen. Jamila wil gaan liggen, maar Mike jaagt haar weg. "Dit is alleen voor leiders," zegt Mike met een grijns. "Dan zijn deze slaapplekken dus voor Fire, want hij heeft bewezen beter te kunnen leiden," concludeert Riala. Mike leek verrast door Riala's woorden, maar herpakt zich weer. "We hebben helemaal niet gestemd en zolang dat niet gebeurd ben ik de leider," Mike nestelt zich nog wat dieper in het nest en kijkt hen dan weer nauwlettend aan. "Dan gaan we nu stemmen. Wie is er voor Fire?" iedereen steekt zijn hoef op en Safura haar poot, "En wie is er voor Mike?" Alleen Mike steekt zijn hoef op. Als hij ziet dat Fire gewonnen heeft zegt hij boos: "Maar ik heb geen toestemming gegeven om te stemmen." hij draait zijn rug naar hen toe. "Dan moet het maar met geweld," zegt Jamila doodleuk en ze ramt haar hoef in Mike's rug. Fire hoort een krak en Mike schreeuwt het uit van de pijn. Dan komen er een paar mensen binnen en nemen Mike mee. Hij is te zwak om tegen te werken. "Zo, daar zijn we ook weer vanaf," zegt Jamila. Ze nestelt zich in een nest alsof er niks gebeurd is. Fire kijkt met open mond naar Jamila. Dat ze dat doet! Safura gaat liggen en trekt hem naar beneden. Fire maakt het zich gemakkelijk, maar hij is nog steeds verbaasd over wat Jamila deed. Waarschijnlijk was hij niet snel genoeg genezen om overmorgen mee te doen met de ontsnapping. De anderen gaan ook liggen. Niemand praat over wat er gebeurd was net. Al snel kreeg de slaap vat op Fire en sliep hij.

Hoofdstuk 11[]

Laila wordt wakker. Ze is best wel zenuwachtig voor het gevecht vandaag. Laila staat op en rekt zich uit. Vulcana en Xolo zijn ook al wakker. "Zullen we gaan trainen?" stelt Laila voor. "Dat is goed," zeggen ze. Ze lopen het hol uit. Laila ziet dat er al een waterig zonnetje verschenen is. Ze spant haar spieren en vliegt naar de trainingswolk net buiten het kamp. Vulcana en Xolo volgen haar. Tot haar verbazing ziet ze dat Uranus en Water ook aan het trainen zijn. "Die zijn vroeg op," zegt Laila tegen haar vriendinnen. Xolo knikt. "Kom, dan gaan we beginnen," roept Vulcana. Ze was al een eindje verder de wolk op gelopen. Laila en Xolo haasten zich naar haar toe. Ze trainden nog wat en daardoor waren ze allemaal het gevecht vergeten. Laila's scherpe oren vingen een zacht geluidje op van woedend geschreeuw. "Het gevecht is begonnen, we moeten nel terug!" zegt Laila. Snel vliegen ze naar het centrum van het kamp, maar er was niemand. "Ze zijn bij de kraamkamer," roept Xolo paniekerig. Ze stuift weg door de lucht. Laila en Vulcana komen hun vriendin snel achterna. Het gevecht was in volle gang. Ze zag dat de hippogriefen aan de winnende hand waren. Ze storten zich in het strijdgewoel. Laila vecht tegen een vampier. Ze herkende de vampier die haar bijna gevangen had. Ze sloeg wild op hem in met haar hoeven. Uiteindelijk blies hij de aftocht. Ze draaide zich om naar een volgende vijand. Ze zag één van de hippogriefen Vulcana aanvallen. Met een woeste strijdkreet viel ze hem aan. Ze toverde snel een net om hem heen. Toen ze omkeek werd net de laatste weerwolf verjaagd. Laila controleerde de open plek op gewonden. Ze zag Xolo's lichaam bewegingloos op de grond liggen. Snel rende ze naar haar toe. Ze controleerde haar ademhaling. Heel zwak voelde ze hoe haar adem haar vacht beroerde. "Nog even wachten Xolo, ik ga Lava halen," riep Laila. Ze racete naar Lava. Hij praatte met Lightning en Elektra en keek ernstig. "Lava, je moet Xolo helpen," roept Laila. "Waar is ze?" vraagt Lava. Laila wijst met haar oren. Lava snelt er naar toe. Laila dribbelt zenuwachtig achter hem aan. Lava is al bij haar vriendin neergehurkt als ze er is. Laila besluit Vulcana te halen. Ze kijkt rond of ze haar vriendin ergens ontwaart. Tot haar opluchting ziet ze haar praten met Druppel, die blijkbaar hier naar toe was komen vliegen met haar jongen. Laila loopt naar haar toe. Snel licht ze haar vriendin in over Xolo.

Advertisement