FantasyAnimalsFafiction wiki
Registreer
Advertisement

Sommige dingen hiervan kloppen wel maar het meeste heb ik zelfverzonnen.

Voor de informatie kijk op de informatiepagina: Luipaardklauw: Klad (Vurig): Informatie.

Dit verhaal is tweede geworden bij de schrijfwedstrijd winter 2018 en daarom is hij goedgekeurd.

Paardachtigen en feniksen[]

Leiders:

Lightning heeft een gele vacht met een aantal oranje, bliksemschichtachtige vlekken en een blauwe hoorn. hengst, eenhoorn

Elektra heeft mooie, paarse veren met hemelsblauwe ogen. meisje, feniks

Commandanten:

Night zie afbeelding. hengst, pegahoorn

Oceanus heeft blauwe en vuurrode veren en indringende, felle, paarse ogen. jongen, feniks

Genezer:

Lava heeft rode veren met enge, zwarte ogen. jongen, feniks

Krijgers:

Hemel Zie afbeelding. hengst, paard

leerling: Druppel

Vonk heeft donkerrode veren met gele ogen. meisje, feniks

Water heeft blauwe veren met paarse ogen. meisje, feniks

Echo heeft blauwe en rode veren in een patroon waardoor je cirkels ziet en ze vanaf de kop steeds groter worden en groene ogen. jongen, feniks

leerling: Vlam

Leerlingen:

Druppel heeft een prachtige, paarse vacht met druppelachtige, blauwe vlekken over heel haar lichaam en een groene hoorn en nog gele ogen. merrie, eenhoorn

Vlam heeft vuurrode veren met groene ogen. jongen, feniks

Moederdieren:

Oceaan zie afbeelding. merrie, pegasus, veulens: Fire en Laila, partner: Lightning.

Luna zie afbeelding. merrie, pegasus, veulen: Vulcana, partner: Hemel

Diamant heeft prachtige, paarse en blauwe veren en eeuwig fonkelende, groene ogen. meisje, feniks, partner: Night

Babydieren

Fire heeft een vuurrode vacht met groene bles en sokjes en oranje vleugels, een gele hoorn en nog felle, indringende ogen en oranje spikkels op zijn hoofd. hengst, pegahoorn, hoofdpersonage

Laila zie afbeelding. merrie, pegahoorn, hoofdpersonage

Vulcana zie afbeelding. merrie, paard


Draken en griffioenen[]

Leiders:

Sharp heeft paarse en donkerblauwe schubben, superscherpe klauwen en tanden. Hij heeft twee rijen rode stekels die naar de zijkant steken en kille, zwarte ogen. draak

Miracle heeft prachtige, paars blauwe ogen. meisje, griffioen

Commandanten:

Dark heeft gitzwarte schubben en een rode staartpunt en nog allemaal grijze stekels op zijn rug en kwaadaardig fonkelende, vuurrode ogen. draak

Bliksem heeft gele ogen in het midden van zijn ogen zit een blauwe bliksemschicht. jongen, griffioen

leerling: Rain

Genezer:

Robijn heeft groene ogen, op haar vleugels zitten allemaal kleine robijntjes. meisje, griffioen

leerling: Wing

Krijgers:

Wolf heeft grijze schubben, zwarte stekels en witte vleugels met rode vlekken. Ook heeft hij donkerblauwe ogen.

Light heeft lichtgevende, witte schubben, scherpe, diepblauwe stekels bedekken zijn rug en staart, twee gekrulde, lichtblauwe horens sieren zijn kop en nog groene ogen. draak

leerling: Flora

Flame heeft zwarte ogen in het midden is een klein, rood vlekje. jongen, griffioen

leerling: Lion

Leerlingen:

Lion heeft rode ogen. jongen, griffioen

Rain heeft blauwe ogen en is zeer groot voor een griffioen. meisje, griffioen

Flora heeft groene en roze schubben en de staart van een leeuw en nog blauwe ogen. drakin

Wing heeft witte en paarse schubben, prachtige, lange vleugels en mooie, blauwe ogen. drakin

Moederdieren:

Fauna heeft een mengeling van bruin, grijs, zwart en wit. Ze heeft de staart van een salamander die in gevaar loslaat en stekels over het midden van haar kop tot en met haar staart en nog groene ogen. drakin, partner: Light

Moon heeft prachtige, oceaanblauwe ogen. meisje, griffioen, kind: Tiger, partner: Bliksem

Babydieren:

Tiger heeft gele ogen, hij heeft allemaal zwarte strepen op het leeuwengedeelte van zijn lichaam. jongen, griffioen

Hippogriefen[]

Claw is kastanjebruin van kleur. jongen

Aragne is roan van kleur. meisje

Agatha is grijs van kleur. meisje, dochter van Aragne en Claw.

Spider is zwart van kleur. jongen, zoon van Aragne en Claw

Vampiers[]

Ursula ze heeft lang, oranje haar en is heel wreed ze heeft zwarte ogen met rode vlammen in haar ogen. meisje

Mystery ze heeft lang, paars haar ze heeft altijd een kap voor haar gezicht. meisje

Raven heeft ravenzwart haar, is heel bleek en heeft vuurrode ogen. jongen

Nyx haar zwarte haar is zo lang dat het op de grond komt meestal bedekt haar haar haar gezicht. Ze heeft felle, oranje ogen die kwaadaardigheid uitstralen. meisje

Abel zijn haar is spierwit met zwart en rood er tussendoor en zijn ogen zijn zo duivelsrood dat niemand hem lang kan aankijken. jongen

Weerwolven[]

Elena ze heeft een zwarte vacht met een bruinige tint. meisje

Valeria ze heeft een prachtige, grijze vacht met zwarte en bruine vlekken. meisje

Aaron hij heeft een oranje vacht met grijze vlekken. jongen

Julian hij heeft een bruine vacht met een aantal littekens door gevechten. jongen

Hoofdstuk 1[]

Laila viel op de grond. Ze opende haar ogen en zag daar rare wezens staan. Een paard met vleugels en een paard met een hoorn. Ze zag ook een rare vogel waar vlammen omheen cirkelden.

Ze stond voorzichtig op. Ze zocht een speen en had die al snel gevonden. Ze dronk wat van de lekkere vloeistof.

Toen ze klaar was met drinken keek ze weer om zich heen. Ze zag ook nog een paard met vleugels en een hoorn dat ook onderzoekend rondkeek. "Ze zijn prachtig Oceaan," zegt het paard met de hoorn gelukkig. "Ja hè," zegt waarschijnlijk Oceaan vermoeid. "Oceaan wie zijn dat?" vraagt ze wijzend naar de vogel en het paard met de hoorn. "Hij is de genezer, Lava," zegt Oceaan wijzend naar de vogel. "En dat is je vader, Lightning," zegt Oceaan wijzend naar het paard. "En wie is hij?" vraagt ze terwijl ze zich omdraait naar het andere jong. "Dat is Fire, je broer," zegt Oceaan. "Jij heet Laila," zegt Oceaan tegen haar. "Welke soorten zijn hier allemaal?" vraagt Fire die meegeluisterd had. "Lava is een feniks, Lightning is een eenhoorn, ik ben een pegasus en jullie zijn pegahoorns," antwoordt Oceaan.

Toen hoorde ze iemand hijgen. Lava schoot naar haar toe. "Wie is dat en welke soort?" vraagt Fire fluisterend. "Dat is Luna en zij is ook een pegasus net als ik," zegt Oceaan. "En zij is een feniks," zegt Laila met haar snuit wijzend naar een feniks iets verderop. "Ja, ze heet Diamant," zegt haar moeder.

Laila kijkt weer naar Luna. Ze ziet dat er een lichaam ligt dat net opstaat. "Mogen we even kijken?" vraagt Fire hoopvol. "Als ze heeft gedronken mag dat," zegt Oceaan. "Maar vraag wel eerst even aan Luna of het mag," vervolgt ze. Laila en Fire knikken en houden dan het veulen in de gaten.

Ze zien dat het veulen de speen gevonden heeft en begint te drinken. Als het veulen ophoudt met drinken lopen ze langzaam naar voren. "Luna, mogen we met haar spelen?" vragen Fire en Laila poeslief als ze op gehoorsafstand zijn. "Ja hoor, ze heet Vulcana," zegt Luna. "Kom eens Vulcana," zegt ze.

Vulcana komt vanachter haar moeder vandaan. Ze was achter haar moeder gaan staan toen ze hen zag naderen. "Hoi, zegt ze verlegen. "Hallo," zegt Fire vrolijk. "Hoi," zegt Laila zelfverzekerd.

Vulcana komt iets dichterbij. "Zullen we spelen?" vraagt Laila. "Oke, wat gaan we doen?" vraagt Vulcana zelfverzekerder door het enthouiasme en zelfvertrouwen van Fire en Laila. "Zullen we uitproberen hoe we kunnen vliegen?" stelt Fire voor. "Oke," zegt Vulcana enthousiast. "Normale paarden kunnen niet vliegen," zegt Luna. "Ik ga het toch proberen," zegt Vulcana koppig. "Dat moet je zelf weten," zegt Luna onverschillig.

Laila springt in de lucht en spreidt haar vleugels maar ze merkt dat ze te grote vleugels heeft. "Mag ik naar buiten?" vraagt Laila. "Ja, maar als je gaat vliegen zeg dat dan tegen de bewakers," zegt Oceaan. "Fire jij mag ook naar buiten," zegt Oceaan. "Mag ik ook naar buiten alsjeblieft," bedelt Vulcana. "Oke, goed dan," zegt Luna toegeeflijk. "Dankje mam," zegt ze blij.

Ze lopen met zijn drieën naar buiten. Laila ziet een eenhoorn en een feniks op wacht staan. "Wij gaan proberen te vliegen," zegt Fire tegen de bewakers.

Hij voelt kennelijk geen angst of hij toont zijn angst niet. "Oke, als jullie vallen kunnen we jullie redden," zegt de eenhoorn. "Hoe heet jij?" vraagt Vulcana aan de eenhoorn. "Ik heet Druppel," zegt ze vriendelijk. "Komen jullie?" roept Fire vanaf de rand van de wolk.

Druppel loopt hen achterna als ze naar Fire lopen. Fire zet zich stevig af met zijn achterpoten en spreidt meteen zijn vleugels. Hij valt een eindje naar beneden, maar dan ziet Laila dat hij de smaak te pakken heeft en omhoog vliegt.

Druppel kijkt toe met open hangende mond. Druppel wist dat pegahoorns toch al sneller leerden, moest ook wel zij moesten meer weten. Maar het is nog nooit gebeurd dat een veulen op de eerste dag van zijn leven al kan vliegen. "Echo, ga naar binnen en zeg tegen Oceaan dat Fire al kan vliegen," zegt ze tegen de feniks.

Hij haast zich naar binnen. Even later komt hij naar buiten met Oceaan. "Laat zien," beveelt Oceaan. Fire loopt naar de rand van de wolk en zet zich weer stevig af. Hij spreidt meteen zijn vleugels en dit keer valt hij minder lang. Hij vliegt weer omhoog. Hij vliegt even en landt dan weer op de wolk.

Oceaan is sprakeloos. "Hoe is dit mogelijk?" vraagt Oceaan verbaasd. "Weet ik niet," zegt Echo.

Oceaan neemt een aanloopje en springt dan van de wolk af. Ze vliegt naar rechts. Laila kijkt haar na. "Ik ga het ook proberen," verklaart Vulcana vastberaden.

Druppel vindt het goed maar houdt haar angstvallig in de gaten als ze zich afzet van de wolk. Al snel zien ze haar niet meer. Snel prevelt Druppel een spreuk.

Ze kijken ingespannen naar beneden. Dan zien ze haar uit de wolken tevoorschijn komen. Maar zonder wolk. "Hoe is dit mogelijk?" stamelt Druppel met een denkrimpel in haar hoofd.

Ze loopt in zichzelf mompelend naar binnen om Luna te halen. Ineens ruikt Laila een onbekende geur. "Echo ik ruik iets onbekends," zegt ze.

Hij snuift de lucht op. "Ik ruik niks," zegt hij. Laila ziet vaag dichterbijkomende figuren. "Daar," roept Laila. Echo spant zijn ogen in. "Draken," mompelt hij. "Ga naar binnen en kom niet naar buiten voor wij zeggen dat het mag," zegt hij.

Hij vliegt naar het leidershol. Vulcana, Laila en Fire rennen naar binnen. "Er komen draken aan," roept Laila schril van angst. "Echo is naar de leider," zegt Fire.

Druppel stuift naar buiten en gaat voor een ingang zitten. Fire, Vulcana en Laila kom hier," roept Luna. "Diamant kom je me helpen hen te verdedigen tegen mogelijk gevaar," roept ze naar de zwangere feniks.

Ze strompelt naar hen toe. In het midden van de kraamkamer valt ze neer en begint hevig te hijgen. "Haar jongen worden geboren," roept Luna schril van angst. "Druppel help," roept ze als er ook nog een griffioen binnenkomt.

Druppel stormt naar binnen. Ze werpt zich op de griffioen. Luna rent naar Diamant. Ze masseert haar flank. Er valt een lichaampje. "Bijt het vlies door," beveelt Luna. Laila bijt snel het vlies door. Daarna komt er een tweede lichaampje. Ze bijt ook bij het tweede jong het vlies door. "Dat waren ze," zegt Luna opgelucht.

Ze kijkt op en ziet dat Druppel aan het verliezen is. "Luna, help Druppel!" roept ze. Luna sjeest eropaf en samen drijven ze de griffioen het hol uit.

Ze ziet dat Diamant heel moe is en slaapt. Zelf was ze ook heel moe. Ze krult zich warm op tegen Fire en Vulcana. Dan valt ze in slaapt.

Hoofdstuk 2[]

Fire wordt geeuwend wakker. Hij ziet zijn zus bij de pasgeboren jongen staan.

Hij loopt er ook naartoe. "Wat zien ze er raar uit," hoort hij Laila zeggen. "Hun vader is Night een pegahoorn net als jullie," zegt Diamant.

Nu kan Fire de jongen goed zien. "Hoe heten ze?" vraagt Fire nieuwsgierig. "Hij heet Uranus," een paard met de vleugels en de staart van een feniks, "En dat is Xolo," een feniks met de vleugels en de staart van een pegasus. "Ze kijken hen aan met nieuwsgierige, grote ogen. "Hoi Xolo en Uranus," zegt Fire vriendelijk.

Ze verstoppen zich in de veren van hun moeder. "Niet bang zijn," zegt Diamant bemoedigend. "Gaan jullie maar even spelen met Vulcana dan kunnen ze nog even wennen," zegt de moeder van Xolo en Uranus.

Ze lopen bij hen vandaan. Vulcana was inmiddels ook opgestaan. "Hoi, hoe gaat het?" vraagt Vulcana geeuwend. "Goed hoor," zeggen Laila en Fire. "Ik ga proberen te vliegen," zegt Laila dapper. "Ik ga mee," zegt Fire.

Ze lopen naar buiten. "Hoi, hoe heten jullie?" vraagt zijn zusje aan de bewakers als ze buiten zijn.

Toen hoorde ze een oproep van een wolk in het midden. "Kan jij vliegen?" vraagt de pegahoorn. "Nee," antwoordt zijn zusje. "Dan vlieg ik naast je om je te ondersteunen," zegt de pegahoorn. "Oke," zegt Laila.

Ze zetten zich af. Fire maakt een paar luchtsalto's en is heel trots dat hij dit al kan. Vulcana vliegt naast hem mee.

Hij kijkt naar zijn zusje onder hem ondersteund door de pegahoorn. Ineens ziet hij een schim meevliegen naar boven loerend. "Gevaar," roept Fire. Dan slaat de schim toe. De pegahoorn kan zijn zusje wegduwen maar wordt zelf gegrepen. Fire vliegt op hem af. Hij schopt het wezen tegen zijn kont. Het wezen draait zich boos om en de pegahoorn valt. Vulcana vliegt achter hem aan en ondersteund hem. Fire trapt het wezen in zijn gezicht. Hij ziet bloeddorst in zijn ogen. Hij ontwijkt het wezen en trapt hem dan vol in zijn rug. Het wezen vlucht weg.

Hij draait zich om naar de bewaker. "Wacht waar is Laila?" vraagt hij panisch.

Hij vliegt zo snel als hij kan door de wolken naar beneden. Hij ziet haar vallen en het wezen probeert haar te grijpen. Hij vliegt er snel naar toe en trapt het monster weg. Hij ziet in zijn ooghoeken dat Laila nu wel vliegt en hem komt helpen. Samen jagen ze hem weg.

Ze vliegen naar boven. Als ze boven de wolken uitkomen vliegt er een hele menigte. "Hee," roept iedereen als ze hen zien. Verscheidene dieren komen hen omhelsen en anderen zeggen dat hij het goed gedaan had.

Dan klinken er twee stemmen boven de anderen uit. "We moeten de vergadering nog houden," roepen Lightning en Elektra. Ze vlogen met de hele menigte naar de vergaderwolk.

Fire neemt plaats naast een feniks en Laila aan Laila's andere zijde zit Vulcana. Hij kijkt zijn ogen uit omdat hij hier nog nooit geweest is. Hij ziet dat Lightning en Elektra op een wolk springen die Lightning getoverd heeft. "Vlam, Druppel kom naar voren. Echo, Hemel hebben Vlam en Druppel de testen gehaald en zijn ze klaar voor het krijgersleven?" vraagt Lightning. "Ja," antwoorden ze. "Dan zullen jullie vanaf vandaag krijgers zijn!" zegt Elektra. "Druppel! Vlam! Druppel! Vlam!" roept de menigte. "Ik heb gehoord dat Fire op zijn eerste dag al kon vliegen en Vulcana kan ook vliegen ookal is ze een paard. Vulcana als jij leerling bent wil jij dan vertellen hoe je het deed?" vraagt Lightning. "Ja," klinkt Vulcana's vastberaden stem. Lightning knikt.

"Waar is Oceaan?" vraagt Fire aan de feniks naast hem. "Ze is gewond geraakt in het gevecht en ligt in het medicijnhol," antwoordt de feniks. "Waar is het medicijnhol?" vraagt Laila. "Daar," hij wijst naar een hutje aan de rand van de wolk.

Ze rennen met zijn drieën naar de hut. Ze lopen naar binnen en zien daar een feniks. Hij had gehoord dat hij Lava heet. "Lava, hoe gaat het met onze moeder?" vraagt Fire. "Ze ligt daar," zegt hij.

Fire en Laila lopen naar het nest en Vulcana loopt achter hen. Ze zien dat hun moeder enorme brandwonden heeft en dat er een fikse snee in haar zij zit. "Mama, gaat het?" vraagt Laila bezorgd. Ze heft haar hoofd op. "Lava is een goede genezer, ik kom er wel weer bovenop," zegt ze geruststellend. "Oke," zegt Fire niet geheel overtuigd.

Ze lopen het hol uit. Ze vliegen met zijn drieën terug naar het kraamkamer.

Ze zien Uranus en Xolo met elkaar spelen. Als ze hen zien gaan ze zich snel achter hun moeder verschuilen. "Hé, zo worden jullie nooit krijgers," zegt Diamant tegen haar kinderen. "Ik wel," zegt Xolo met haar borst vooruit. "Dan word ik wel genezer," bromt Uranus.

Xolo loopt voorzichtig op hen af. "Hallo, ik ben Fire, dat is Vulcana en zij is mijn zusje Laila," zegt Fire als Xolo bij hen is. "Ik ben Xolo," zegt ze nog steeds een beetje angstig. "Je hoeft niet bang te zijn," zegt Vulcana die kennelijk ook de angst die Xolo uitstraalde voelde. "Ik ben niet bang," zegt ze dapper. "Wil je leren vliegen?" vraagt Laila. "Ja, heel graag," zegt Xolo vrolijk. "Mag ik ook meedoen?" vraagt Uranus die blijkbaar alles gevolgd had. "Ja," zegt Fire. Ze lopen naar buiten.

"Hoi," begroet Fire de bewakers. "Hoi," zeiden ze terug.

Uranus en Xolo lopen naar de rand van de wolk. Ze kijken in de diepte. Uranus huivert. Xolo kijkt alleen maar nieuwsgierig. "Wat is er daar onder?" vraagt Xolo. Een bewaker antwoordt: "daar wonen vampiers en weerwolven op die grote bol daar en mensen." "Wat zijn mensen," vraagt Uranus. "Dat zijn wezens die op twee benen lopen, eigenlijk zijn het vampiers die geen krachten hebben," zegt de andere bewaker. "Zijn ze gevaarlijk?" vraagt Vulcana. "Nee, maar als een mens je ziet wel. Dan probeert hij je te vangen," zegt de bewaker. "Dus je moet gewoon zorgen dat ze je niet zien," zegt Vulcana. "Ja," zegt de bewaker. "Kunnen we nou proberen te vliegen?" zegt Uranus ongeduldig.

Ze lopen weer naar de rand van de wolk. Xolo zet zich af. Ze spreidt meteen haar vleugels en heeft de luchtstroom gevonden.

Uranus zet zich ook af en valt even naar beneden maar vliegt dan weer omhoog. Laila, Fire en Vulcana besluiten ook maar even te vliegen.

Fire zet zich af en voelt meteen de luchtstroom onder zijn vleugels door komen. Fire daalt af tot net in de wolken. Hij wappert met zijn vleugels om wat wolken aan de kant te krijgen. Een klein stukje blijft in het midden. Hij vormt het tot een bal en vliegt ermee naar boven. Druppel was één van de bewakers. "Kun jij hiervan een echte bal maken?" vraagt hij met zijn allerzieligste gezicht. "Ja natuurlijk," zegt Druppel. Ze tovert de wolk om in een echte bal. "Hé jongens, we kunnen hiermee spelen," roept hij naar de anderen.

Ze vliegen op hem af. "We moeten proberen hem in de lucht te houden," zegt Fire. "Hij mag niet in de wolken komen," vult Vulcana aan. "Oke," zegt Xolo. "Zullen we dan beginnen?" vraagt Laila. "Ja," antwoordt Uranus.

Fire schopt de bal omhoog. Snel schiet Laila eropaf en geeft de bal een trap. Vulcana schopt hem naar Xolo en Xolo schopt hem naar Uranus. Uranus slaat hem met zijn voorpoten heel ver omhoog.

Fire doet een wedstrijdje met Vulcana wie het eerst bij de bal is. Fire komt eerst bij de bal en juicht omdat hij gewonnen had. Hij wil de bal pakken maar hij ziet dat de bal bijna bij Vulcana is. Fire vliegt eropaf. Doordat Fire naar haar toe vloog lette ze niet op en de bal viel langs haar naar beneden.

Fire zag dat Laila hen met een tevreden grijns aankeek omdat zij de bal had weten te pakken. Toen zag Fire de kop van Luna naar buiten steken."Jongens jullie moeten gaan slapen," zegt ze. Ze vliegen naar het hol. Fire landt op de wolk. Hij merkt nu pas hoe moe hij is.

Laila loopt met een trotse houding het hol binnen. Fire loopt ook naar binnen. Hij ziet dat Oceaan weer in de kraamkamer ligt. "Mama," roept hij blij. Hij wrijft zijn neus tegen zijn moeder's wang. Hij nestelt zich warm tegen haar aan en valt in slaap.

Hoofdstuk 3[]

Laila wordt wakker. Ze kijkt om zich heen. Xolo en Vulcana staan te kletsen. Ze loopt naar hen toe. "Dat was echt grappig toen jij die bal wel te pakken kreeg en Fire en Vulcana niet," zegt Xolo grinnikend tegen haar als ze bij hen staat. "Ja, dat was wel grappig," zeggen Laila en Vulcana tegelijk.

Ze kijken elkaar aan en barsten dan in lachen uit. "Kunnen jullie niet stil zijn?" bromt Uranus slechtgehumeurd. "Niet zo brommen," zegt Xolo vrolijk. "Ik beslis zelf wel wat ik doe," bromt hij geïrriteerd.

Xolo wendt zich weer naar hen toe. "Zullen we even wat vliegen?" stelt Xolo voor. "Oke," zeggen Laila en Vulcana.

Ze lopen naar buiten en zetten zich af op de rand van de wolk. "Zullen we een wedstrijdje doen?" vraagt Vulcana. "Wie het hoogst durft te vliegen," zegt Laila. "Oke," zegt Xolo.

Ze beginnen moeizaam omhoog te vliegen. Xolo is de eerste die het opgeeft. Ze vliegt terug naar de kraamkamer.

Vulcana is een doorzetter maar ook zij geeft het uiteindelijk op. Laila is heel nieuwsgierig en is benieuwd wat er daarboven is. Ze vliegt nog verder naar boven.

Ineens ziet ze een schim. Ze wil vluchten maar is verstijfd van angst.

Ze ziet het dier nu duidelijker. Ze ziet een paard met de kop en de vleugels van een grote adelaar. "Hallo," zegt het wezen. "Hoi," zegt Laila. Ze merkt nu pas dat hij niet veel groter dan zij is. "Ik ben Spider," zegt het wezen. "Ik ben Laila," zegt ze met trillende stem. "Je hoeft niet bang te zijn ik ben maar een jonge hippogrief, mijn ouders zijn veel groter," zegt de hippogrief. "Ik ben een pegahoorn. Ik denk dat mijn broer en moeder zich afvragen waar ik blijf dus ik moet gaan. Doei," zegt ze. "Doei," zegt Spider.

Laila vliegt naar beneden. Halverwege komt ze haar moeder en broer tegen. "Gelukkig je bent ongedeerd," zegt Oceaan opgelucht. "Ik ruik hippogrief, kom we moeten gaan," zegt haar moeder.

Ze vliegen naar de kraamkamer. "Wat is een hippogrief?" vraagt Fire. "Een paard met de vleugels en de kop van een grote adelaar," antwoordt Laila. "Hoe weet jij dat?" vraagt haar moeder bezorgd. "Ik heb een hippogrief ontmoet. Hij heet Spider," zegt ze. "En je bent ongedeerd, hoe kan dat?" vraagt Oceaan. "Hij was de zoon van twee andere hippogriefen zei hij. Hij was iets ouder dan ik," antwoordt Laila. "Heeft hij verteld of er nog meer jongen waren geboren?" vraagt haar moeder. "Nee, daar heeft hij niks over gezegd," zegt Laila verbaasd. "Laila ga naar het leidershol en zeg tegen Lightning en Elektra wat je weet," beveelt haar moeder.

Laila vloog het hol uit naar het leidershol. Ze moest een eindje vliegen en viel toen uitgeput neer op de rand van de wolk van de leiders. "Mag ik binnenkomen?" vraagt ze als ze een beetje heeft gerust. "Ja," klinkt Elektra's stem.

Ze vermoedde dat dit de ingang was naar Elektra's gedeelte van het wolkenhuis. Ze liep naar binnen.

Ze zag Elektra naar de ingang kijken. Lightning keek vanaf zijn kant ook toe. "Laila, wat brengt jouw hier?" vraagt Elektra kalm. "Ik heb een hippogrief gezien, de zoon van twee andere hippogriefen," zegt Laila. "De zoon van Aragne en Claw," fluistert Lightning hard genoeg dat Laila het kan horen. "Je mag wel hier komen, Lightning," zegt Elektra.

Hij loopt naar haar toe. "Hoe heet hij?" vraagt haar vader. "Spider," zegt ze. "Is dit alles wat je weet?" vraagt Elektra. "Ja," zegt ze. "Kom mee," zegt Lightning.

Ze vliegen met zijn drieën naar de vergaderwolk. Lightning tovert weer een wolk. "Laat alle dieren van dit kamp zich verzamelen voor een vergadering," roepen Lightning en Elektra.

Ze ziet een paard uit een hol komen, die verbaasd opkijkt naar de leiders terwijl hij gaat zitten. Ze ziet dat Lava, de genezer, naast hem gaat zitten.

Ze kan ver kijken en ziet een aantal krijgers aanvliegen en aan de andere kant kan ze de figuren van haar moeder, broer en vrienden zien. Er waren geen leerlingen omdat Druppel en Vlam de enigste leerlingen waren en nu krijgers zijn.

Ze kijkt over het kamp naar het landschap dat zich uitvouwde. Ze zag veel wolken, sommige wolken hadden een gele gloed door de zon.

Ze wendt haar hoofd om Elektra te zien. Ze heeft een dikke buik denkt ze.

Haar vrienden zijn inmiddels aangekomen en gaan zitten op de vergaderwolk. Haar moeder schijnt het helemaal niet raar te vinden dat Laila op de wolk zit bij de leiders. De anderen kijken haar verbaasd aan. In de ogen van de krijgers ziet ze respect en eerbied.

"Laila heeft een hippogrief ontmoet, de zoon van Aragne en Claw. Spider is zijn naam. Hij heeft niks verteld over eventuele broertjes of zusjes," zegt Lightning. Er klinkt angstig, bezorgd en geschokt gemompel. Vlam waagt het te vragen waarom hij haar niet aanviel. "Hij was iets ouder dan Laila en wist waarschijnlijk dat hij haar niet aankon," antwoordt Elektra.

Toen maande Lightning de katten tot stilte. "Ik ben zwanger van Lava," zegt Elektra. "Ik zal dadelijk met de moederdieren en jongen naar de kraamkamer gaan. Oceanus ik vertrouw erop dat jij tijdens mijn zwangerschap mijn taken vervuld," zegt ze tegen Oceanus. "Je zal tijdelijk intrekken in het hol van Elektra," zegt Lightning. Hij knikt ter acceptatie.

Laila vliegt van de wolk af met Elektra. De moederdieren en de andere jongen zetten zich ook af. Ze vliegen met zijn allen terug naar de kraamkamer. "Dat was echt cool, dat je op de wolk mocht staan met de leiders," zegt Xolo die haar enthousiasme niet meer kon inhouden. "Ja dat was echt vet, alleen maar omdat ik met Spider gesproken had," zegt Laila trots. "Was dat niet spannend?" vraagt Vulcana met een bewonderende stem. "Nee," zegt ze dapper. "Ik kon echt het hele kamp overzien," zegt ze terugdenkend aan het landschap. "Wow, wie zag je allemaal?" wilde Fire weten. "Ik zag een groepje krijgers en ik zag ook jullie vanuit de kraamkamer komen," zegt Laila. Uranus bromde alleen maar jaloers op Laila. "Hé, doe niet zo jaloers. Wees blij voor haar," zegt Diamant die de jaloezie in Uranus' stem had opgemerkt. "Oke," zegt Uranus vast van plan niet naar zijn moeder te luisteren.

Laila landt op de wolk van de kraamkamer. Ze loopt naar binnen. De anderen lopen achter haar naar binnen. "Zullen we met de bal spelen?" stelt Xolo voor. "Dat is goed," zeggen Laila, Fire en Vulcana.

Ze lopen naar buiten. "Ik doe niet mee," roept Uranus.

Xolo schopt de bal meteen al heel hoog. Xolo, Laila en Vulcana gaan er met zijn drieën achteraan. Fire bleef beneden.

Laila was als eerste bij de bal en schopt hem naar Vulcana. Vulcana schopt hem naar Xolo en Xolo wil hem naar Fire schoppen maar ze zien hem nergens.

Laila spant haar ogen in om iets te zien. Ze ziet niks. Ze gebruikt haar oren. Ze hoort haar broer luid en duidelijk. "Laat me los smeerlappen," snauwt hij boos. "Laat me gaan stomme draken," zegt hij woedend. "Als ik jou was zou ik mijn bek maar houden," zegt een draak. "Ik weet waar hij is," zegt Laila verstikt door verdriet. "Hij is gepakt door de draken," vervolgt Laila. "Wat?!" zeggen Vulcana en Xolo. "We kunnen beter aan de bewakers vragen wat er gebeurd is," zegt Vulcana.

Ze vliegen naar de bewakers. "Wat is er gebeurd met Fire?" vragen ze aan de bewakers. "Hij vloog omhoog en toen zagen we hem niet meer," zeggen de bewakers. "Waar is hij dan?" vraagt een bewaker die de ernst hoorde in Vulcana's stem. "Hij hij is ontvoerd door door draken," zegt Xolo beverig. "Ik ga het melden aan de leider," zegt Night. Hij vliegt weg.

Laila loopt met trillende poten de kraamkamer in. "Wat is er gebeurd?" vraagt Oceaan bezorgd als ze hun angstige gezichten ziet. "Fire is ontvoerd door draken," zegt Laila met hangend hoofd. "Nee!" krijst ze. "Dat kan niet. Dat kan niet!" roept ze panisch. "Kom mama, dan gaan we even naar de genezer. Oceaan laat haar hoofd zakken en loopt met Laila mee naar de uitgang.

Ze zetten zich af en Oceaan valt meteen naar beneden. Oceaan was overmand door verdriet en had geen puf meer. Laila ondersteunde haar tijdens de vliegtocht naar de vergaderwolk. Daar aangekomen liet Laila zich uitgeput neervallen. Ze sloot even haar ogen om kracht te sparen. Ze stond weer op.

Haar moeder was te moe om ook maar één stap te zetten. Ze besloot alleen naar de genezer te gaan. Ze stak de wolk over en liep zijn hol in. "Lava, wil je even mee komen met wat kalmerende kruiden?" vraagt Laila.

Hij pakte wat kruiden en liep met haar mee naar de plek waar haar moeder lag. "Wat is er gebeurd?" vraagt hij als hij Oceaan ziet. "Fire is gegrepen door de draken en ik denk dat ze in een depressie zit," antwoordt Laila. Als ze het steeds zegt verdwijnt haar verdriet een beetje. Lava duwt wat kruiden naar haar moeder toe. Oceaan at ze op maar daar was ook alles mee gezegd. Lava bood haar wat water aan, maar dat nam ze niet aan.

Lava en Laila droegen haar naar het medicijnhol. Daarna vloog Laila terug naar de kraamkamer. Ze rolde zich op tegen Luna en viel in slaap.

Hoofdstuk 4[]

Fire ontwaakte. De vorige dag was hij gevangengenomen door de draken. Hij moest in de kraamkamer slapen. Bij Fauna, Asali, Safura en Ahadi, Moon en Tiger. Ze deden wel vriendelijk tegen hem, alleen Safura leek hem te haten. Ze wierp bij binnenkomst boze blikken vol haat naar hem. Fauna was wel aardig ze had zelfs een beetje medelijden gisteren. Hij merkte dat de kraamkamerdieren in ieder geval al vriendelijker waren dan hij dacht. Hij keek om zich heen. Safura en Tiger waren al op. Ze stonden te praten. "Ik wil je iets laten zien," zegt Tiger als hij ziet dat hij wakker is. Hij loopt naar buiten en Fire loopt achter hem aan. Safura komt met een norse blik achter hen aan. Tiger staat vol trots bij een harde stenen bal. "Onze klauwen zijn zo sterk dat we door steen heen kunnen, als we ouder worden zijn onze klauwen minder scherp," zegt Tiger als hij Fire's verbaasde gezicht ziet. Fire hoort Ahadi en Asali ook naar buiten komen. "Zullen we met de bal spelen?" stelt Ahadi voor. "Oke," zegt Fire. Asali gooit hem in de lucht. Fire vliegt omhoog om hem te pakken maar Safura probeert hem ook te pakken te krijgen. Safura kijkt hem boos aan en vliegt veel sneller dan hem naar de bal. Ze krijgt hem te pakken en kijkt hem triomfantelijk aan. Fire landt op de steen. "Kan jij al vliegen?" vragen ze bewonderend. "Ja, hoezo?" vraagt Fire. "Draken leren meestal pas vliegen als ze leerlingen zijn en griffioenen ook, Safura is een uitzondering," zegt Asali. "Oh, dat wist ik niet," zegt Fire. "Jongens kom eens," roept Fauna vanuit de kraamkamer. Dan klinkt er een oproep van de middelste steen. Fauna, Fire, Safura en Moon helpen de andere jongen de oversteek te maken. Ze landen op de rand van de steen en lopen verder naar het centrum. Fire gaat zitten. Talloze draken en griffioenen staren hem aan. Hij krijgt het er benauwd van en wil het liefst wegduiken achter de vleugel van Fauna. Hij ziet de leiders van het kamp op een steen springen die vastzit aan de grond. Sharp en Miracle zijn hun namen. "Beste draken en griffioenen het is tijd dat Rain en Lion krijgers worden. "Bliksem, Flame hebben de leerlingen goed getraind en zijn ze klaar om hun stam volledig te beschermen en te verdedigen?" vraagt Miracle. " Ja," antwoorden hun mentors. "Rain en Lion van nu af aan zijn jullie krijgers," zegt Sharp. "Rain! Lion! Rain! Lion!" roept iedereen. "We hebben ook een gevangene van het wolkenkamp: Fire de zoon van Oceaan en Lightning," deelt Miracle mee. Er klinkt gejuich op uit de menigte. Fire vliegt terug naar de kraamkamer naast Fauna. Hij vertrouwt haar het meest. Hij denkt aan zijn zusje, hopelijk gaat het goed met haar en met mam. Hopelijk komen ze hem snel redden. Dan landt hij op de steen van de kraamkamer. Voordat hij de kraamkamer inliep zag hij in zijn ooghoek vele schimmen. Hij draait zijn hoofd. Dat zijn de dieren van mijn kamp. Zijn lichaam vulde zich met hoop. Toen ze dichterbij kwamen schrok hij. "Hippogriefen!" roept hij panisch. Moon stuift naar buiten. "Niet alleen hippogriefen, ook vampiers en weerwolven," schrikt Moon. Moon vliegt razendsnel van het platform af en vliegt zo snel als ze kan naar de leidersgrot. Fire loopt snel de kraamkamer in. Fauna had het ook gehoord en had Tiger en haar jongen bevolen bij haar te komen. "Fire kom hier," beveelt Fauna. Toen kwam een vampier de kraamkamer in. Fire draaide zich snel om. Het was dezelfde vampier die hij had verslagen. Fire trapte hem in het gezicht en Fauna kwam hem helpen. Met zijn tweeën dreven ze hem het hol uit. De vampier vlucht het hol uit. Fire draait zich om. Tot zijn schrik ziet hij een weerwolf vanachter op Safura afsluipen. Razendsnel vliegt Fire naar de weerwolf. De weerwolf wil Safura bijten maar Fire komt dan net voor Safura te staan en hij wordt gebeten. Hij hoort Fauna nee roepen. Dan wordt alles zwart.

Hoofdstuk 5[]

Laila werd wakker. Waar is Fire? Toen drong de akelige herinnering van gisteren binnen. Fire was ontvoerd door draken en haar moeder zat in een zware depressie. Ze vroeg zich af waarom haar moeder in een depressie zat. Ze had haar dochter toch nog? Ze besloot naar Lava te vliegen. Ze stond op. Vulcana werd wakker door haar. "Waar ga je heen?" vraagt Vulcana. "Ik ga naar Lava," antwoordt Laila. "Ik ga mee," zegt Vulcana. "Oke," zegt Laila. Ze lopen naar de uitgang van de kraamkamer. Ze zetten zich af van de rand van de wolk. Ze vliegen naar het centrum van het kamp. Dan landen ze voorzichtig op de rand. Ze lopen verder naar het medicijnhol. Snel glippen ze naar binnen. "Hoi Lava," begroeten ze de genezer. "Hoi," zei Lava. "Hoe gaat het met mam?" vraagt Laila. "Wel goed hoor alleen maar een depressie," zegt Lava. "Waarom zit ze eigenlijk in een depressie?" vraagt Vulcana. "Ze heeft Laila toch ook nog?" vervolgt Vulcana. "Ze had vroeger een andere partner en een zoon," zegt Lava. "Haar partner heette Falsafa, hij was een prima krijger en al een jaar dood volgens mij. Hun zoon heet Jasiri," zegt Lava. "Hij werd gepakt door het stenenkamp, een paar dieren gingen hem redden. Maar Jasiri was al vermoord door hen," zegt Lava bitter. "Oh, wat erg?" zei Laila geschokt. "Ja, je moeder verwacht niet dat Fire terugkomt en wil absoluut niet dat Lightning Fire gaat redden," zegt Lava. "Als ze Lightning en Fire verliest wordt ze waarschijnlijk gedreven tot waanzin," zegt Lava ernstig. Laila overdacht wat er dan allemaal zou kunnen gebeuren. Haar moeder zou waarschijnlijk eerst alles bij elkaar schreeuwen om dan vervolgens een hele dag te gaan huilen en dan voor de rest van haar leven futloos in een hoekje zitten en vergeten een dochter te hebben. "Lightning heeft haar beloofd zelf niet te gaan," zegt de genezer. "Hij is nu aan het besluiten wie er wel gaan," zegt Lava. "Oke," zegt Vulcana die bijna niks had gezegd. Ze lopen het hol uit. "Zullen we even je vader opzoeken?" stelt Laila voor. "Oke," zegt Vulcana enthousiast. Ze lopen het hol van Hemel in. Hij was de enigste die daar sliep omdat Vulcana kon vliegen en er geen andere paarden waren. "Hoi vader," zegt Vulcana vrolijk. "Hoi Vulcana," zegt Hemel, blij dat zijn dochter hem komt bezoeken. "Hoe gaat het?" vraagt Hemel. "En wie heb je bij je?" vraagt Hemel. "Het gaat heel goed en dat is Laila, mijn beste vriendin," zegt Vulcana. "Hallo Laila, was jij niet de pegahoorn die Spider had ontmoet?" vraagt Hemel. "Ja, dat was ik," antwoordt Laila. "En heb je nog meer vrienden?" vraagt Hemel. "Ja, Fire Laila's broer en Xolo," zegt Vulcana. "Was Fire niet ontvoerd door het stenenkamp?" vraagt Hemel. "Ja," zegt Vulcana bedrukt. "Heb je er zin in om leerling te worden?" vraagt Hemel. "Ja, heel veel!" zegt Vulcana enthousiast. "Nou jullie worden binnenkort leerlingen," zegt Hemel. "Yeeh," roept Vulcana. "Vind jij het niet leuk om leerling te worden?" vraagt Vulcana verbaasd als ze merkt dat Laila stil blijft. "Eigenlijk zou Fire er dan bij moeten zijn," zegt Laila verdrietig. Laila loopt het hol uit. Vulcana komt ook het hol uit. "Hé, het komt wel goed," zegt Vulcana geruststellend. "Je zal wel gelijk hebben," zegt Laila niet overtuigd. Ze lopen naar de rand van de wolk en zetten zich af. Ze vliegen op hun gemakje terug naar de kraamkamer. Ze landen op de rand van de kraamkamerwolk en lopen het hol in. "Hallo, fijn dat jullie er weer zijn," zegt Xolo vrolijk. "Uranus is weer in een slecht humeur," fluistert Xolo erachteraan. "Ik ben niet humeurig," bromt Uranus. "Oke," zegt Xolo. "Waar is?" ze maakt haar zin niet af. De pijnlijke herinnering van gisteren drong haar geheugen in. "Waar is Oceaan?" vraagt ze daarom maar. "Ze zit met een depressie in het medicijnhol," antwoordt Laila. Toen hoorden ze een oproep voor een vergadering. Luna, Diamant, Uranus, Xolo, Vulcana en Laila lopen het hol uit en zetten zich af op de rand. Ze vliegen naar de vergaderwolk. Xolo landde te wild en duikelde voorover. "Gaat het?" vraagt Diamant half bezorgd half geamuseerd. "Ja hoor," zegt Xolo. Laila en de anderen lagen in een deuk. Toen iedereen uitgelachen was liepen ze verder. Laila nam plaats naast Lava. Aan haar andere zijde zat Vulcana. "Beste feniksen en paardachtigen, we hebben besloten wie er gaan proberen Fire te reddden," roept Oceanus. "Deze dieren gaan mee: Druppel, Vlam, Oceanus, Night, Water, Vonk, Hemel en Echo," roept Lightning. Laila ziet dat Vulcana bang naar Hemel kijkt. Hemel kijkt terug met een blik die alleen Vulcana snapt. Laila kijkt weer naar de leiders. "Het is ook tijd om van vier babydieren leerlingen te maken. Uranus, Xolo, Vulcana en Laila, kom naar voren," roept Lightning. Laila jouw mentor wordt Night. Night train haar goed," zegt Oceanus. Night knikt. Laila loopt naar hem toe en gaat naast hem zitten. "Vulcana jouw mentor wordt Lightning," zegt Oceanus. Vulcana blijft zitten met een stralend gezicht, omdat haar mentor op de wolk voor de leiders staat. "Xolo jouw mentor wordt Water," zegt Lightning. Xolo loopt naar haar mentor. "En Uranus jouw mentor wordt Echo," roept Lightning. Uranus loopt, zoals gewoonlijk, met een humeurig gezicht naar Echo. "Morgenochtend gaan we proberen Fire te redden," roept Oceanus. "Ga maar slapen," zegt Night tegen haar. Laila vliegt met de anderen naar het leerlingenhol. Ze maakt een nest tussen Xolo en Vulcana. Uranus ligt helemaal aan de andere kant van het hol. Ze gaat in haar nest liggen en valt als een blok in slaap. Dan wordt ze weer gewekt door de stem van Lightning die alweer een vergadering bijeen riep. Ze vloog met de anderen vermoeid weer naar buiten. Als ze weer onder de wolk zitten, wordt Laila vervuld van blijdschap.

Hoofdstuk 6[]

Fire doet zijn ogen open. Hij voelt een kloppende pijn in zijn zij. Hij wilde overeind komen, maar twee poten duwden hem voorzichtig weer tegen de grond. "Blijf liggen," zegt het dier. Fire doet wat het dier zegt. Hij heft wel zijn hoofd op en ziet daar de genezer staan. De genezer had spinrag op een bloedende wond in zijn zij gedrukt. Hij ziet ook een iets kleiner diertje kruiden sorteren. Waarschijnlijk de leerling van de genezer. Zo te zien is ze een draak en de genezer is een griffioen. Beiden zijn ze meisjes. Hij denkt aan Vulcana, Laila en Oceaan. Hopelijk vergaat het hen goed. Hij beseft dat Laila en Vulcana vandaag leerlingen zijn geworden. Waarschijnlijk wordt ik ook leerling als ik terug ben en mijn wond genezen is. "Vampiers, weerwolven en hippogriefen werken normaal gesproken toch niet samen?" vraagt Fire aan de leerling van de genezer. "Nee, eigenlijk niet, maar het gerucht gaat dat ze een groep hebben gevormd onder leiding van de hippogriefen," zegt ze. "Hoe heet jij?" wilde Fire weten. "Wing," zegt ze, "en dat is Robijn." ze wijst naar de genezer. "Oke, ik heet Fire, maar dat wist je vast al," zegt Fire. "Ja, ik wist al dat je Fire heet," zegt Wing. "Oke," zegt Fire. Toen hoorde hij iemand binnenkomen. "Is hij wakker?" vraagt het dier. "Ja, dat is goed Fauna, ga maar even kijken," zegt Robijn. Hij hoort Fauna's snelle pootstappen. Dan staat ze voor zijn neus. "Gaat het al beter?" vraagt Fauna. "Ja," zegt Fire. "Geen enkel woord kan jou vertellen hoeveel dank ik heb dat je mijn dochter hebt gered. Bedankt," zegt Fauna. Fire wist niks te zeggen met al deze lof. Toen hoorde hij een vergadering. "Robijn kan Fire naar de vergadering?" vraagt Fauna. "Ja," zegt Robijn. Fire staat voorzichtig op geholpen door Fauna en Wing. Hij loopt naar buiten en moet even knipperen tegen het zonlicht. Dan loopt hij verder. Hij zoekt een plaats in de achterste kringen. Fauna gaat naast hem zitten. Ahadi komt ook aangelopen en gaat aan zijn andere zijde zitten. Sharp en Miracle gaan op de steen staan. "Draken en griffioenen, Fire, onze gevangene, heeft Safura gered van een weerwolf met gevaar voor zijn leven. Daar zullen we hem eeuwig dankbaar voor zijn. Omdat Fire Safura heeft gered is hij niet langer onze gevangene. Wing, Robijn en Fauna zullen hem naar huis begeleiden," zegt Miracle. Een draak genaamd Light bedankt hem uitbundig. Hij vertelde dat hij de vader was van Safura. Daarna werd hij naar huis gebracht door Wing, Robijn en Fauna. Fire landde eerst op de kraamkamerwolk. Hij zag dat alleen Elektra daar lag. Ineens begon ze te hijgen. Fire vloog snel het hol uit en vroeg of Robijn en Wing hem konden helpen met Elektra. Robijn, Wing en Fauna vlogen naar binnen. Elektra schreeuwde van angst toen ze hen zag. "Rustig Elektra, ze komen helpen," zegt Fire geruststellend. Elektra liet zich helpen. Het eerste lichaampje lag op de grond. Wing beet het vlies door. Fire zag het tweede jong ook al liggen en beet van het tweede jong het vlies door. Fauna beet het vlies van de derde door en Robijn beet het vlies van het vierde jong door. Elektra schoof haar jongen naar haar buik. "Bedankt," zegt ze uitgeput. Elektra viel in slaap. "Zullen we naar het hol van je leider gaan?" vraagt Robijn. "Oke, we vliegen buiten de holen om," zegt Fire. "Volg mij," beveelt hij. Hij gaat door de uitgang naar buiten en vliegt dan om het hol heen. Als ze achter het hol zijn, vliegt hij nog wat verder weg van de holen en gaat dan richting het leidershol. Als ze achter het leidershol zijn, vliegt Fire naar de ingang van het gedeelte van Lightning. Fire gaat eerst naar binnen en daarna komen zijn begeleiders. Lightning en Oceanus schrikken wakker. "Fire, wat doen die vijanden bij jou?" vraagt Lightning zijn angst verbergend. "Ik heb Safura gered," zegt hij, "En in ruil daarvoor mocht ik terug naar dit kamp." "Ik heb bij het redden van Safura een buikwond opgelopen en zij zorgden ervoor dat ik veilig naar hier kon komen en ze hebben Elektra geholpen bij de bevalling," zegt Fire. "Oke," zegt Oceanus. "Bedankt dat jullie Fire en Elektra hebben geholpen," zegt Lightning. "We moeten maar terug naar ons eigen kamp," zegt Wing. "Oke, nog bedankt voor jullie hulp," zegt Oceanus. Hun vijanden verlaten het hol. Lightning werpt een blik op de buikwond van zijn zoon. "Kom mee, je terugkomst moeten we vieren," zegt Lightning. Lightning tovert een wolk en springt erop. "Kom Fire, je mag bij mij op de wolk staan," zegt Lightning. Fire stapt op de wolk. Oceanus gaat er ook op staan en zo vliegen ze naar de vergaderwolk. Als de wolk op zijn plek staat roept Lightning een vergadering bijeen. De dieren komen al snel uit hun holen. Fire ziet dat dieren elkaar aanstoten en naar hem wijzen. Hij speurt de menigte af naar Laila, Vulcana, Xolo en Oceaan. Hij ziet Laila, Xolo en Vulcana staan aan de rand van de menigte. Laila straalt helemaal en Xolo en Vulcana ook. Hij ziet zijn moeder begeleidt door Lava uit het medicijnhol komen. Ze richt haar hoofd op en ziet hem staan. "Fire!" roept ze. Ze vliegt naar hem toe en likt bezorgd over zijn lichaam. "Ben je ongedeerd?" vraagt Oceaan bezorgd. "Ik heb alleen een buikwond," zegt Fire. Ze bekijkt hem maar ziet dat hij niet diep is. Ze neemt weer een plekje in tussen de menigte. Als iedereen er is begint Lightning met de vergadering. "Zoals jullie zien is Fire er weer!" roept Lightning. "Fire heeft een drakin het leven gered en mocht als beloning terug naar huis, de dieren van het stenenkamp hebben hem naar huis begeleid omdat hij een buikwond had opgelopen toen hij het leven redde van de drakin. De dieren die hem hebben begeleid hebben Elektra geholpen bij de bevalling. Ze zijn nu weer naar huis gegaan," zegt Oceanus. Fire kijkt zijn vader met een vragende blik aan of hij iets mag zeggen. Zijn vader knikt. "Ik heb die buikwond opgelopen door een weerwolf. De weerwolven, vampiers en hippogriefen werken samen. De hippogriefen hebben de leiding," zegt Fire. Er klinkt verontrust gemompel in de menigte. Fire wil van de wolk afspringen maar Oceanus houdt hem tegen. "Fire het is tijd dat je leerling wordt. Druppel is vanaf nu jouw mentor," zegt Lightning. Fire vliegt van de wolk af. Lava komt meteen naar hem toe om hem te onderzoeken. Na het onderzoek zegt hij dat hij gewoon kan trainen maar nog wel een beetje moet oppassen. Fire rent naar Laila. "Ik heb je zo gemist!" zegt Laila. "Ik jou ook," zegt Fire. Daarna loopt hij naar Vulcana. "Goed je weer te zien," zegt Fire. "Ja," zegt Vulcana verlegen. Dan nog als laatste Xolo. "Heb je het hier een beetje uitgehouden?" zegt hij met een knikje naar Uranus. "Ja hoor," zegt Xolo. "Fijn je weer te zien," vervolgt Xolo. "Ja," zegt Fire. Ze vliegen naar het leerlingenhol. Fire maakt een nest naast Vulcana. Fire gaat in zijn nest liggen en valt meteen in slaap.

Hoofdstuk 7[]

Laila wordt wakker. Ze ziet haar broer vredig slapen. Xolo en Uranus zijn al weg. Vulcana is er ook nog. Laila staat op en rekt zich uit. Daarna loopt ze naar de uitgang van het hol. Ze ziet daar Night, Druppel en Lightning wachten. "Wil jij Vulcana en Fire halen?" vraagt Lightning. Laila loopt het hol weer in. "Jongens wakker worden!" roept ze naar Fire en Vulcana. Ze schrikken wakker. "Huh wat is er?" vraagt Fire verdwaasd. "We moeten trainen," zegt Laila. "Ja dat klopt," zegt Druppel die haar hoofd in het hol had gestoken. Vulcana loopt al naar de uitgang en Fire staat nu ook op. Laila loopt ook naar de uitgang. Eenmaal buiten neemt Night haar mee naar een wolk net buiten het kamp. Vulcana en Fire vliegen ook mee met hun mentors. Als ze daar aankomen ziet ze dat Xolo en Uranus daar ook zijn. Ze richtte haar aandacht op Night toen hij iets zei tegen haar. "Het belangrijkste wat een krijger moet leren is vechten," zegt Night. "Dit is de trainingswolk, hier trainen alle leerlingen," zegt Night. "Oke," zegt Laila. Night loopt bij haar vandaan. Hij loopt naar Lightning en Druppel. Na even met hen te hebben gepraat lopen ze met hun drieën naar Water en Echo. Ze praten even met hen en roepen dan de leerlingen bij elkaar. Laila draaft naar de mentors. Zij was de laatste. "Jullie gaan nu een schijngevechtje doen zodat we weten wat jullie allemaal kunnen en wat jullie nog moeten leren," zegt Druppel. "En onthoud het is ieder voor zich," zegt Water. Ze knikken dat ze het begrijpen. Laila stelt zich op. Als het teken wordt gegeven om te beginnen, begint ze te vechten tegen Uranus. Ze duwt tegen zijn schouders. Dan pas merkt ze hoe gespierd hij is. Hoe kan dat nou? Die ene seconde dat ze afgeleid is sloeg Uranus toe. Hij schoot onder haar lange benen door en beukte haar de lucht in. Laila spreidt haar vleugels en daalt voorzichtig af. Ze ziet dat Vulcana nu tegen Uranus vecht. Ook zij werd met gemak verslagen. Vulcana was wel de sterkste van Laila's vriendengroep. Eenmaal op de grond wordt ze meteen aangevallen door Xolo. Laila tovert een wolk onder Xolo's poten. Laila beveelt de wolk de lucht in te gaan. Xolo vliegt van de wolk af. Laila zet zich af en vliegt haar tegemoet. Ze beukt Xolo in een poging haar te doen vallen. Xolo is echter sterk en laat zich niet omver beuken. Xolo beukt Laila met al haar kracht. Laila gaat uit de weg en Xolo vliegt een paar meter door. Xolo is nu afgeleid en Laila ziet de kans een net om haar heen te toveren. Ze verbaasd zich erover dat al te kunnen. Ze had van haar moeder gehoord dat veel pegahoorns en eenhoorns dat pas konden als ze krijger waren. Toen hoorde ze dat haar mentors het gevecht hadden beëindigd. Laila nam het net mee naar de mentors. Xolo was op één of andere manier bewusteloos geraakt. "Heb jij een net getoverd?" zegt Druppel ongelovig. Druppel had het nog niet geleerd en zij kon het in één keer. "Night, Xolo is bewusteloos," zegt Laila tegen Night. "Wat?!" zegt Night. Night wierp een blik op het net. Lightning kwam ook kijken. Hij keek met bewondering naar haar. "Ik ben de enigste die dat kan," zegt Lightning. "Kun je misschien ook de tegenspreuk uitspreken," vraagt Druppel. "Weet ik niet," zegt Laila. Ze richt haar hoorn op het net en het net verdwijnt. Xolo ligt nu luid snurkend op de grond. Water en Echo zijn aan het praten met Uranus. Lightning tilt Xolo op en ze lopen naar hen toe. "Hoe kan het dat jij zo sterk bent?" vraagt Water. Uranus weigert koppig hierop te antwoorden. Maar Water dringt aan. "Oke dan, ik heb mijn spieren weleens getraind," zegt Uranus ontevreden. "Goed dan," zegt Echo. Night en Druppel draaien zich naar haar en Fire. "Jullie gaan een gevechtje doen omdat jullie allebei pegahoorns zijn," zegt Druppel. "Oke," zegt Fire. Laila knikt. Laila en Fire gaan tegenover elkaar staan. "Start," zegt Night. Fire springt op haar af. Laila stapt opzij en Fire springt langs haar heen. Laila springt op Fire om hem tegen de grond te drukken. Fire krijgt haar niet van zich af maar hij heeft nog wel wat trucjes. Hij tovert een gat in de wolk. Laila spreidt snel haar vleugels. Fire spreidt ook zijn vleugels. Ze beginnen een gevechtje in de lucht. Tot Night hen terugroept. Ze vliegen weer naar beneden. "Je hebt goed gevochten Fire, heel slim om een gat te maken in de wolk," complimenteert Druppel. "Jij hebt ook goed gevochten Laila, heel goed hoe snel je reageerde toen Fire een gat maakte," zegt Druppel tegen haar. "Ja heel goed," zegt Night. "Het is tijd om terug te gaan," roept Lightning. Laila draaft naar hem toe. Ze zet zich af van de rand en vliegt naar het leerlingenhol. Ze gaat naar binnen en gaat meteen in haar nest liggen. Ze legt haar hoofd op haar benen en valt in slaap.

Hoofdstuk 8[]

Fire werd wakker. Laila, Xolo en Uranus sliepen nog en hij zag Vulcana's schaduw voor de ingang van het leerlingenhol. Ze was aan het praten met Lightning. Hij zei tegen haar dat ze de eenhoorns en de paarden lessen moest geven in het vliegen. "Oke," antwoordt ze. Ze vliegen weg van het platform. Toen zag hij dat Druppel neerstreek. " Kom," zegt ze tegen hem als ze hem ziet. Hij loopt naar buiten. "We gaan naar de aarde zodat je de planeet leert kennen," zegt ze. Ze prevelt wat woorden en vertrekt dan. Fire vliegt haar achterna. "Heb je een spreuk uitgesproken?" vraagt Fire. "Ja, een spreuk zodat de wezens van de aarde ons niet kunnen zien," antwoordt Druppel. "Dus zodat we onzichtbaar zijn?" concludeert Fire. "Ja," antwoordt ze. Dan landen ze op de planeet. "Waarom kunnen vijanden ons dan wel zien? Waarom gebruiken we die spreuk niet ook om ons te verdedigen?" vraagt Fire. "Omdat we scherp moeten blijven. Als we de spreuk gebruiken verslapt onze alertheid en worden we zwak en niet in staat ons te verdedigen," zegt Druppel. Fire denkt snel na. "Maar als we niet kunnen winnen en we bijna helemaal worden uitgeroeid wat dan?" vraagt Fire. "Dan mag het wel," zegt Druppel. "Oke," zegt Fire. Ze beginnen te lopen. Fire merkt dat het avond is. Ze lopen op een open plek. Daar zien ze een kring vrouwen zitten. Ze bespreken iets wat hij niet kan verstaan. Dan ziet hij een lichaam aanvliegen. Ze landt midden in de kring. "Anaid hoe kom jij hier?" vraagt een vrouw. Het meisje kijkt verbaasd om zich heen. "Weet ik niet," zegt ze beverig. Dan draait een vrouw zich naar hem en Druppel. "Hallo, ik ben Elena, dat is Gaya, zij is Karen en dat is Anaid," zegt Elena. "Hallo, ik ben Druppel en hij is Fire," zegt Druppel totaal niet verbaasd. "We waren toch onzichtbaar?" vraagt hij fluisterend. "Deze vrouwen zijn de omarheksen, zij kunnen ons wel zien," zegt Druppel. "Elena we moeten gaan," zegt Druppel. Ze loopt weg door de bosjes. Dan komen ze in de bebouwde kom. Fire ziet ontelbaar veel dingen. "Wat zijn dat? vraagt Fire. "Dat zijn huizen, de mensen wonen erin," zegt Druppel. "Kom ik moet je nog iets laten zien," zegt Druppel. Ze tovert een wolk en stijgt op. Fire vliegt met haar mee. Hij ziet vanalles onder zich door schieten. Uiteindelijk landt Druppel midden in een vochtig bos. "Dit is een oerwoud," zegt Druppel. Fire ziet ontelbare dieren in allerlei hoekjes en gaatjes schieten. Hij ziet tussen de bomen een okapi en boven zich hoort hij de kreten van de apen. Hij hoort bosolifanten door het struikgewas denderen. Hij hoort de verschrikte kreet van een dier dat net besprongen werd door een jaguar. Hij ziet verderop een beekje waar een tijger drinkt. Dan scheert er een groep papegaaien rakelings over zijn hoofd en in de verte ziet hij op een tak een toekan zitten die roept naar andere toekans. "Mooi is het hier toch," zegt Druppel. "Ja," zegt Fire. "Ik wil je nog laten kennismaken met wat vrienden," zegt Druppel. Ze tovert haar wolk weer tevoorschijn en springt erop. Fire vliegt met haar mee. Al snel landt ze in een bos. Ze prevelt wat woorden. "Zijn we zichtbaar?" vraagt Fire. "Ja, maar alleen voor de katten die hier wonen," zegt Druppel. Fire loopt met haar mee. In de verte ziet hij een kamp opdoemen. Druppel loopt tot de ingang van het kamp en maakt zich dan klein. Ze wurmt zich erdoor heen en Fire komt haar snel achterna. Fire ziet veel katten in het kamp. Hij ziet een goudbruine kater naar vier kittens lopen. Een zwarte poes kijkt hem liefdevol aan. Hij ziet dat er een lapjespoes uit het hol komt waar de zwarte poes voor ligt. Ze straalt het gezag van een leider uit. Achter haar komen vier kittens aandartelen. Hij ziet een cyperse kater uit een hol naast het hol van de zwarte poes komen. Hij loopt naar de lapjespoes en geeft haar een lik. Hij ziet twee oudsten uit het hol strompelen met een derde achter hen. Hij ziet een kat bevelen uitdelen. Hij ziet wat kleinere katten over de plek lopen met mos tussen hun kaken. Hij ziet ook dat een zandkleurige poes met kruiden het kamp in loopt en verdwijnt in een hol aan het begin van het kamp. Toen zag hij de kater die bevelen uitdeelde op hen af komen. 'Ik ben Lijsterroep, de commandant van de Schaduwclan en zij is Lavendelster, de leider," zegt Lijsterroep. Hij wijst op de lapjespoes met de vier kittens. Ze komt naar hen toe. "Welkom Druppel, wie heb je meegebracht?" vraagt Lavendelster als ze bij hen staat. "Ik ben Fire, de zoon van Lightning en Oceaan," zegt Fire met zijn borst vooruit. "De zoon van de leider," zegt Lavendelster. "Wil je hem een rondleiding geven?" vraagt Druppel aan Lavendelster. "Dat is goed," zegt de leider. "Windpoot en Arendvacht jullie gaan Fire rondleiden," roept Lavendelster naar twee katten bij een hoop prooi. Ze komen snel aandraven. "Wie zijn dit?" vraagt Windpoot vol ontzag. "Dit is Fire en dat is Druppel. Ze wonen in de lucht," zegt Lijsterroep. "Kom mee," zegt Windpoot nadat ze omhoog had gekeken. Ze loopt eerst naar de zwarte poes toe. "Dit is Nachtroos die kater daar Luipaardklauw is haar partner en die vier jongen daar bij Luipaardklauw zijn haar kinderen. Ze heten Oceaankit, Hemelkit, Sterrenkit en Vonkkit," zegt Arendvacht. "En dat zijn de kittens van Lavendelster: Tijgerkit, Egelkit, Hulstkit en Jaagkit," zegt Windpoot met haar staart wijzend naar de andere vier kittens. Dan loopt ze naar het hol daarnaast. "Dit is het krijgershol," zegt Windpoot, "hier slapen de krijgers." Ze loopt door naar een ander hol. "Hier slaapt Lavendelster normaal gesproken maar nu zit ze in de kraamkamer," zegt Windpoot. Ze loopt naar het hol waar de drie strompelende katten uitkwamen. "Hier is het oudstenhol. Vlinderpels, Vogelklauw en Voslicht slapen hier," zegt Arendvacht. Ze lopen weer verder. "Hier slaap ik met Maanpoot, Lindepoot, Paddepoot en Lichtpoot," zegt Windpoot. "En hier is het medicijnhol. Hier slapen Zandbloem en Wildhart,' zegt Arendvacht. "Bedankt voor de rondleiding," zegt Fire. Hij loopt terug naar Druppel. Druppel komt hem tegemoet. "Kom we gaan naar het kamp," zegt Druppel. "Hebben we een aantal gebruiken van deze katten overgenomen?" vraagt Fire. "Ja," antwoordt Druppel. "Maar niet alles, medicijnkatten mogen geen kinderen krijgen. Onze genezers wel," zegt Druppel. "Oke," zegt Fire. Druppel prevelt weer wat woorden. Dan tovert ze een wolk tevoorschijn en springt erop. Fire vliegt weer naast haar mee. Al snel komen ze in het kamp aan. Hij vliegt rechtstreeks naar het leerlingenhol. Hij loopt naar binnen. Vulcana kijkt hem blij aan. "De helft van de dieren die moesten leren vliegen is het gelukt!" zegt Vulcana enthousiast. "Heel goed!" zegt Fire. Hij loopt naar zijn nest en ploft neer. Dan valt hij in slaap.

Hoofdstuk 9[]

Laila werd wakker. Ze zag dat Fire en Vulcana al weg waren. Xolo en Uranus nog niet. Laila loopt het hol uit. Ze besluit een bezoekje te brengen aan de kraamkamer. Ze vliegt ernaar toe. Daar aangekomen landt ze op de wolk. Ze loopt naar binnen. "Hoi Elektra, hoe gaat het?" begroet Laila de leider. "Goed en met die kleine rakkertjes gaat het ook goed," zegt ze met een blik op haar ravottende jongen. 'Hoe heten ze?" vraagt Laila. "Jongens kom eens op een rijtje staan," roept Elektra. Ze lopen naar hun moeder en gaan in een rijtje staan. "Dat is Uru, dat is Sifa, dat is Hasidi en dat is Aheri," zegt Elektra ze wijst beurtelings haar jongen aan. "Mooie namen," zegt Laila. "Mam, mogen we weer spelen?" vraagt Aheri zeurderig. "Dat is goed," zegt Elektra. Laila prevelt een afscheid en loopt dan het hol uit. Ze vliegt terug naar het leerlingenhol. Night staat te wachten. "Kom we gaan," zegt Night. Hij prevelt wat woorden. "Waar naar toe?" vraagt Laila. "Dat zie je dan wel," zegt Night. Hij vliegt weg. Laila komt hem snel achterna. Ze vliegen een heel eind. Night prevelt onderweg nog wat woorden. Dan ziet Laila iets opdoemen. Een enorme gele bol. "Is dit de zon?" hakkelt Laila. "Ja," antwoordt Night. Hij landt op het oppervlak. "Waarom zijn we niet dood?" vraagt Laila. "Omdat ik een spreuk heb uitgesproken die ons beschermt tegen hitte," zegt Night. Laila landt ook op de zon. "Misschien weet je het nog niet, maar ik neem je de volgende dagen steeds mee naar andere planeten. Je moet voordat je krijger wordt een test doen. Je moet op een andere planeet overleven een dag lang zonder onzichtbaarheidsspreuk," zegt Night. "Oke," zegt Laila. Ze had wel zin in wat uitdaging. Laila had de afgelopen dagen vaak de vechttechnieken geoefend en was toe aan wat anders. Ze meende dat ze elke vechtbeweging onder de knie had. Night liep bij haar vandaan. Laila volgde hem snel. Ze keek haar ogen uit. Ze zag allemaal vuurmannetjes rondlopen. Night stopte. "We gaan vechtbewegingen oefenen die je moet gebruiken tegen deze wezentjes," zegt Night. "Ik zal je eerst wat over hen vertellen. Ze zijn allereerst niet zo snel. Ze kunnen wel goed vechten en weten altijd precies waar een zichtbaar iemand zich bevind. Ze gooien ook met vlammen en vuurballen. Die vuurballen en de vlammen zijn zo heet dat ze een hoorn kunnen smelten," zegt Night. "Ze hebben dan weer niet zo'n goede ogen en kunnen niet zo goed gooien," vervolgt Night, "De beste manier om hen aan te vallen is met spreuken. Als je geen spreuken beheerst kun je hen het beste vanuit de lucht aanvallen. Ik heb het er niet bij gezegd maar een onverwachte aanval zorgt meestal voor een beetje paniek. Dan moet je zo snel mogelijk zo veel mogelijk van de wezentjes uitschakelen." "Oke," zegt Laila. "Ik zal je een demonstratie geven," zegt Night. Hij vliegt weg en heft zijn onzichtbaarheidsspreuk op. Hij vliegt razendsnel op de wezentjes af. Hij trapt er eentje weg. De wezentjes rennen in paniek rond tot er één de leiding neemt. Maar in de tussentijd heeft Night al heel veel wezentjes verwond. Toen de overige wezentjes zich naar hem toe draaiden, prevelde Night snel de onzichtbaarheidsspreuk. Hij landt weer naast haar. "Bij de test mag je natuurlijk niet de onzichtbaarheidsspreuk gebruiken," zegt Night. We gaan terug naar het kamp," vervolgt hij. Laila zet zich af van de zon. Night zet zich ook snel af om niet achter te blijven. Ze vliegen terug naar het kamp. Na een lange tocht landt Laila uitgeput op de rand van het leerlingenhol. Ze blijft even liggen en loopt dan naar binnen. Ze loopt rechtstreeks naar haar nest en valt uitgeput in slaap.

Hoofdstuk 10[]

Fire wordt wakker. Iedereen is weg ziet hij. Hij staat op en loopt naar buiten. Hij ziet Druppel zitten. "Waar gaan we naartoe?" vraagt Fire. "Naar Mars," antwoordt Druppel een huivering onderdrukkend. "Is die planeet zo erg dan?" vraagt Fire die had opgemerkt dat Druppel bang was. "Ja, maar dat zie je allemaal wel op die planeet," zegt Druppel. Ze zetten zich af van de rand en Fire ziet verbaasd dat Druppel ook vliegt. "Vulcana heeft het me geleerd," verklaart Druppel als ze zijn verbaasde gezicht ziet. Fire knikt. "Weet je ook waarom we steeds naar planeten gaan?" vraagt Druppel na een korte stilte. "Nee," zegt Fire. "Als je krijger wil worden moet je één dag overleven op een andere planeet. Zonder onzichtbaarheidsspreuk en je moet zelf de planeet kiezen," zegt Druppel. "Oke," zegt Fire. Hij besluit goed te onthouden wat er op welke planeet is. "Er is ook een vel papier in het leidershol waar precies opstaat wat op welke planeet is, mocht je het vergeten," zegt Druppel. Druppel prevelt weer wat woorden. "We kunnen waarschijnlijk niet op de planeet komen want dan wordt het waarschijnlijk onze dood," zegt Druppel huiverend. Fire ziet nu Mars voor zich opdoemen. "Het lijkt wel een storm," zegt Fire die allemaal vechtende dieren ziet. "Ja," zegt Druppel. Fire kijkt zijn ogen uit. Hij ziet klauwende katten en schoppende centauren. Er zijn sirenes die dieren proberen te lokken. Ineens suist er een stekel langs hem heen. Hij wil vragen van wie die was maar zag dat Druppel geraakt was. "Breng me naar kamp," zegt ze met moeite. Dan valt ze flauw. Fire ondersteund haar snel. Hij had de weg onthouden. Hij vliegt met haar helemaal terug naar het kamp. Bij het leerlingenhol gunt hij zich een paar seconden rust en vliegt dan verder naar de vergaderwolk. Hij sleept haar naar het medicijnhol. Lava had hen blijkbaar al gezien want hij kwam naar buiten met kruiden. "Stekel van Mars," zegt Fire als Lava hem vragend aankijkt. Lava begint meteen met de stekel uit haar zij te trekken. Fire loopt weg. Hij besluit een eindje te gaan vliegen. Hij vliegt richting het stenenkamp. Na een tijdje ziet hij de contouren van een draak en daarna ziet hij nog veel meer dieren van het stenenkamp. Fire vliegt zo snel als hij kan naar het wolkenkamp, rechtstreeks naar het leidershol. Hij vliegt zonder iets te vragen het leidershol in. "Griffioenen en draken hier heen," zegt Fire hijgend. Lightning laat een kreet horen die iedereen hoort. Het betekent aanval van stenenkamp. "Oceanus, Fire ga Elektra en haar kinderen halen," zegt Lightning tegen hen. Fire en Oceanus vliegen door de uitgang naar buiten. Fire vliegt zo snel als hij kan naar de kraamkamer. Elektra zat al buiten te wachten met haar kinderen. "Kunnen ze al vliegen?" vraagt Oceanus. "Uru wel," zegt Elektra. "Fire jij neemt Hasidi, ik Aheri en Elektra neemt Sifa," commandeert Oceanus. Elektra zegt snel iets tegen Uru. Die dan knikt. Fire gaat naast Hasidi staan. Ze zetten af. Fire ondersteunt Hasidi zo goed mogelijk. Als ze bij de vergaderwolk komen, loodst Fire Hasidi meteen naar het medicijnhol. Hasidi loopt naar binnen, al snel gevolgd door Uru, Aheri en Sifa. Fire kijkt op. Hij ziet dat het stenenkamp al bijna bij hen is. Oceanus deelt bevelen uit. Er gaan twee dieren bij het medicijnhol zitten. Drie anderen vormen een halve kring om hen heen. De rest moet gewoon kijken waar hij nodig is. Fire besluit op de veragaderwolk te blijven. Hij kijkt met uitdagende ogen naar de naderende dieren. Fire kijkt oplettend naar de kant waar hij de dieren van het stenenkamp verwacht. Ze zijn er bijna. Fire valt de eerste op het platform aan. Het is Miracle ziet hij. Hij spreekt een spreuk uit waardoor ze zich koortsig voelt. Fire geeft haar een paar trappen en dan vlucht ze. Dan springen Tiger en Safura op zijn rug. Hij zorgt ervoor dat Safura in een net komt te zitten. Ze schreeuwt woest naar hem. Dan richt Fire zich op Tiger. Tiger haal zijn klauwen naar hem uit en raakt hem in zijn zij. Fire trapt Tiger in zijn gezicht. Tiger doet woest nog een uitval naar hem maar hij mist. Fire ziet de kans hem nog eens te trappen. Tiger vlucht weg en neemt Safura mee. Fire kijkt om zich heen en ziet dat de laatste dieren net worden verjaagd. Hij ziet Lava tussen de dieren doorschieten om te kijken hoe erg de wonden zijn. Fire laat zich ook onderzoeken. Lava smeert wat kruiden op zijn wond en loopt dan verder. Fire loopt even het medicijnhol in om te kijken hoe het met Druppel gaat. Hij ziet haar liggen. Fire loopt naar haar toe. "Hoe gaat het?" vraagt Fire. "Het gaat goed en ik ben zwanger!" zegt Druppel enthousiast. "Gefeliciteerd!" zegt Fire. Hij loopt het hol uit en vliegt uitgeput naar het leerlingenhol. Hij loopt snel naar binnen als hij is geland. Hij loopt naar zijn nest en ploft erin. Dan vallen zijn ogen dicht.

Hoofdstuk 11[]

Laila wordt wakker. Ze ziet dat Fire onder de schrammen zit. Ze staat op en loopt naar hem toe. "Wat is er gebeurd?" vraagt Laila. "We werden gisteren aangevallen door het stenenkamp," zegt Fire als hij beseft dat ze het tegen hem heeft. "Oke," zegt Laila. Ze voelt zich een beetje stom dat ze er gister niet was om haar kamp te verdedigen. Ze loopt het hol uit. Ze ziet dat Night er nog niet is, dus besluit ze een bezoekje te brengen aan de clans op Aarde. Ze spreekt de onzichtbaarheidsspreuk uit en vliegt dan naar de Aarde. Als ze de Aarde ziet gaat ze naar het bos waar de katten leven. Daar landt ze op de grond. Ze snuift de lucht op en gaat in de richting waar ze de meeste katten ruikt. Al snel ziet ze iets wat lijkt op een kamp. Ze loopt erom heen naar de ingang. Ze loopt door de tunnel. Als ze binnen staat ziet ze een oudste uit een hol komen en een lichtbruine kater deelt bevelen uit. Dan krijgt de kater haar in het oog. Snel loopt hij naar het leidershol. Dan komen er drie leerlingen op haar af. "Wij zijn Poelpoot, Tulppoot en Leliepoot," stellen ze zichzelf voor. "Ik ben Laila," zegt Laila. Dan lopen de leerlingen weg omdat ze worden geroepen. Laila kijkt naar het leidershol en ziet daar een bruin cyperse kater uit komen, gevolgd door de lichtbruine kater. Uit een hol vlakbij komt een jonge, blauwgrijze kater aanlopen. Hij bereikt haar net iets voor de lichtbruine en de bruin cyperse kater. "Ik ben Waterdauw," zegt de blauwgrijze kater, "Het is een eer jou hier te mogen verwelkomen." Inmiddels zijn de andere twee katers ook bij haar. "Ik ben Hondenster, leider van de Hemelclan. Hij is Notenpels, de commandant en dat is Waterdauw, de medicijnkat," zegt Hondenster. "Ik ben Laila, een leerling van het wolkenkamp," zegt Laila. "Wil je een rondleiding?" vraagt Notenpels. "Ja," zegt Laila. "Winterklauw en Lentedauw kom hier en geef haar een rondleiding," roept Hondenster naar een witte en een zandkleurige kat. Ze komen naar hen toe. "Ik ben Winterklauw en zij is Lentedauw mijn zus," zegt de witte kat. "Ik ben Laila," zegt ze. "Laten we beginnen," zegt Lentedauw enthousiast. Ze lopen naar een hol. "Dit is de kraamkamer, Oleanderbloem slaapt hier," zegt Winterklauw. Dit is het krijgershol, waar wij slapen," zegt Lentedauw als ze bij het volgende hol staan. Dan lopen ze naar het leidershol, daarna het leerlingenhol en als laatste het medicijnhol. "Bedankt voor de rondleiding," zegt Laila als ze naar de uitgang loopt. Ze loopt het kamp uit en vliegt weg naar het leerlingenhol in haar kamp. Als ze daar aankomt ziet ze dat Night er nog steeds niet is. Ze blijft een paar minuten wachten en ziet hem dan aankomen. Hij landt naast haar op de wolk. "Waar ben jij geweest?" vraagt Night. "Ik ben op de Aarde geweest bij de Hemelclan," antwoordt Laila. "Oke," zegt Night. "Waar ben jij geweest?" vraagt Laila. "Diamant is weer zwanger," zegt Night alsof hij het nog steeds niet kan geloven. "Gefeliciteerd!" zegt Laila vrolijk. Ineens ziet ze Druppel aanvliegen. Ze landt op de wolk. "Ik ben zwanger," zegt Druppel tegen Laila. "Dat is geweldig!" zegt Laila, "Wie is de vader?" Dan trekt er een zweem van verdriet over haar gezicht. "Jasiri," zegt Druppel verdrietig. Laila schrikt. "Maar hij is toch al lang dood?" vraagt Laila schril. "Nee, hij was een paar weken voordat jullie werden geboren doodgegaan," zegt Night die intens meeleeft met Druppel. "Hij was net krijger," zegt Druppel verstikt door verdriet. "Oh, wat erg. Jasiri zal vast over je waken. Maar jij bent degene die je jongen kan beschermen," fluistert Laila tegen Druppel. "Ja, ik blijf sterk en laat mijn kinderen niet van me afpakken," zegt Druppel vastberaden. "Ja goedzo, je kan iedereen aan," zegt Laila. "Ik ga naar de kraamkamer en nog bedankt hé," zegt Druppel. Ze wil zich afzetten van de rand. "Wacht! zullen ik en Night je begeleiden?" vraagt Laila. Druppel denkt even na. "Oke," zegt ze dan. Laila en Night zetten zich af. Druppel zet zich ook vlug af. Night en Laila vliegen iets langzamer zodat Druppel naast hen kan komen vliegen. Laila kijkt voortdurend omlaag speurend naar vampiers en weerwolven terwijl Night omhoog kijkt vanwege de hippogriefen. Ze kunnen zonder problemen de oversteek maken. Als ze op de wolk geland zijn, lopen ze naar binnen. Laila ziet dat Diamant er ook al ligt. Druppel loopt naar Diamant toe en gaat naast haar liggen. Night en Laila lopen de kraamkamer weer uit. Dan horen ze een oproep. Ze lopen naar binnen. "Night neemt Sifa, Ik neem Hasidi en Laila neemt Aheri. Uru als Diamant en Druppel ondersteuning nodig hebben moet jij hen helpen," zegt Elektra. Ze lopen naar buiten. Laila gaat naast Aheri staan en zet zich af. Ze ondersteunt Aheri als ze naar de vergaderwolk gaan. Daar aangekomen landt Laila voorzichtig op de wolk. Ze loopt naar het midden. Ze gaat zitten naast Druppel. "Diamant is weer zwanger van Night," roept Oceanus. "En Druppel is ook zwanger," Lightning kijkt Druppel aan met een vragende blik. Druppel knikt. "Ze is zwanger van Jasiri," vervolgt Lightning. Er klinken medelevende stemmen in de menigte. Er komen er een aantal naar Druppel om haar te troosten waaronder haar moeder. Als iedereen weer op zijn plek zit zegt Oceanus dat Druppel zwanger is en dat Fire een nieuwe mentor nodig heeft. Luna wordt zijn mentor. Dan gaan de leiders weer terug naar hun hol. Laila loopt naar Night. "Gaan we nog naar een planeet?" vraagt Laila. "Nee, de dag is al bijna voorbij en ik vermoed dat je ook wel moe zult zijn," zegt Night. Laila knikt ter bevestiging. Ze vliegt naar het leerlingenhol. Ze landt op de rand en loopt het hol in. Ze gaat in haar nest liggen. Ze ziet Vulcana binnenkomen, gevolgd door Xolo en Uranus. Dan valt ze in slaap.

Hoofdstuk 12[]

Fire wordt wakker. Hij ziet dat er licht het hol in valt. Hij staat op en loopt naar buiten. Zijn mentor ligt in het medicijnhol en dus heeft hij een vrije dag. Hij besluit naar de aarde te gaan. Hij wil nog een clan gaan bezoeken. Hij vliegt naar de aarde. Hij landt in het bos waar de clans wonen. Dan ziet hij vanuit zijn ooghoeken Safura staan. "Jij hier," sist Fire als hij zich naar haar toedraait. "Hallo Fire," zegt Safura ijzig kalm. "Safura," knikt hij. "Ik had niet verwacht dat jij de weg zou kunnen vinden naar de aarde," zegt Safura. Fire valt haar aan. Safura spuwt een vlam en Fire ontwijkt die. Hij schopt haar in haar gezicht. Safura haalt woest haar klauwen over zijn neus. Fire deinst terug en springt dan weer vooruit. Maar dan glijdt er ineens een ijzeren ding over hen heen. Ze kunnen zich nauwelijks bewegen en zitten tegen elkaar aan geklemd. Fire legt een beschermend schild om zich heen omdat Safura haar kop nog kan draaien. "Waar gaan we heen?" vraagt Fire als hij voelt dat ze opgetild worden. "Dat weet ik toch niet! En nu stil zodat ik hoor wat ze zeggen," snauwt Safura. Fire houdt zich stil. Hij werpt een zijdelingse blik naar de drakin. Ze zit met gespitste oren te luisteren. Fire draait zijn hoofd terug en spitst ook zijn oren. Hij hoort nog net de woorden: "Mooie vangst. We zullen hen onderzoeken," zeggen ze, dan is het stil. "Heb je de onzichtbaarheidsspreuk niet gebruikt?" vraagt Safura. Hij kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. "Nee," antwoordt Fire. "Misschien kan je hem nu gebruiken voor ons allebei. Je kunt niet iets onderzoeken wat je niet kan zien," zegt Safura. Fire spreekt de woorden uit. "Zo," zegt Fire. Fire voelt dat de kooi wordt neergezet. Dan gaat het klepje open. Fire rent naar buiten met Safura. Tot zijn teleurstelling ziet hij dat hij nu in een grotere kooi zit. Hij ziet de mensen verbaasd kijken. Dan komt er een mens het hok in lopen. Hij doet de deur dicht. "Verroer je niet," fluistert Safura. Ze loopt naar voren en spuwt een vlam naar het mens. "Aah!" schreeuwt hij. Hij doet snel de deur open, rent naar buiten en doet de deur weer dicht. "Waag het niet om terug te komen," schreeuwt Safura hem achterna. Fire ligt in een deuk. "Dat was geniaal," zegt Fire stikkend van het lachen. Safura kijkt hem eerst verbaasd aan maar ziet dan ook de lol in. "Ja," zegt Safura. Ze begint te lachen. Nadat ze uitgelachen zijn zien ze de mensen brillen opzetten. Ze wijzen naar hen."Hoe weten ze waar we zijn?" vraagt Safura. "Weet ik niet," zegt Fire. Een mens trekt een beschermend pak aan. Hij doet de deur open en loopt naar binnen. Een ander mens doet de deur dicht. Safura spuwt nog een vlam maar de vlam deert het mens niet. Safura haalt met haar vlijmscherpe klauwen naar het mens uit. Hij is op slag dood. De mensen slaken verschrikte kreten. Dan komt er ineens een muur tussen hen in te staan. Fire schrikt wat gaat er nu gebeuren? Er komt weer een mens binnen aan zijn kant en trekt het lichaam van de dode weg. Fire is echter in alle staten. Hij tovert een net om het mens heen. Hij probeert contact te leggen met de mensen. Dat lukt hem aardig. Hij zegt: "Als jullie me niet bij Safura laten, dood ik dit mens." De mensen laten haastig de muur zakken. Fire verwijdert het net en de man valt op de grond. Snel sleept hij de dode het hok uit. Dan doet hij de deur dicht. De mensen vertrekken. Er blijven er nog een paar staan, maar die vertrekken ook al snel. Safura loopt naar hem toe. "Hopelijk komen we er snel uit," zegt Safura. "Misschien kun je proberen het glas te smelten," zegt Fire. Safura spuwt een vlam naar het raam maar het glas smelt niet. "Jammer," zegt Fire. Hij kijkt rond op zoek naar een uitgang. Dan pas ziet hij in een hoek twee bakken staan. Hij loopt ernaar toe en ruikt er voorzichtig aan. Er gebeurt niks dus kijkt hij in de bak. Hij ziet bruine brokjes liggen. Voorzichtig neemt hij er eentje tussen zijn tanden. Hij vermaalt het met zijn sterke kiezen, dan spuugt hij het walgend uit. "Niet lekker?" vraagt Safura grinnikend. "Nee," zegt Fire. Hij drinkt snel wat uit de bak daarnaast. Dan ziet hij dat de mensen terugkomen. Er loopt een paard naast. Hij heeft een gewei en een hoorn. "Ik denk dat ik weet wie hij is," zegt Fire. "Wie dan?" vraagt Safura. "Jasiri," zegt Fire. "Wie is dat dan?" vraagt Safura. "Jasiri is mijn halfbroer. Jasiri was op een dag verdwenen en niet gevonden. Hij heeft een zwangere partner," zegt Fire. "Oke," zegt Safura. Jasiri wordt de kooi in geduwd. "Hallo," zegt Jasiri. "Hallo, ik ben Fire en dat is Safura," zegt Fire, "En jij bent Jasiri." "Hoe weet je dat?" vraagt Jasiri stomverbaasd. "Omdat Fire je halfbroer is," zegt Safura. "Echt?" vraagt Jasiri. "Ja, anders zeg ik het toch niet," zegt Safura geërgerd. "Hoe gaat het met Druppel?" vraagt Jasiri bezorgd. "Het gaat wel goed met haar, ze was mijn mentor. Ze is nu in de kraamkamer," zegt Fire. "Wie is de vader?" vraagt Jasiri. "Heeft ze niet verteld," zegt Fire. "Oke," zegt Jasiri. De mensen vertrekken weer. Fire loopt naar een hoek van de kooi en gaat slapen.

Hoofdstuk 13[]

Laila wordt wakker. Ze ziet Vulcana en Uranus nog liggen. Fire en Xolo waren al weg. Luna komt het hol in. "Weet jij waar Fire is?" vraagt Luna. "Is hij niet in het kamp dan?" vraagt Laila. "Ik heb het hele kamp doorzocht," antwoordt ze. "Het kan zijn dat hij even een uitstapje maakt naar de aarde. Heb ik ook een keer gedaan toen Night er nog niet was," zegt Laila. "Oke," zegt Luna. Laila loopt naar buiten en Luna komt haar achteraan. Laila gaat buiten zitten wachten op haar mentor. Ondertussen kijkt ze ook richting de aarde om te kijken of Fire eraan komt. Na een half uur is hij er nog steeds niet. Laila snuift de lucht op bij het leerlingenhol. Ze ruikt de geuren van haar en Luna en de iets oudere geuren van haar, Vulcana, Xolo en Uranus toen ze gisteren terugkwamen. Ze rook ook een geur van Fire. De geur was heel oud, van gisterochtend. "Fire is hier niet meer geweest sinds gisterochtend," zegt Laila. "Zou er iets met hem zijn gebeurd?" vraagt Luna angstig. "Ik ga even naar Lightning," zegt Laila. "Ik ga mee," zegt Luna. Ze vliegen naar het leidershol. Als ze op de rand staat vraagt ze toestemming aan Ligtning om binnen te komen. Lightning roept dat het goed is. Ze lopen het hol in. "Was Fire gisteren bij de vergadering?" vraagt Laila met een dringende stem. "Weet ik niet," zegt Lightning. Laila wendt zich naar Oceanus. "Volgens mij niet. Waarom vraag je dat?" vraagt Oceanus. "Fire is sinds gisterochtend niet meer in het leerlingenhol geweest," zegt Luna. "Hij had gisteren een vrije dag omdat Druppel een moederdier werd en Luna 's avonds is benoemd tot zijn mentor," zegt Laila. "We zullen hem gaan zoeken," zegt Lightning. Ze lopen het hol uit en vliegen naar de vergaderwolk. Lightning tovert een wolk als ze er zijn. Hij en Oceanus gaan erop staan. Laila en Luna zoeken een plekje op de open plek. Oceanus roept een vergadering bijeen. Als Laila haar moeder ziet gaat ze naast haar zitten. Zodra alle dieren zich hebben verzameld begint Lightning met de vergadering. "Fire is spoorloos. We zullen steeds een tweetal naar een planeet sturen en er gaan er zes tegelijk weg. Als hij niet op de planeten zit, sturen we een spion naar het stenenkamp. Hij of zij moet de onzichtbaarheidsspreuk gebruiken," zegt Lightning. Dan knijpt Lightning ineens zijn ogen toe. Hij staart ingespannen in de verte. Laila kijkt in dezelfde richting en ontwaart het lichaam van een draak. "Het is een draak," fluistert Laila tegen Oceaan. Maar Oceaan kijkt alleen maar dof uit haar ogen. Laila kijkt weer naar de draak. Lightning en Oceanus vliegen de draak tegemoet. Ze nemen de draak mee. Als ze weer terug op de wolk staan vertelt Lightning dat ze in vrede komt en Wing heet. "Ze is de leerling van de genezer," vertelt hij ook nog. Wing begint te praten. "Weten jullie wat er met Safura is gebeurd?" vraagt ze luidkeels. Lightning antwoordt met nee. "Weet jij wat er met Fire is gebeurd?" vraagt Oceanus aan haar. "Nee," antwoordt Wing. Lightning knikt dat ze mag gaan. Ze vliegt weg, terug naar haar eigen kamp. "We sturen dus geen spion naar het stenenkamp, want genezers liegen nooit," zegt Lightning. "De eerste zes die gaan zijn: Night en Laila naar Mercurius, Vonk en Water naar Venus en Vlam en Hemel gaan naar de aarde," zegt Oceanus. De genoemde dieren zoeken elkaar op. Laila loopt naar Night. "We gaan meteen," zegt Night. Hij vliegt weg en Laila volgt hem snel. Na een lange tocht landt ze uitgeput op Mercurius. Night had de spreuk al uitgesproken net voordat ze er waren. "Ik wil je niet bang maken, maar als Fire de spreuk niet gebruikt heeft op deze planeet is hij waarschijnlijk al dood," vervolgt hij. "Hoezo?" vraagt Laila. "Hier wonen draken. Ze hebben geen vleugels maar zijn wel heel snel en kunnen veel hetere vlammen spuwen dan die van het stenenkamp," zegt Night een rilling onderdrukkend. "Kijk daar heb je er één," zegt Night wijzend naar een lelijk dik beest. "Hoe kunnen die nou snel zijn?" vraagt Laila die ziet hoe langzaam hij zich voortbeweegt. "Schijn bedriegt als hij een prooi ziet kun je niet ontkomen tenzij dat je kunt vliegen," zegt Night. "Hun wilskracht is sterker dan onze sterkste spreuken," zegt Night. Ondertussen waren ze aan het lopen en ze zijn al bijna terug op het punt waar ze begonnen. Daar aangekomen zetten ze zich af en vliegen terug naar het kamp. Ze landen op de vergaderwolk en lopen naar het midden. Daar staat Oceanus op terugkerende dieren te wachten. "We komen net terug van Mercurius," zegt Night. Oceanus draait zich om naar de menigte achter hem. "Uranus en Echo jullie gaan naar Mars," zegt Oceanus. "Night jij moet mij helpen met wachten. Lightning neemt even Laila's training over," zegt Oceanus. Lightning komt aangelopen met Vulcana en Xolo. "We gaan trainen," zegt Lightning. Hij vliegt met hen naar de trainingswolk. Ze landen op de trainingswolk en lopen een eindje van de rand af. Lightning vertelt wat ze gaan doen. Ze moeten vechten zonder de vleugels of de hoorn te gebruiken. "Ik ga tegen Vulcana en Laila tegen Xolo," zegt Lightning. Laila en Xolo gaan tegenover elkaar staan. "Zeker weten dat ik jou versla," sist Xolo uitdagend. "Wedden dat ik jou zal overmeesteren," zegt Laila. Dan moeten ze beginnen. Laila en Xolo cirkelen om elkaar heen. Xolo is de eerste die aanvalt. Ze stormt op haar af en Laila zet een stap opzij. Xolo zwenkt net op het laatste moment naar Laila en beukt haar omver. Snel springt Laila overeind. Laila kijkt naar de linkerkant van Xolo. Ze rent naar die kant. Xolo zet voor de zekerheid een stapje opzij. Laila rent langs haar heen. Ze maakt een zo klein mogelijke bocht en ramt Xolo in haar zij. Xolo geeft mee en samen vallen ze op de grond. Lightning roept dat het klaar is. Laila staat op en loopt naar Lightning toe. Lightning hijgt zwaar. "Vulcana is een echte vechtmachine," zegt Lightning puffend, "En hoe ging het bij jullie?" "Goed, het leek wel alsof Xolo steeds wist wat ik ging doen," zegt Laila enthousiast. " Nou zo goed was ik niet hoor," zegt ze verlegen. "Kom we gaan terug naar het kamp," zegt Lightning. Laila vliegt meteen naar de vergaderwolk. Night komt op haar af zodra ze een voet op de wolk had gezet. "Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat Fire op aarde is. Het slechte nieuws is dat hij heeft gevochten met een drakin en zijn geurspoor konden we ook niet vinden," zegt Night. "Hopelijk gaat het goed met hem," zegt Laila. "Dat hoop ik ook," zegt Night. Laila vliegt naar het leerlingenhol. Ze draait nog even in haar nest en valt dan in slaap.

Hoofdstuk 14[]

Als hij wakker wordt ziet hij op een paar meter afstand Safura liggen, Jasiri ligt helemaal aan de andere kant. Fire staat stilletjes op om hen niet wakker te maken. Hij ziet dat de mensen er al zijn. Hij loopt naar de voerbak in de hoop dat er iets anders ligt. Als hij erin kijkt ziet hij vlees. Er naast ligt vers groen. Fire eet wat van het gras. Dan drinkt hij wat. Dan wendt hij zich naar de mensen. Hij ziet er die rare ronde dingen voor hun ogen hebben zitten in het midden zit glas. Het lijkt wel alsof er twee stokjes naar achteren lopen en achter hun oren verdwijnen. "Goedemorgen Fire," zegt een stem. Fire schrikt zich een ongeluk en springt in de lucht. Dan draait hij zich om. Het is Safura. Ze kan haar lachen nauwelijks inhouden. "Vind je dat grappig?" vraagt Fire, "Ik laat je wel eens zien wat grappig is. Hij duwt Safura omver. "Nu is het niet meer zo grappig toch?" zegt Fire gespeeld dreigend als hij ervoor gezorgd heeft dat ze nergens meer heen kan. "Ga van me af!" zegt Safura grinnikend. Fire stapt van haar af. Meteen springt Safura overeind en beukt hem tegen de grond. "Ik heb je," zegt Safura nog steeds grinnikend. "O ja?" zegt Fire. Safura draait zich om. "Fire?" vraagt Safura. Hier had hij op gewacht hij beukt haar weer tegen de grond en dan zijn de rollen weer omgekeerd. "Simpel toch, een illusie?" zegt Fire grinnikend als hij Safura's verbouwereerde gezicht ziet. Fire loopt bij haar vandaan om de mensen beter te kunnen bekijken. Hij drukt zijn neus tegen het glas. Hij ziet de mensen iets opschrijven op papier met rare staven waar vloeistof uitkomt. Hij ziet bij sommige mensen dat ze iets van de bovenkant afhalen en er dan pas mee schrijven. Jasiri was bij hem kunnen staan. "Die dingen op de gezichten van de mensen zijn brillen en die staven zijn pennen," zegt Jasiri. "Oke," zegt Fire. Hij kijkt om zich heen. Hij verveelt zich, in het kamp had hij altijd wel iets te doen en hier kon hij niks doen. Hij besluit de mensen eens te bestuderen. Hij ziet dat er een jonge vrouw binnenkomt. Ze doet de deur van de kooi open, loopt naar binnen en sluit de deur weer. Ze loopt voorzichtig op hem en Jasiri af. Jasiri loopt weg, maar Fire is benieuwd naar de bedoelingen van deze vrouw. Ze praat tegen hem. Hij verstaat haar. Ze zegt allemaal lieve woordjes. Als ze op een meter afstand staat steekt ze haar hand uit. Fire snuffelt voorzichtig aan haar handpalm. Als ze haar hand beweegt trekt hij snel zijn hoofd terug. Hij draaft naar Jasiri en Safura. "Wat deed je nou weer?" vraagt Jasiri. "ik was nieuwsgierig en ze deed me toch niks," zegt Fire. Jasiri bromt wat woorden en loopt dan naar een andere hoek. Hij keek weer naar de mensen. "Waarom staar je steeds naar hen?" vraagt Safura. "Ik wil weten hoe mensen zijn en dan heb ik tenminste iets nuttigs gedaan als ik weer thuis ben," zegt Fire. "Slim," zegt Safura. Fire zag dat de mensen op een ding zaten. Het had acht poten met onder elke poot een wieltje. Daar bovenop is een stoffen vierkant ding en aan weerszijden van het ding zit een staaf en aan de achterkant zit ook een vierkant stoffen ding. De mensen zaten op de dingen iets te doen met hun handen op een plank met allemaal knopjes. Dan verschenen er tekens op een scherm dat voor hen stond. Om dat scherm zat een dunne rand aan alle kanten. Hij zag ook een ding met vier poten waar ook van die stoffen dingen omheen stonden. Op die vier poten zat een grote plank. Er zaten mensen omheen die aan het praten waren. Fire wendde zijn blik af om de kooi te kunnen inspecteren. Hij zag dat er nu drie slaapplaatsen waren. Er lagen ook een extra etensbak en drinkensbak. Hij zag ook palen staan. Hij liep ernaar toe en sloeg ertegen. Hij voelde dat het meegaf. Hij sloeg nog eens en nog eens in een steeds sneller tempo. Hij wilde zijn energie kwijt en schopte vurig tegen het ding. Vanuit zijn ooghoeken zag hij de mensen naar hem wijzen. Na een tijdje zakte hij op de grond. Hij deed even een hazenslaapje. Na een paar minuten werd hij wakker en stond op. Hij zag dat Safura tegen een andere paal stond te vechten. "Zo kunnen we onze spieren sterk houden," roept Safura naar hem. "Ja," zegt Fire. Jasiri komt ook aanlopen en trapt ook tegen een paal. Hij lijkt het leuk te vinden want nu trapt hij er harder tegen. Even later is hij net zo vurig als Fire even geleden. Jasiri en Safura doen ook even een hazenslaapje. Dan worden ze wakker. Safura staat op. Dan komt er een mens binnen. Hij loopt naar Jasiri en gooit een touw om zijn nek. Jasiri laat zich meevoeren. "Waar ga je heen?" vraagt Fire ongerust. "Ze doen me niks, ze brengen me alleen naar een andere kooi," zegt Jasiri. Dan lopen ze de kooi uit. Een mens sluit de kooi zorgvuldig. De mensen lopen achter Jasiri en de mens aan. Fire loopt naar een slaapplaats. De drie slaapplaatsen liggen tegen elkaar aan. Hij gaat erin liggen. Dan valt hij in slaap.

Hoofdstuk 15[]

Ze wordt wakker. Vulcana, Xolo en Uranus liggen er allemaal nog. Ze staat op en loopt naar buiten. Ze voelt de warme zonnestralen op haar gezicht zodra ze naar buiten stapt. Ze vliegt naar de vergaderwolk. Tot haar verrassing ziet ze daar draken en griffioenen staan. "Wat is er aan de hand?" vraagt ze aan de genezer Robijn. "Safura heeft met Fire gevochten op aarde, volgens mij zijn ze gevangen genomen," antwoordt ze. "Gaan we samen werken tot we hen hebben gevonden?" vraagt Laila. "Ik denk het wel," zegt Robijn. Lightning tovert een grote wolk zodat de leiders van het stenenkamp er ook bij kunnen. Oceanus roept een vergadering bijeen. Laila gaat naast Robijn en een klein drakin zitten die zei dat ze Wing heet en de leerling van de genezer is. Als iedereen op de open plek zit begint Lightning met de vergadering. "We hebben net gehoord dat Safura ook vermist is en we denken dat Fire en Safura gevangen zijn genomen," zegt Lightning. "Daarom gaan we samenwerken om hen terug te vinden," zegt Miracle. Dan ziet Laila figuren aankomen. Ze weet het haast zeker het zijn de hippogriefen met hun onderdanen. "Vijanden!" roept Laila. Ze ziet dat Night de moederdieren en babydieren haastig het medicijnhol in duwt. "Verstop je, we gaan een verrassingsaanval doen," roept Lightning. Iedereen verstopt zich achter en in de holen. Ze ziet Aragne en Claw landen. Achter haar komen Spider en zijn zusje. De weerwolven en vampiers komen iets later. Dan stormt iedereen uit hun schuilplaatsen. Ze gaan genadeloos te keer. Laila vecht zij aan zij met een griffioen tegen een weerwolf en een vampier. Laila trapt goedgemikt tegen de kaak van de weerwolf. Ze hoort een bot breken. Laila gaat snel op zijn voet staan en hij schreeuwt het uit van de pijn. Althans dat zou hij gedaan hebben als ze zijn kaak niet had gebroken. Hij kon haar ook niet bijten en Laila laat hem gaan. De griffioen had de vampier verjaagd. Ze keek om zich heen op zoek naar een nieuw slachtoffer, maar ze waren al verjaagd. Hier en daar zag ze lichamen van weerwolven en vampiers en het lichaam van Claw lag er ook. Hun vijanden hadden vele verliezen geleden. Ze speurde ook naar lichamen van haar kamp. Ze zag het lichaam liggen van Sharp. Miracle en Dark stonden verdrietig om hem heen. Bliksem kwam ook verdrietig aanlopen. Na een paar minuten in doodse stilte bij het lichaam van het Sharp te hebben gestaan loopt Miracle naar Lightning. Ze praat even met hem en roept dan haar kampgenoten bij elkaar. Ze vertrekken naar hun eigen kamp. Lightning tovert een wolk en springt er samen met Elektra op. "Het is tijd om vier babydieren leerlingen te maken. Sifa, Hasidi, Uru en Aheri kom naar voren," zegt Lightning. Ze lopen naar voren. "Sifa jij wordt de leerling van Lava. Hasidi jouw mentor wordt Vonk. Uru jouw mentor wordt Oceanus. Aheri jouw mentor wordt Vlam," zegt Lightning. "Sifa! Hasidi! Uru! Aheri! Sifa! Hasidi! Uru! Aheri!" roept iedereen. Laila gaat de kersverse leerlingen feliciteren. Daarna loopt ze terug naar haar plek. Als iedereen hen gefeliciteerd heeft komen ze op haar en de andere leerlingen af. Laila, Vulcana en Xolo vliegen voor de anderen uit. Dan komen de nieuwe leerlingen en Uranus vliegt achteraan. Laila landt op de wolk. Ze draait zich om. Ze ziet de mooie zonsondergang. De laatste zonnestralen glijden over haar gezicht. Dan draait Laila zich weer om en loopt het hol in. Sifa en zijn broertje en zusjes hebben hun nesten naast elkaar gemaakt tegenover haar, Vulcana en Xolo. Laila loopt naar haar nest en gaat erin liggen. Ze valt vrijwel meteen in slaap.

Hoofdstuk 16[]

Als hij wakker wordt kijkt hij om zich heen. Het duurde even tot het tot hem doordrong dat hij gevangen was genomen door de mensen en in een kooi zat. Hij merkt nu pas dat Safura tegen hem aanlag. Ze lag op haar rug met geopende mond te slapen. Hij grinnikt zachtjes. Hij ziet dat de mensen er nog niet waren. Raar denkt hij. Hij kijkt de ruimte rond. Alles was hetzelfde als gisteren. Dan ziet hij op een paar meter afstand een paar kleine feniksen. Ze kijken hem angstig aan. Fire staat op en loopt naar hen toe. Ze rennen niet weg, maar kijken hem alleen maar angstig aan. "Ik doe jullie niks," zegt Fire geruststellend. "Zij ook niet?" vragen ze beverig. "Nee, zij ook niet," zegt Fire. Ze slaken een zucht van opluchting. "Ik heet Fire en zij heet Safura. Hoe heten jullie?" vraagt Fire. "Ik ben Ruby," zegt een prachtig robijnrood feniksje. "Ik ben Wind," zegt een bleekblauw feniksje. Ze heeft mooie golvende iets donkerder blauwe strepen. "En ik ben Natuur," zegt een groen feniksje. "Onze moeder heet Ema en onze vader heet Cloud," zegt Ruby. "Mijn moeder heet Oceaan en mijn vader heet Lightning. Safura's moeder heet Fauna en haar vader heet Light," zegt Fire. Hij hoort dat Safura naar hen toe loopt. "Wie zijn dat Fire?" vraagt ze. "Dat is Ruby, zij is Wind en zij is Natuur," Fire wijst hen aan. Hij spreekt een spreuk uit. Hij is benieuwd of er meer mythische wezens rondlopen. Met deze spreuk kan hij hen opsporen. Er zijn paardachtigen zoals hij. Hij hoort centauren rondstampen. Hij hoort ook de verleidelijke roep van en sirene. Hij ziet de moeder en vader van de drie feniksjes die in angst zitten om hun jongen. Hij vertelt hen via zijn gedachtes dat ze veilig zijn. Ze zien er meteen minder angstig uit. Hij ziet ook griffioenen en een draak. Hij keert weer terug naar zijn lichaam. Hij ziet dat Safura angstig naar hem kijkt. Hij merkt nu pas dat hij op de grond ligt. Hij staat moeizaam op. Blijkbaar had de spreuk hem veel energie gekost. Als Safura ziet dat hij staat komt ze op hem af. "Je laat me nooit meer zo schrikken!" zegt Safura een beetje boos. "Ik beloof het," zegt Fire. "Dan is het goed," zegt Safura. "Ik heb ontdekt dat er nog veel meer mythische wezens hier zijn," zegt Fire. "Welke soorten?" vraagt Safura. "Sirenes, paardachtigen, een draak, griffioenen, feniksen, centauren," zegt Fire. "Wow, dat is echt veel!" zegt Safura. Dan komen er een paar mensen binnen. Ze nemen hen mee naar een andere kooi. Fire en Safura stappen naar binnen. De deur wordt dicht gedaan achter hen. Er staan ook een draak en een griffioen. Onmiddelijk vallen de griffioen en de draak aan. Fire vecht tegen de griffioen. Hij houdt een eerlijk gevecht, maar de griffioen absoluut niet. Dan moet ik ook maar oneerlijk spelen denkt Fire. Hij tovert een net om de griffioen. Hij draait zich om om te zien hoe het Safura vergaat. Ze ziet dat ze bloedt uit vele wonden en dat de draak de genadeslag wil toedienen. Fire racet met een ijzelingwekkende snelheid naar de draak. In volle vaart botst hij tegen hem aan. De draak valt, als hij op de vloer is gevallen tovert hij ook een net om hem heen. Fire draait zich naar Safura zonder te letten op het boze getier van de draak en de griffioen. Hij loopt naar Safura toe. Hij ziet dat ze bewusteloos is. Hij tovert wat spinrag tevoorschijn en drukt het voorzichtig op haar wonden. Hij gaat liggen. Hij weet zeker dat hij nooit meer mensen zal vertrouwen. Fire ziet dat er mensen binnenkomen die de draak en de griffioen meenemen. Dat is dan weer wel fijn, hoef ik niet te luisteren naar hun getier denkt hij. Hij ziet dat dezelfde mensen weer terugkeren. Fire leest hun gedachten. Ze willen hem terug brengen naar de kooi. De mensen willen dichterbij komen, maar Fire legt zijn oren plat naar achteren. De mensen nemen weer wat afstand. Fire kruipt naar Safura en steekt zijn kop onder haar hals door. Met zijn kop duwt hij de rest van haar lichaam op zijn rug. Dan staat hij op. Fire loopt met de mensen naar zijn kooi terug. Als de mensen de deur open hebben gedaan glipt Fire de kooi in. Hij loopt meteen naar de slaapplaatsen. Voorzichtig laat hij Safura van zijn rug glijden. Hij duwt haar in een makkelijke houding. Dan loopt hij naar het water en drinkt wat. Hij eet ook wat. Dan kijkt hij de kooi rond op zoek naar iets waarmee hij Safura wat water kan geven. Hij ziet een paar lappen stof liggen. Hij pakt er één vanaf en doopt hem in het water. Hij loopt naar Safura. Hij zet haar mond een beetje open en giet er wat water in. Hij wrijft over haar keel zodat ze doorslikt. Daarna gaat hij naast haar liggen. Dan valt hij in slaap.

Hoofdstuk 17[]

Laila wordt wakker. Ze ziet dat de nieuwste leerlingen al weg zijn. Ze willen natuurlijk zo snel mogelijk beginnen met trainen bedenkt ze. Laila loopt het hol uit. Night staat al te wachten. "Je gaat vandaag de test doen," begint Night. veel gedachtes malen door Laila's hoofd, maar de gedachte die overwint is: dit gaat mij lukken. "We gaan eerst naar het leidershol," zegt Night. Laila en Night vliegen ernaar toe. Ze vragen netjes toestemming om binnen te komen. Dan lopen ze naar binnen. "Zouden we even het papier met de planeten mogen lenen?" vraagt Night. "Dat is goed," zegt Elektra. Ze geeft hen het papier aan. Night en Laila lopen het hol uit. Ze vliegen naar de vergaderwolk. Daar aangekomen lopen ze een eindje de wolk op. Night gaat zitten en gebaart dat Laila naast hem moet gaan zitten. Ze gaat naast hem zitten. Helemaal bovenaan staat de zon. Ze wist nog dat daar de vuurmannetjes leefden. Dan staat er Mercurius met zijn gevaarlijke draken. Dan komt Venus. Er staat dat er vele gevaarlijke dieren in de planeet leven en dat er katten op het oppervlak leven. Mars is de volgende. Ze leest dat er altijd een gevecht is en dat er struiken zijn met giftige stekels. Op Jupiter leven Amphisbaena's. Ze zijn heel giftig en hebben twee koppen. Als de ene kop slaapt waakt de andere. Ze ziet dat Saturnus de laatste is. Er leven Behemoth koning der zoogdieren, Ziz koning der vogels en Leviathan koning der vissen. Het is over het algemeen een vredige planeet, maar je moet de koningen niet kwaad maken. Laila denkt na. Ze weet dat ze weinig kans heeft op Mars en Jupiter. "Het wordt de aarde," beslist Laila. Night knikt."We gaan eerst nog even kijken wat Vulcana, Xolo en Uranus hebben gekozen," zegt Night. Hij loopt naar hen toe, ze staan iets verderop. Laila loopt er ook snel naar toe. Als ze er staat hoort ze nog net de woorden: "Hebben gekozen?" "Ik ga naar Mars," zegt Vulcana met haar borst uitdagend vooruit. "Ik ga naar de zon," zegt Xolo. "Ik ga naar de aarde," zegt Laila. "Ik ga naar Venus," zegt Uranus. Ze weet dat het een uitdaging wordt om op de aarde te overleven. Ze vertrekt. Ze landt in het oerwoud. Ze loopt erdoor heen. Laila kijkt naar al het moois in het oerwoud. Daardoor heeft ze niet door dat ze wordt gevolgd. Ze ziet een jaguar lui op een boomtak liggen. Er staat een okapi tussen de bomen, die er ineens vandoor gaat. Waar zou ze van zijn geschrokken denkt Laila. Ze kijkt om zich heen. Als ze achter zich kijkt schrikt ze zich een ongeluk. Op een paar meter afstand zit een tijger in jachthouding. Ze weet dat als ze gaat rennen ze sowieso gepakt wordt. Ze wist ook dat ze hier niet de hele dag kon blijven staan. Dus rest haar nog één mogelijkheid: vechten. Ze zet een paar stappen in de richting van de tijger. Hij vertrok geen spier, maar keek haar alleen maar dreigend aan. Ze zet nog een stap. Als ze haar hals uitrekt zou ze de tijger kunnen aanraken. Razendsnel gaf Laila een trap tegen de tijger. Zijn lichaam vloog een paar meter naar achter. De tijger stond vlug op en vluchtte weg. Laila besloot het zichzelf moeilijker te maken. Ze vloog laag bij de grond het oerwoud door. Laila ging naar een bos. Ze landt erin. Op een paar meter afstand zag ze een groepje mensen staan. Ze rook in de lucht om te kijken of er nog meer mensen in de buurt zijn. Dat was niet het geval. Wel rook ze een akelig bekende geur, vermengd met een andere geur. Ze wist het zeker. Dit was de plek waar Safura en Fire hadden gevochten. Ze snoof nog een keer de lucht op en merkte nu ook dat er kattengeur in de lucht hing. Ze was op het territorium van de clans. Ze keek in de richting van de mensen, maar die hadden haar nog niet opgemerkt. Laila volgde de sterkste kattengeuren naar het kamp. Ze liep naar binnen. Ze merkte dat de katten hier zeer slank waren. Meteen kwam er een kat op haar af. "Ik ben de commandant Schemerklauw. Wat kom je hier doen?" vraagt hij. "Hebben jullie pas geleden nog een gevecht gezien of gehoord tussen een pegahoorn en een draak?" vraagt Laila dringend. "Wat is een pegahoorn?" vraagt Schemerklauw. "Net zoals ik, een paard met een hoorn en vleugels," zegt Laila ongeduldig. "Oke," zegt Schemerklauw. Hij spoedt zich naar het leidershol. Toen kwam Schemerklauw met de leider uit het hol. De leider ging op een steen staan en riep een vergadering bijeen. Er kwamen katten de holen uit glippen en een net arriverende patrouille ging ook onder de steen zitten. "We hebben een speciale gast en ze heeft een vraag voor ons. Heeft iemand pas geleden een gevecht gezien tussen een pegahoorn en een draak?" vraagt Mistster. "Ik," zegt een kleine, sierlijke, zwarte poes. "Dauwpoot, jij zal de gast vertellen wat ze wil weten," zegt Mistster. Dauwpoot draaft naar haar toe. "Wat wil je weten?" vraagt ze. "Ik wil weten wie hen gevangen hebben genomen," zegt Laila. "Mensen. Moet ik je de plaats waar het gebeurde laten zien?" vraagt Dauwpoot. "Dat is goed," zegt Laila. Dauwpoot leidt haar terug naar de plek waar ze net ook stond. "Ze deden hen in een kooi en liepen toen weg," zegt Dauwpoot. Laila kijkt of de mensen er nog steeds stonden. Ze ziet hen staan. "Dat zijn die mensen," zegt Dauwpoot met haar staart wijzend naar de mensen. Dan landt Night naast haar. "Tijd om terug te gaan," zegt Night. "Night die mensen hebben Fire en Safura gevangen genomen," zegt Laila. Night kijkt naar de mensen. De mensen vertrekken. Laila prevelt de woorden zodat ze onzichtbaar wordt. Laila volgt hen. Night komt achter hen aan. "Nog bedankt!" roept Laila naar Dauwpoot. "Geen dank," roept Dauwpoot. Door de mauw van Dauwpoot draaien de mensen zich om. Ze zien Dauwpoot zitten. De mensen rennen naar haar toe. Dauwpoot vlucht maar verstuikt haar poot in een konijnenhol. Strompelend gaat ze verder. Laila rent razendsnel op de mensen af en trapt hen opzij. Ze ondersteund Dauwpoot terwijl ze naar het kamp strompelt. Als ze in het kamp komen legt Laila even snel uit wat er is gebeurd. Dan vertrekt ze weer. Night staat buiten het kamp te wachten. Ze vliegen terug naar het kamp. Laila loopt het leerlingenhol in. Ze ziet Vulcana en Xolo ook liggen. Uranus komt achter haar het hol in. De andere leerlingen zijn ook terug. Afgepeigerd loopt Laila naar haar nest. Ze ploft erin en valt meteen in slaap.

Hoofdstuk 18[]

Fire wordt wakker. Hij had gisteravond een hazenslaapje gedaan. Hij had de rest van de nacht gewaakt en had gezien dat de mensen het water en eten bijvulden. Net had hij weer een hazenslaapje gedaan. Hij kijkt naar Safura en controleert haar ademhaling. Die is normaal. Dan begint ze te trappen. Ze had waarschijnlijk een droom. Toen schoten haar ogen open. Ze sprong in paniek overeind. "Ben ik dood?" vraagt Safura. "Nee," zegt Fire, "Je leeft nog en ik ook." "Wat is er gebeurd?" vraagt Safura. "Je werd aangevallen door een draak. Ik had hem weggebeukt en verslagen. Ik heb bijna de hele tijd over je gewaakt," zegt Fire. "Dankje," zegt Safura. Fire had een bijtende opmerking verwacht, maar die kreeg hij niet. "Graag gedaan," zegt Fire. Safura loopt met wankele passen naar het eten en drinken. Ze drinkt voorzichtig wat en pakt dan wat vlees. Ze schrokt het naar binnen. Als ze heeft gegeten loopt ze terug naar Fire. Met minder wankele pasjes. Fire vraagt zich voor het eerst af hoe het met Jasiri gaat. Hij hoopt dat het goed gaat met het paard. Hij wil ontsnappen met zijn allen. Hij gebruikt de spreuk weer om te kijken waar de andere dieren zitten. Jasiri zit in een kooi die aan de andere kant van de gang zit. In de kooi links zitten Ema en Cloud met hun kinderen. Aan de rechterkant van Jasiri's kooi zitten de draak en de griffioen die hen hadden aangevallen. Er zit ook nog een andere griffioen bij. Aan de rechterkant van de draken en griffioenen zitten de centauren en aan de linkerkant van de feniksen zit de sirene. Aan de linkerkant van zijn kooi zitten paardachtigen. Drie dieren van zijn leeftijd en drie oudere dieren. Hij keert terug naar zijn lichaam. Hij had al weinig energie en de spreuk had de laatste energie uit zijn lichaam doen vloeien. Hij zinkt in een diepe slaap. Tegen de avond wordt hij wakker. Hij ziet dat Safura ook wakker is. Als Safura merkt dat hij wakker is komt ze enthousiast op hem af. Ze was iets te uitbundig en raakte met haar neus zijn neus per ongeluk. Fire staarde verlegen weg. Safura ook. Fire kijkt voorzichtig terug. "Dit mag niet," zegt Safura die haar kop ook had teruggedraaid verdrietig. "Dat weet ik," zegt Fire met een zucht. "Maar ik wil het toch proberen. Wat jij?" vraagt Safura. "Ik ook wel. Maar er zit een groot risico aan vast. Durf jij dat risico te nemen?" vraagt Fire. "Ik wel, maar jij ook?" vraagt Safura. "Ja, ik durf dat risico te nemen," zegt Fire. "Oke," zegt Safura. Ze kijkt hem liefdevol aan. Ze kijkt ook opgelucht. Fire besluit zichzelf moe te maken omdat hij dalijk toch weer moet slapen. Als hij niet slaapt zal hij de komende dagen steeds de helft van de nacht wakker zijn. Hij loopt naar een paal. Hij begint ertegen te trappen. Na twintig minuten begint hij moe te worden en te gapen. Hij loopt naar zijn nest. Hij gaat erin liggen. Safura komt tegen hem aan liggen. Hij verdwijnt in de zwarte dieptes van de slaap.

Hoofdstuk 19[]

Laila wordt wakker en kijkt slaperig om zich heen. Dan herinnert ze zich gisteren weer. Snel stoot ze Vulcana aan. "We worden vandaag krijgers," jubelt ze tegen Vulcana die slaperig met haar ogen knippert. "Huh, o oke we worden krijgers," zegt Vulcana die nog niet begrijpt waar Laila zo blij over is. Toen drong het tot haar door. "Yeeh, we worden krijgers," zegt Vulcana. "Er probeert hier iemand te slapen," zegt Uranus humeurig. "Vind je het niet leuk dat we krijgers worden?" vraagt Vulcana verbaasd. "Jawel, maar dan hoef je nog niet zo druk te doen," zegt Uranus, "Hopelijk zijn ze in het krijgershol serieuzer." Xolo is inmiddels ook wakker. "Ik kan niet wachten tot Lightning en Elektra een vergadering bijeen roepen," zegt Xolo. Laila voelde ineens een schrijnende leegte in haar buik. Er klopt iets niet denkt ze. Iedereen is er toch? Dan stokt haar adem. Fire is er niet, hij was gevangen genomen door die stomme mensen. Ze mist hem ineens erger dan ooit. Hij is er nooit bij. Niet bij de leerlingenceremonie en niet bij de krijgerceremonie dalijk. Waarom altijd hij? Waarom niet iemand anders? Er zijn voldoende krijgers om uit te kiezen en dan uitgerekend hij, tot twee keer toe. Ineens voelt ze dat iemand haar aanstoot. "Kom je nou nog?" vraagt Vulcana ongeduldig. "Ja ja ik kom," zegt Laila snel. Ze loopt naar de uitgang. Eenmaal buiten vliegt ze naar de vergaderwolk. Ze landt op de wolk en loopt naar het midden. Ze kijkt in haar vaders ogen als ze gaat zitten. In zijn ogen staat een mengeling van verdriet en trots te lezen. Haar blik schuift naar Elektra. Ze kijkt met trotse ogen uit over het kamp. Trots op alles wat haar kamp haar biedt en de toekomstige krijgers. Als iedereen zit begint Elektra met de vergadering. "Het is tijd om van vier leerlingen krijgers te maken. Vulcana, Xolo, Uranus en Laila kom naar voren," zegt Elektra. Laila loopt naar voren. Ze gaat met trots opgeheven hoofd zitten en haar borst vooruit. "Night, Water, Echo en Lightning hebben jullie leerlingen goed getraind en de testen gehaald?" vraagt Elektra. "Ja," antwoorden alle mentors. "Dan zijn Vulcana, Xolo, Uranus en Laila vanaf nu krijgers," zegt Elektra. "Vulcana! Xolo! Uranus! Laila! Vulcana! Xolo! Uranus! Laila!" roept iedereen. Laila is trots. Ze is een krijger die haar kamp zal dienen tot haar dood. Ze vraagt zich af wat krijgers doen. Ineens ziet Laila die Druppel hijgend op haar zij valt. Diamant ook. "Haal een genezer!" schreeuwt Xolo net iets voor haar. Lava komt het hol uit en overziet snel de situatie. Hij rent het hol in en komt er weer uit met kruiden. Lava rent naar Druppel en stuurt Sifa met wat kruiden naar Diamant. Hij wenkt naar Water dat ze Sifa moet helpen. Water spoedt zich naar de jonge leerling. Laila ziet al twee lichamen liggen bij Druppel. Laila rent ernaar toe. Ze bijt bij de jongen het vlies door. Dan komt er nog één. Ze bijt snel het vlies door. Er komt nog een vierde waarvan ze ook het vlies doorbijt. Lava voelt voorzichtig haar buik. "Dat waren ze," zegt Lava. Lava geeft nog wat kruiden aan Druppel en rent dan naar Diamant. Laila ziet dat er bij Diamant net het vijfde jong uitkomt. Dan komt er nog een zesde. Dan is het voorbij. Laila richt haar aandacht weer op Druppel. "Gaat het?" vraagt Laila. Ze merkt nu pas dat er heel veel dieren om hen heen staan. "Ja hoor," zegt Druppel vermoeid. Druppel legt haar kop op de grond en valt in slaap. Laila duwt Druppels jongen naar haar buik zodat ze kunnen drinken. Laila gaat ook even liggen en kijkt toe hoe de jongen drinken. Het zijn twee pegahoorns en twee eenhoorns. Laila staat op en loopt naar Diamant. Ze ziet twee feniksen en een pegahoorn, eenhoorn, paard en pegasus. Diamant slaapt ook. Night staat liefdevol naar zijn kinderen te kijken. "Night en Laila willen jullie even helpen hen naar het medicijnhol te dragen?" vraagt Sifa. Laila loopt naar Druppel en sleept haar naar het medicijnhol. Daarna komt ze haar jongen halen. Laila legt de jongen weer bij Druppels buik. Diamant ligt er ook al met vier van haar jongen. Night komt net met de andere twee binnen. Hij legt ze teder bij Diamants buik. Laila loopt het hol uit. Ze vliegt naar het krijgershol. Als ze op de rand staat aarzelt ze even. "Toe maar," spoort een stem achter haar haar aan. Laila loopt het hol in. Ze ruikt aan de nesten. Uiteindelijk vindt ze een nest achterin het hol. Ze gaat erin liggen en dommelt in.

Hoofdstuk 20[]

Fire wordt wakker. Hij kijkt om zich heen. Hij ziet Safura klauwen naar een paal. Hij ziet dat ze dik begint te worden. "Eet je soms veel?" vraagt Fire. "Nee, hoezo?" vraagt Safura. "Je hebt een dikke buik," zegt Fire. Safura kijkt naar haar buik. "Huh, had ik niet eens gemerkt," zegt Safura afwezig. Fire staat op. "Wat is er?" vraagt Fire, "Je bent een beetje afwezig?" "Weet ik niet," zegt Safura. Ze klinkt alsof ze iets verbergt. Ze loopt naar hem toe. Haar buik schommelt een beetje. Fire duwt haar achterover. "Je gaat me nu vertellen wat er aan de hand is," zegt Fire. "Oke goed, ik ben zwanger," zegt Safura. Fire schrikt een beetje. "Echt waar?" vraagt hij. "Ja," zegt Safura, "Wat denk je nu?" "Aan de ene kant is het geweldig, maar aan de andere kant vreselijk," zegt Fire. "Ja," zegt Safura. "Ik heb al een plan," zegt Fire. "En dat is?" vraagt Safura. "Als die jongen nou geboren zijn, kunnen we zeggen dat de ouders van hen dood zijn en dat één van ons wel voor hen wil zorgen," zegt Fire. "En als ze ons eerder komen redden?" vraagt Safura. "Ik bedenk nog wel iets," zegt Fire. "Oke," zegt Safura. Fire loopt naar het eten en drinken. Ondertussen denkt hij na. Misschien kan hij zeggen dat er hier ook nog andere draken leven. Maar wat nou als er een aantal op hem en Safura lijken? Er zijn ook nog andere paardachtigen, maar hij weet dat hij hun levens verknalt als hij hen laat opdraaien voor hem en Safura. In ieder geval als ze met hem ontsnappen en naar het kamp gaan. Hij besluit er later over na te denken. Hij merkt dat hij is blijven staan en loopt snel de laatste meters naar de bakken. Hij drinkt wat en eet ook wat. Fire loopt weer terug naar Safura. "Heb je al een oplossing?" vraagt Safura hoopvol. "Nee, nu nog niet," zegt Fire. Hij ziet wat mensen binnen komen met Jasiri. Ze hadden geen slechter moment uit kunnen kiezen denkt Fire geërgerd. Toch loopt Fire enthousiast op hem af. "Hoe gaat het?" vraagt Fire. "Wel goed hoor, maar ik moet eerlijk zeggen met jullie is het veel leuker," zegt Jasiri. Hij kijkt naar Safura. "Is ze zwanger?" vraagt Jasiri. Fire kijkt Safura aan met een vragende blik. Hij wist niet wat hij moest antwoorden. Safura knikt naar Jasiri dat ze zwanger is. Jasiri vraagt niet naar de vader, maar Fire heeft het vermoeden dat Jasiri alles wist. Jasiri loopt naar een hoek van de kooi. Fire loopt hem achterna. "Wat weet jij?" vraagt Fire. "Over dat Safura zwanger is van jou? Maak je geen zorgen ik zal jullie helpen," zegt Jasiri. "Bedankt," zegt Fire opgelucht. Hij loopt naar Safura. "Blijkbaar weet hij alles, maar het voordeel is dat hij ons gaat helpen," zegt Fire. Safura slaakt een opgeluchte zucht. Fire bestudeert de mensen. Hij ziet dat ze weer net zo druk bezig waren als de vorige keer toen hij hen zag. Ze waren weer aan het drukken op planken met knoppen terwijl ze op een stoffen ding zitten. Andere mensen zitten weer rond dat ding met vier poten en grote plank op stoffen dingen. Hun monden bewegen dus waarschijnlijk zijn ze aan het praten. Fire keek naar de schermen. Hij zag er één waar een grafiek opstond. Hij vermoedde dat erin stond hoeveel dieren ze van welke soort hebben. Hij loopt naar de slaapplaatsen. Hij gaat in één van de drie slaapplaatsen liggen. Safura nestelt zich tegen hem aan. Jasiri komt aan zijn andere zijde liggen, maar houdt een beetje afstand. Fire legt zijn hoofd op zijn benen en valt in slaap.


Willen jullie in de comments zeggen wat jullie ervan vinden?

Voor het tweede deel hier een linkje: Luipaardklauw: Klad: Vurig.

Advertisement